Wet van 10 juli 2013, houdende regels tot uitvoering van de Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het burgerinitiatief (PbEU 2011, L 65) (Uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief)

Uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regels te stellen ter uitvoering van de Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het burgerinitiatief (PbEU 2011, L 65);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

In deze wet wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b.

    Verordening: Verordening (EU) nr. 2019/788 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 over het burgerinitiatief (PB L 130/55 van 17.5.2019).

Artikel

2

Onze Minister is bevoegd:

  • a.

    certificaten als bedoeld in artikel 11, derde lid, van de Verordening af te geven;

  • b.

    de verificatie van de steunbetuigingen, bedoeld in artikel 12, vierde lid, van de Verordening, te coördineren;

  • c.

    certificaten als bedoeld in artikel 12, vijfde lid, van de Verordening af te geven.

Artikel

3

Bij ministeriële regeling wordt bepaald welke gegevens en bescheiden in ieder geval bij een aanvraag voor een certificaat als bedoeld in artikel 11, derde lid, van de Verordening worden verstrekt.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Wijzigt deze wet.

Artikel

8

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

9

Deze wet wordt aangehaald als: Uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief.

Artikel

9a

Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges, en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar
Willem-Alexander
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven