-
a.
een algemene beschrijving van de publieke taak waarvoor de frequentieruimte noodzakelijk is;
-
b.
voor zover mogelijk, een opgave van de wettelijke grondslag voor de betreffende publieke taak, waaruit tevens de bevoegdheid blijkt van de betrokkenen ten aanzien van deze publieke taak;
-
c.
de instanties die met de betreffende publieke taak worden belast;
-
d.
een zo volledig mogelijke inventarisatie van de noodzakelijke frequentieruimte;
-
e.
indien er sprake is van meerdere publieke taken, verschillende systemen of van meerdere instanties waarvoor frequentieruimte noodzakelijk is, een gespecificeerde beschrijving van de publieke taak waarvoor de specifieke frequentieruimte noodzakelijk is;
-
f.
tijdstip en plaats van het gebruik van de noodzakelijke frequentieruimte;
-
g.
ten aanzien van het te gebruiken systeem:
-
1°.
welke systemen in de verschillende frequentiebanden worden gebruikt;
-
2°.
waarvoor deze systemen dienen;
-
3°.
hoeveel frequentieruimte voor de verschillende systemen nodig is om de betreffende taak te kunnen uitvoeren;
-
4°.
de noodzakelijke randvoorwaarden voor het gebruik van het systeem;
-
5°.
de gewenste geografische dekking per systeem;
-
6°.
voorziene ontwikkelingen met betrekking tot het systeem, zoals groei of inkrimping alsmede vervangingsplannen en mogelijke gevolgen daarvan voor de noodzakelijke frequentieruimte;
-
h.
de mogelijkheden voor medegebruik, dan wel een onderbouwing van de redenen indien medegebruik volgens een minister wie het mede aangaat niet wenselijk of mogelijk is;
-
i.
een beschrijving en duiding van de relevante ontwikkelingen die van invloed zijn op de af- en toename van toekomstige frequentiebehoeften;
-
j.
een beschrijving van nieuwe frequentiebehoeften op basis van de beschrijving onderdeel i;
-
k.
een aanduiding van de gegevens in het behoefte-onderbouwingsplan die niet openbaar gemaakt mogen worden.