Verordening gedrags- en beroepsregels accountants

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants;
Overwegende dat het onderscheidend kenmerk van het accountantsberoep is de verantwoordelijkheid te handelen in het algemeen belang;
Overwegende dat het algemeen belang is gediend met gedrags- en beroepsregels ten behoeve van een goede uitoefening van het accountantsberoep;

Stelt de volgende verordening vast:

Hoofdstuk

1

– Definities

Artikel

1

In deze verordening en daarop berustende bepalingen wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:

  • accountant: accountant als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het accountantsberoep;

  • bedreiging: onaanvaardbaar risico dat de accountant zich niet houdt aan de fundamentele beginselen als gevolg van eigenbelang, zelftoetsing, belangenbehartiging, vertrouwdheid of intimidatie;

  • professionele dienst: werkzaamheden waarvoor vakbekwaamheid als accountant wordt of kan worden aangewend;

  • vakbekwaamheid: beschikken over en kunnen toepassen van de noodzakelijke theoretische kennis van de vakgebieden, genoemd in artikel 2 van het Besluit accountantsopleiding 2013.

Hoofdstuk

2

– Fundamentele beginselen

Paragraaf

2.1

– Fundamentele beginselen voor de accountant

Artikel

2

Teneinde invulling te geven aan zijn verantwoordelijkheid als accountant om te handelen in het algemeen belang, houdt de accountant zich aan de volgende fundamentele beginselen:

  • a.

    professionaliteit;

  • b.

    integriteit;

  • c.

    objectiviteit;

  • d.

    vakbekwaamheid en zorgvuldigheid; en

  • e.

    vertrouwelijkheid.

Artikel

3

Paragraaf

2.2

– Professionaliteit

Artikel

4

De accountant onthoudt zich van elk handelen of nalaten waarvan hij weet of behoort te weten dat dit het accountantsberoep in diskrediet brengt of kan brengen.

Artikel

5

De accountant die vermoedt dat de organisatie waarbij hij werkzaam is dan wel waaraan hij is verbonden wet- en regelgeving niet naleeft, treft een redelijkerwijs te nemen maatregel.

Paragraaf

2.3

– Integriteit

Artikel

6

De accountant treedt eerlijk en oprecht op.

Artikel

7

Artikel

8

De accountant die vermoedt dat de organisatie waarbij hij werkzaam is dan wel waaraan hij is verbonden niet integer handelt, treft een redelijkerwijs te nemen maatregel.

Artikel

9

Artikel

10

Indien de betrokkenheid van de accountant bij bepaalde informatie door een ander onjuist wordt voorgesteld, treft de accountant een redelijkerwijs te nemen maatregel om zijn werkelijke betrokkenheid aan de beoogde gebruikers van de informatie kenbaar te maken.

Paragraaf

2.4

– Objectiviteit

Artikel

11

De accountant laat zich bij zijn afwegingen niet ongepast beïnvloeden.

Paragraaf

2.5

– Vakbekwaamheid en zorgvuldigheid

Artikel

12

De accountant houdt zijn vakbekwaamheid op het niveau dat is vereist om een professionele dienst op een adequate wijze te kunnen verlenen.

Artikel

13

Artikel

14

De accountant zorgt ervoor dat degene die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaamheden uitvoert ten behoeve van een professionele dienst, hiervoor adequaat is toegerust en dat er toereikende begeleiding van, toezicht op en beoordeling van deze werkzaamheden plaatsvindt.

Artikel

15

De accountant maakt, indien daartoe aanleiding bestaat, de gebruikers van zijn professionele diensten attent op de beperkingen die inherent aan zijn diensten zijn.

Paragraaf

2.6

– Vertrouwelijkheid

Artikel

16

De accountant die de beschikking krijgt over gegevens of inlichtingen waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens of inlichtingen, behoudens voor zover hij:

  • a.

    bij of krachtens een wettelijk voorschrift tot het verstrekken van de gegevens of inlichtingen verplicht is;

  • b.

    bij of krachtens een wettelijk voorschrift tot het verstrekken van de gegevens of inlichtingen bevoegd is;

  • c.

    betrokken is in een gerechtelijke procedure of klachtprocedure die jegens hem is aangespannen dan wel jegens de organisatie waarbij hij werkzaam of waaraan hij verbonden is of is geweest, en de gegevens of inlichtingen in die procedure van belang zijn;

  • d.

    van de organisatie waarvoor hij een professionele dienst uitvoert of heeft uitgevoerd, in het kader van een specifiek doel schriftelijke toestemming tot het verstrekken van de gegevens of inlichtingen heeft verkregen en dit doel wordt vastgelegd; of

  • e.

    het noodzakelijk acht om desgevraagd bij dezelfde organisatie waarvoor hij een professionele dienst uitvoert of heeft uitgevoerd een andere accountant in staat te stellen een professionele dienst op verantwoorde wijze te aanvaarden en uit te voeren.

Artikel

17

Artikel

18

De accountant gebruikt vertrouwelijke gegevens of inlichtingen niet voor eigen gewin of het gewin van een derde.

Artikel

19

De accountant treft een redelijkerwijs te nemen maatregel om ervoor te zorgen dat degene die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaamheden uitvoert ten behoeve van een professionele dienst of aan wie hij advies of ondersteuning vraagt, de vertrouwelijkheidsverplichtingen naleeft zoals deze op grond van de artikelen 16 tot en met 18 voor accountants gelden.

Hoofdstuk

3

– Zich houden aan de fundamentele beginselen

Artikel

20

Bij het naleven van deze verordening past een accountant professionele oordeelsvorming toe waarbij hij zich baseert op:

  • a.

    hetgeen een objectieve, redelijke en geïnformeerde derde aanvaardbaar en toereikend acht; en

  • b.

    de omstandigheden die hij weet of behoort te weten.

Artikel

21

Artikel

22

Indien de accountant constateert dat hij in strijd handelt of heeft gehandeld met een bepaling van deze verordening, treft hij zo spoedig mogelijk een toereikende maatregel om de strijdigheid en de gevolgen daarvan weg te nemen.

Hoofdstuk

4

– Intrekking van regelingen

Artikel

23

Hoofdstuk

5

– Slotbepalingen

Artikel

24

Het bestuur van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants kan, gehoord de leden, met betrekking tot de artikelen 2 tot en met 22 nadere voorschriften vaststellen.

Artikel

25

Na de inwerkingtreding van deze verordening berusten op artikel 24 van deze verordening:

Artikel

26

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening gedrags- en beroepsregels accountants, bij afkorting VGBA.

Artikel

27

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na publicatie in de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 januari 2014.

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants;