Deelreglement Filmactiviteiten van de Stichting Nederlands Fonds voor de film

De Stichting Nederlands Fonds voor de Film,

Besluit:

Algemeen

Artikel

1

– definities –

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • bestuur: de directeur/bestuurder van het Fonds;

  • filmactiviteit: een activiteit op het gebied van film, concreet in de tijd afgebakend, die niet als filmproductie kan worden aangemerkt;

  • filmbijeenkomst: een incidentele en op film betrekking hebbende samenkomst voor filmprofessionals en/of publiek met als doel kennisontwikkeling en -verspreiding over en profilering en promotie van de Nederlandse film;

  • filmdistributeur: een rechtspersoon die op continue basis bedrijfsactiviteiten ontplooit met als hoofddoel de distributie en exploitatie van filmproducties in de Nederlandse bioscoop en via andere distributiekanalen. De rechtspersoon is ten tijde van de subsidieaanvraag minimaal twee jaar gevestigd en actief geweest in Nederland, een Lidstaat van de Europese Unie, of in een Staat die partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of in Zwitserland;

  • filmfestival: een in tijd beperkte reeks van, voor het publiek toegankelijke vertoningen van filmproducties van een bepaald(e) genre, thema, herkomst, maker of auteur;

  • filmprofessional: een natuurlijk persoon met naar het oordeel van het Fonds gedegen kennis en ervaring op het gebied van filmproductie;

  • filmproductie: een cinematografisch werk;

  • het Fonds: Stichting Nederlands Fonds voor de Film;

  • onderzoek: op Nederlandse filmsector gericht praktijkonderzoek;

  • publicatie: een incidentele en op Nederlandse film betrekking hebbende tekst, afbeelding, beeld of geluidsdrager (niet zijnde een directe kopie van een filmproductie), die vermenigvuldigd wordt met het doel deze onder de (inter)nationale publieke aandacht te brengen;

  • training: een kortlopende cursus of praktijkstudie gericht op vakinhoudelijke kennisoverdracht tussen nationale en/of internationale filmprofessionals, die de vakkennis en vaardigheden van de aanvrager vergroten en die aantoonbaar betrekking heeft op de professionele Nederlandse filmpraktijk;

Artikel

2

– toepasselijkheid deelreglement –

Artikel

3

– subsidiesoorten –

Artikel

4

– aanvraag –

Artikel

5

– aanvrager –

Artikel

6

– subsidievorm –

De subsidie ten behoeve van de in dit reglement genoemde filmactiviteiten worden verstrekt in de vorm van een bijdrage á fonds perdu tenzij bijzondere omstandigheden een subsidie in de vorm van een lening of garantie rechtvaardigen.

Artikel

7

– beoordeling subsidie voor filmactiviteiten –

Voor toekenning van de aanvraag dient het oordeel over de kwaliteit van de filmactiviteit positief te zijn. De kwaliteit van de filmactiviteit wordt beoordeeld aan de hand van de beoordelingscriteria in artikel 5 van het Algemeen Reglement, tenzij in de bijzondere bepalingen ten aanzien van de categorieën anders wordt bepaald.

Artikel

8

– onderlinge verhouding financiële bijdragen –

Het verstrekken van een subsidie in het kader van dit deelreglement bindt het bestuur in geen geval tot het verlenen van enige andere subsidie.

Artikel

9

– verplichtingen subsidieontvanger –

De ontvanger van de subsidie is verplicht:

  • a.

    uiterlijk binnen een termijn van 6 maanden na de subsidieverlening door het Fonds, maar in ieder geval voordat de uitvoering van de filmactiviteit start, aan te tonen dat er financiële dekking is voor de begrote kosten van de filmactiviteit.

  • b.

    na afloop van de filmactiviteit te rapporteren volgens de procedure die is opgenomen in het verleningsbesluit.

