Artikel
1
In deze wet wordt verstaan onder Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In deze wet wordt verstaan onder Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De officiële talen in de provincie Fryslân zijn het Nederlands en het Fries.
Gelet op de gezamenlijke verantwoordelijkheid en zorgplicht voor de Friese taal en cultuur maken het Rijk en de provincie Fryslân periodiek bestuursafspraken ter uitwerking van de verantwoordelijkheid inzake de Friese taal en cultuur. Vanwege de internationale verdragsafspraken op dit terrein kunnen de bestuursafspraken ook voor de Friese taal en cultuur relevante beleidsterreinen omvatten die liggen buiten het gebruik van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer.
In de provincie Fryslân gevestigde bestuursorganen die niet tot de centrale overheid behoren, stellen regels op over het gebruik van de Friese taal in schriftelijke stukken en in het mondeling verkeer. De regels bevatten in ieder geval bepalingen gericht op het versterken van de positie van de Friese taal binnen het werkgebied van het betreffende bestuursorgaan.
In aanvulling op de in het eerste lid bedoelde regels, stellen deze bestuursorganen tevens een beleidsplan inzake het gebruik van de Friese taal op.
Een schriftelijk stuk in de Friese taal wordt tevens in de Nederlandse taal opgesteld, indien het:
bestemd of mede bestemd is voor buiten de provincie Fryslân gevestigde bestuursorganen of bestuursorganen van de centrale overheid; of
algemeen verbindende voorschriften of beleidsregels inhoudt.
Indien een schriftelijk stuk in de Friese taal is opgesteld, verstrekt het bestuursorgaan daarvan op verzoek een vertaling in de Nederlandse taal.
Voor het vertalen kan geen vergoeding worden verlangd, indien het schriftelijk stuk:
de notulen van de vergadering van een vertegenwoordigend orgaan inhoudt en:
het belang van de verzoeker rechtstreeks bij het genotuleerde is betrokken, of
de vaststelling van algemeen verbindende voorschriften of beleidsregels betreft; of
een besluit of andere handeling inhoudt waarbij de verzoeker belanghebbende is.
Hij die ter uitvoering van een wettelijk voorschrift mondeling een eed, belofte of bevestiging moet afleggen, is bevoegd in plaats van de wettelijk voorgeschreven woorden de daarmede in de Friese taal overeenkomende woorden uit te spreken.
In het geval, bedoeld in het eerste lid, treden:
indien een eed wordt afgelegd, voor de woorden: «Zo waarlijk helpe mij God Almachtig» in de plaats de woorden: «Sa wier helpe my God Almachtich»;
indien een belofte wordt afgelegd, voor de woorden: «Dat beloof ik» in de plaats de woorden: «Dat ûnthjit ik»;
indien een bevestiging wordt afgelegd, voor de woorden: «Dat verklaar ik» in de plaats de woorden: «Dat ferklearje ik».
Een persoon die in de provincie Fryslân woont, feitelijk verblijf houdt of zetel heeft en die ter terechtzitting bij de rechtbank Noord-Nederland of het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van ambtswege het woord voert dan wel verplicht is zich aan een verhoor te onderwerpen of bevoegd is het woord te voeren, is bevoegd zich te bedienen van de Friese taal.
Indien een verdachte, partij, getuige of belanghebbende zich ter terechtzitting op de voet van artikel 11 wil bedienen van de Friese taal, bepaalt de rechter die de leiding van de zitting heeft ambtshalve of op verzoek zonodig dat bijstand wordt verleend door een tolk. Artikel 276 van het Wetboek van Strafvordering is van toepassing indien het onderzoek ter terechtzitting plaatsvindt in het kader van een strafzaak.
Indien een verdachte of getuige zich ter terechtzitting in een strafzaak buiten de gevallen bedoeld in artikel 11 wil bedienen van de Friese taal en aannemelijk maakt dat hij zich in het Nederlands onvoldoende kan uitdrukken, bepaalt de rechter die de leiding van de zitting heeft, indien hij zulks wenselijk acht, dat bijstand wordt verleend door een tolk. Artikel 276 van het Wetboek van Strafvordering is van toepassing.
In strafzaken, civiele zaken en bestuursrechtelijke zaken die aanhangig zijn bij de rechtbank Noord-Nederland of het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mogen processtukken, met uitzondering van dagvaardingen in strafzaken, in de Friese taal worden gesteld.
In dagvaardingen in strafzaken als bedoeld in het eerste lid alsmede in oproepingen of uitnodigingen voor een zitting in andere zaken, wordt vermeld dat de verdachte, partij, getuige of belanghebbende het recht heeft om op de zitting Fries te spreken indien de betrokkene in de provincie Fryslân woont, feitelijk verblijf houdt of zetel heeft. Indien een dergelijke vermelding ontbreekt wordt de behandeling van de zaak slechts voortgezet indien aannemelijk is dat de verdachte, partij, getuige of belanghebbende daardoor niet in zijn belangen is geschaad ofwel alsnog voldoende gelegenheid heeft gehad om zich op het gebruik van de Friese taal op de zitting voor te bereiden.
