Artikel
1.1
Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
–
aanvraagtijdvak: een door de minister vastgesteld tijdvak waarin aanvragen tot cofinanciering van sectorplannen kunnen worden ingediend;
-
–
algemene opleiding: een interne of externe opleiding, niet zijnde bedrijfsspecifieke training, teneinde de leerling vakspecifieke beroepsvaardigheden aan te leren;
-
–
arbeidsmarktregio: een arbeidsmarktregio die is opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling;
-
–
arbeidsorganisatie: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm, die economische activiteiten uitoefent;
-
–
branche: een tak van een handel of nijverheid binnen een sector;
-
–
CAO: een collectieve arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst;
-
–
centrale werkgeversorganisatie: een organisatie van werkgevers die is opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling;
-
–
cofinanciering: het percentage van de kosten in de begroting van het sectorplan dat op grond van deze regeling wordt gesubsidieerd;
-
–
hoofdaanvrager: de rechtspersoon die namens een samenwerkingsverband een sectorplan indient en de subsidie aanvraagt op grond van deze regeling;
-
–
kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven: een kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven als bedoeld in artikel 1.5.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
-
–
kwetsbare werknemer: een persoon die ouder is dan 55 jaar, of in de voorafgaande zes maanden geen reguliere betaalde betrekking heeft gevonden, of niet in het bezit is van een startkwalificatie;
-
–
loonkosten: het brutoloon van de werknemer vermeerderd met de met loonbetaling samenhangende kosten voor de werkgever;
-
–
maatregelen: alle activiteiten die tot realisatie van de doelen van het sectorplan leiden;
-
–
de minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
-
–
langdurig werkloze jongere: een persoon die op het moment waarop een aanvang wordt gemaakt met de inzet van een maatregel ten diens behoeven jonger is dan 27 jaar en die geen reguliere betaalde betrekking heeft gehad in de voorafgaande zes maanden;
-
–
MKB-bedrijf: een onderneming waar op 31 december 2012 minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de meest recente jaaromzet 50 miljoen EUR of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen EUR niet overschrijdt;
-
–
O&O-fonds: een Opleidings- en Ontwikkelingsfonds, opgericht bij een bij de minister aangemelde collectieve arbeidsovereenkomst;
-
–
onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm, die commerciële economische activiteiten uitoefent;
-
–
oudere werknemer: een werknemer, ouder dan 55 jaar, doch jonger dan de pensioensgerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet;
-
–
prestatie: de daadwerkelijk uitgevoerde maatregelen;
-
–
regeling: de Regeling cofinanciering sectorplannen;
-
–
reguliere betaalde betrekking: een betaalde betrekking voor de duur van meer dan een maand op grond van een arbeidsovereenkomst of aanstelling in openbare dienst voor gemiddeld minstens 20 uur per week;
-
–
samenwerkingsverband: een samenwerkingsverband dat ten minste bestaat uit een of meer werkgeversorganisaties en een of meer werknemersorganisaties;
-
–
sector: een sector die is opgenomen in bijlage 3 bij deze regeling;
-
–
sectorplan: een door een hoofdaanvrager namens een samenwerkingsverband ingediend plan met maatregelen voor knelpunten die blijkens een sectoranalyse in de betreffende sector aanwezig zijn;
-
–
startkwalificatie: een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid onder b tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 7 onderscheidenlijk artikel 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs;
-
–
subsidiabele activiteiten: alle maatregelen in het sectorplan die voor cofinanciering in aanmerking komen;
-
–
werknemer: persoon die op het moment waarop een aanvang wordt gemaakt met de inzet van een maatregel ten diens behoeven jonger is dan de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, en die op grond van een arbeidsovereenkomst, dan wel een aanstelling in openbare dienst, arbeid verricht als werknemer, uitzendkracht of die arbeid verricht als zelfstandige zonder personeel;
-
–
werkgeversorganisatie: een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid van werkgevers die partij is bij een op het moment van aanvraag geldende collectieve arbeidsovereenkomst, of een collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor personen werkzaam in openbare dienst, dan wel een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid van werkgevers die is aangesloten bij een centrale werkgeversorganisatie;
-
–
werknemersorganisatie: vereniging met volledige rechtsbevoegdheid van werknemers, niet zijnde zelfstandigen zonder personeel, die partij is bij een op het moment van aanvraag geldende collectieve arbeidsovereenkomst of een collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor personen werkzaam in openbare dienst.