Artikel

10

– weigerings- en intrekkingsgronden –

Bijzondere bepalingen ten aanzien van de categorieën

1

Filmfestival

Artikel

11

– subsidiabele activiteit filmfestival –

Artikel

12

– meerjarige activiteitensubsidie filmfestival –

Artikel

13

– Aanvraag (ronden) meerjarige activiteitensubsidie filmfestival –

Artikel

14

– verdeling budget meerjarige activiteitensubsidie filmfestival –

Artikel

15

– verantwoording –

In aanvulling op artikel 19 van het Algemeen Reglement is de subsidieontvanger verplicht om jaarlijks voor 1 april de verantwoording over de financiën en de resultaten over het jaar daarvoor aan het Fonds te doen toekomen.

Artikel

16

– weigeringsgronden –

Filmfestivals die reeds subsidie ontvangen of subsidie zal worden verleend in de periode 2013–2016 op basis van:

komen niet in aanmerking voor een projectsubsidie of meerjarige activiteitensubsidie in deze categorie.

2

(inter)nationale filmbijeenkomst

Artikel

17

– subsidiabele activiteit –

Subsidie kan worden verleend voor:

  • a.

    een filmbijeenkomst voor filmprofessionals (en publiek) in een internationale context die als doel heeft het stimuleren van kennisuitwisseling en/of innovatie, de verbreding van een zakelijk en (inter)nationaal netwerk en profilering van film in Nederland; of,

  • b.

    een presentatie of promotionele en marktgerichte activiteit voor filmprofessionals en/of publiek die als doel heeft de profilering en promotie van de Nederlandse film in het buitenland.

Artikel

18

– vereisten aanvraag –

3

Training

Artikel

19

– subsidiabele activiteit –

Artikel

20

– verplichtingen –

De ontvanger van een subsidie voor een training dient – indien van toepassing – een bewijs van inschrijving of deelname voor de training van de organiserende instelling binnen een termijn van twee weken na bekendmaking van de verlening van de subsidie te overleggen aan het Fonds.

Artikel

21

– weigeringsgronden –

In aanvulling op artikel 14 van het Algemeen Reglement, wordt een aanvraag voor een subsidie afgewezen indien:

  • a.

    sprake is van een meerjarige opleiding; of

  • b.

    sprake is van een studie van een instelling, die vanuit de Nederlandse overheid reeds een tegemoetkoming ontvangt voor de kosten van studenten;

  • c.

    de aanvraag voor een subsidie aan een training later dan vier weken voor aanvang van de training wordt ingediend; of

  • d.

    de aanvrager in hetzelfde kalenderjaar reeds een subsidie van het Fonds voor een training heeft ontvangen en daarmee het in het Financieel & Productioneel Protocol benoemde maximum bedrag per aanvrager per jaar overschreden zou worden.

4

Publicatie & Onderzoek

Artikel

22

– subsidiabele activiteit –

Subsidie kan worden verleend voor:

  • a.

    publicaties over films en filmmakers uit Nederland die als doel hebben het stimuleren van de kennisontwikkeling en -verspreiding over en profilering en promotie van de Nederlandse film in het binnen- en buitenland.

  • b.

    onderzoek dat voor de Nederlandse filmsector relevant en op de praktijk gericht en van toepassing is.

Artikel

23

– vereisten publicaties –

Een subsidie voor publicaties wordt uitsluitend verleend indien de publicatie:

  • a.

    gericht is op film in Nederland en de Nederlandse film in het bijzonder, en,

  • b.

    gericht is op een breed publiek en/of

  • c.

    gericht is op een publiek van (inter)nationale filmprofessionals.

5

Bijzondere bijdragen

Artikel

24

– subsidiabele activiteit –

Subsidie kan worden verleend voor de uitvoering van een innovatieve of promotionele filmactiviteit op het gebied van filmfinanciering, productie, marketing, distributie, promotie en vertoning ter versterking van de Nederlandse filmsector.

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

25

De Stichting Nederlands Fonds voor de Film