Artikel
I
Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.
Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.
Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.
Wijzigt de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
Wijzigt de Wet op de dividendbelasting 1965.
Wijzigt de Wet op belastingen van rechtsverkeer.
Wijzigt de Wet op de omzetbelasting 1968.
Wijzigt de Wet op de omzetbelasting 1968.
Wijzigt de Wet op de omzetbelasting 1968.
Wijzigt de Wet op de accijns.
Wijzigt de Wet op de accijns.
Wijzigt de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten.
Wijzigt de Wet belastingen op milieugrondslag.
Wijzigt de Wet belastingen op milieugrondslag.
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Wijzigt de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen.
Wijzigt het Belastingplan 2011.
Wijzigt het Belastingplan 2012.
Wijzigt de Fiscale verzamelwet 2012.
De artikelen 10.1 en 10.3, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de artikelen 32bb, negende lid, en 32bc, vierde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 vinden geen toepassing bij het begin van het kalenderjaar 2013.
Bij de toepassing van artikel 10.7, tweede en derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2013 wordt de toepassing van artikel 10.1 van die wet geacht te hebben plaatsgevonden op basis van een tabelcorrectiefactor als bedoeld in artikel 10.2 van die wet van 1.
De omzetbelasting die na 30 september 2012 verschuldigd wordt ter zake van leveringen en diensten ter zake waarvan ingevolge artikel VIII, onderdelen A en B, het tarief met ingang van 1 oktober 2012 wordt verhoogd en die zijn verricht vóór of op de eerstgenoemde datum, wordt berekend naar het tarief dat geldt op het tijdstip waarop de levering of de dienst wordt verricht.
Ingeval omzetbelasting vóór 1 oktober 2012 verschuldigd is ter zake van leveringen en diensten ter zake waarvan ingevolge artikel VIII, onderdelen A en B, het tarief met ingang van 1 oktober 2012 wordt verhoogd en die worden verricht op of na deze datum, wordt hetgeen meer verschuldigd zou zijn geweest indien de belasting zou zijn berekend naar het tarief dat geldt op het tijdstip waarop de levering of de dienst wordt verricht, alsnog verschuldigd op 1 oktober 2012.
Ingeval een ondernemer ingevolge een vóór 1 oktober 2012 gesloten overeenkomst na 30 september 2012 een onroerende zaak levert of een werk in onroerende staat oplevert tegen een vergoeding welke vervalt in termijnen, blijft ten aanzien van het gedeelte van de vergoeding dat gelijk is aan de som van de termijnen die op grond van die overeenkomst vóór 1 oktober 2012 zijn vervallen, de verhoging van het tarief van de omzetbelasting van 19% tot 21% buiten toepassing.
Ingeval een ondernemer na 30 september 2012 een onroerende zaak levert in de zin van artikel 3, derde lid, onderdeel b, van de Wet op de omzetbelasting 1968, welke onroerende zaak ingevolge een vóór 1 oktober 2012 gesloten overeenkomst in opdracht is vervaardigd onder terbeschikkingstelling van stoffen, waaronder grond is begrepen, blijft de verhoging van het tarief van de omzetbelasting van 19% tot 21% buiten toepassing ten aanzien van het gedeelte van de vergoeding dat gelijk is aan de som van de termijnen die op grond van die overeenkomst vóór 1 oktober 2012 zijn vervallen en de in de vergoeding begrepen kosten van de vóór die datum ter beschikking gestelde stoffen.
In afwijking van het derde lid geldt ingeval een ondernemer ingevolge een vóór 28 april 2012 gesloten overeenkomst na 30 september 2012 een woning levert, dat ten aanzien van het gedeelte van de vergoeding dat gelijk is aan de som van de termijnen die op grond van die overeenkomst vóór 1 oktober 2013 zijn vervallen, de verhoging van het tarief van de omzetbelasting van 19% tot 21% buiten toepassing blijft.
Artikel 84a van de Wet op de accijns is van overeenkomstige toepassing op halfzware olie en gasolie die zijn voorzien van bij ministeriële regeling voorgeschreven herkenningsmiddelen voor zover deze oliën zich bevinden in opslagplaatsen, andere dan die van eindgebruikers van die oliën, tenzij deze eindgebruikers een of meer tanks hebben met een totale maximuminhoud van meer dan 5 000 liter.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt het bedrag van € 91, genoemd in artikel 84a, zevende lid, van de Wet op de accijns, gelezen als € 250.
In afwijking van artikel 91, tweede lid, van de Wet op de accijns wordt tot en met 30 juni 2013 toegestaan dat halfzware olie en gasolie die zijn voorzien van bij ministeriële regeling voorgeschreven herkenningsmiddelen of bestanddelen daarvan bevatten, ook in andere tanks dan tanks als bedoeld in artikel 91, tweede lid, onderdelen a tot en met c, van die wet, niet zijnde brandstoftanks van motorrijtuigen op de weg en van pleziervaartuigen, voorhanden zijn. Voor de periode van 1 juli 2013 tot en met 31 december 2013 kan de inspecteur dit toestaan in naar behoren gerechtvaardigde gevallen.
In geval van een verzoek om teruggaaf van accijns na 31 december 2012 voor halfzware olie en gasolie die zijn voorzien van bij ministeriële regeling voorgeschreven herkenningsmiddelen, wordt teruggaaf altijd verleend tegen het tarief, bedoeld in artikel 27, derde lid, van de Wet op de accijns zoals dit luidde op 31 december 2012, tenzij belanghebbende aantoont dat de accijns is voldaan naar het tarief dat van toepassing is met ingang van 1 januari 2013.
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat artikel IV voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2013.
In afwijking van het eerste lid treden de artikelen XIII en XXa in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.