Indien dat voor een goede beoordeling van in de Friese taal gestelde processtukken als bedoeld in het eerste lid wenselijk is, kan de rechter ambtshalve of op verzoek van een van de andere bij de zaak betrokkenen bepalen dat een vertaling in het Nederlands wordt opgesteld, die aan de stukken wordt toegevoegd.
Indien stukken of opgaven, welke ingevolge wettelijk voorschrift in openbare registers moeten worden ingeschreven, in de Friese taal zijn gesteld, wordt tevens de overlegging gevorderd van getrouwe vertalingen in het Nederlands, vervaardigd en voor overeenstemmend verklaard door een voor de Friese taal als bevoegd toegelaten beëdigde vertaler of, indien de inschrijving betrekking heeft op een notariële akte, door de notaris, die de akte heeft verleden.
De in de Friese taal gestelde stukken of opgaven worden samen met de vertalingen ingeschreven in het register. Tenzij in de stukken of opgaven anders is bepaald, geldt de tekst van de Nederlandse vertaling.
Indien het een notariële akte in de Friese taal betreft van oprichting van een vereniging of stichting, dan wel houdende de statuten van een dergelijk rechtspersoon, kan in afwijking van het eerste en tweede lid worden afgezien van een vertaling in het Nederlands indien de vereniging of stichting haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk in de provincie Fryslân verricht.
In alle gevallen, waarin een ontwerp van een akte de goedkeuring behoeft van een rechter, kan de definitieve akte in de Friese taal worden opgemaakt, mits daaronder wordt gesteld een verklaring van een voor de Friese taal als bevoegd toegelaten beëdigde vertaler waaruit blijkt, dat de akte een getrouwe vertaling is van het door de rechter goedgekeurde ontwerp. Wordt de akte notarieel verleden, dan kan de verklaring van de beëdigde vertaler worden vervangen door een verklaring van de notaris, die de akte verlijdt.
Het Orgaan heeft tot taak de gelijke positie van de Friese taal en de Nederlandse taal in de provincie Fryslân te bevorderen.
Het Orgaan doet dit in elk geval door:
te rapporteren over de behoeften en de wensen ten aanzien van de Friese taal en cultuur in relatie tot deze wet alsmede tot het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden en het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden aan:
Onze Minister;
andere ministers, voor zover die verantwoordelijk zijn voor onderdelen van de centrale overheid die in de provincie Fryslân gevestigd zijn dan wel de provincie Fryslân als werkgebied hebben;
andere bestuursorganen, voor zover die in de provincie Fryslân gevestigd zijn dan wel de provincie Fryslân als werkgebied hebben; en
rechterlijke instanties voor zover die in de provincie Fryslân gevestigd zijn dan wel de provincie Fryslân als rechtsgebied hebben;
te adviseren over de totstandkoming en de uitvoering van de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur en de uitvoeringsconvenanten, aan:
Onze Minister; en
gedeputeerde staten van de provincie Fryslân;
ondersteuning te bieden bij het opstellen van regels en beleidsplannen als bedoeld in de artikelen 5 en 6.
De voorzitter, vicevoorzitter en overige leden van het Orgaan worden, op voordracht van gedeputeerde staten van de provincie Fryslân door Onze Minister benoemd, geschorst en ontslagen. De benoeming geldt voor een periode van ten hoogste vier jaar. Herbenoeming is mogelijk voor een periode van ten hoogste vier jaar.
Het Orgaan voert de in artikel 19 genoemde taken uit op basis van een tweejaarlijks werkprogramma, dat na overleg met Onze Minister wordt opgesteld.
Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van het Orgaan geschiedt met inachtneming van de beheersregels en het bepaalde bij en krachtens de Archiefwet 1995 . De bescheiden worden na het beëindigen van de werkzaamheden overgedragen aan het archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Wijzigt de Advocatenwet.
Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 1.
Wijzigt de Gerechtsdeurwaarderswet.
Wijzigt de Wet beëdigde tolken en vertalers.
Wijzigt de Wet op de rechterlijke organisatie.
Wijzigt de Wet op het notarisambt.
Wijzigt de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.
Onze Minister draagt zorg voor een vertaling in de Friese taal van deze wet en van de krachtens deze wet vastgestelde regelingen en doet daarvan mededeling door plaatsing in de Staatscourant.
De artikelen 2:7 tot en met 2:12 van de Algemene wet bestuursrecht vervallen.
De Wet gebruik Friese taal in het rechtsverkeer wordt ingetrokken.
Wijzigt deze wet.
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet gebruik Friese taal.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.