Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 3 februari 2014, nr. IENM/BSK-2014/14758, houdende vaststelling regels met betrekking tot afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur)

Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op richtlijn nr. 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (PbEU 2012, L 197), de artikelen 9.2.2.1, 9.5.2, 10.29, 10.41, 10.43 en 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer en artikel 5.8, tweede lid, van het Besluit omgevingsrecht;

BESLUIT:

Artikel

1

Definities

Artikel

2

Toepassingsgebied

Artikel

3

Gescheiden inzameling

Onverminderd artikel 1 van het Besluit gescheiden inzameling huishoudelijke afvalstoffen dragen burgemeester en wethouders er zorg voor dat op ten minste één daartoe ter beschikking gestelde plaats binnen de gemeente of binnen de gemeenten waarmee voor dit doel wordt samengewerkt, in voldoende mate gelegenheid wordt geboden voor houders en distributeurs van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens om deze ten minste om niet achter te laten.

Artikel

4

Innameplicht distributeur bij ter beschikking stellen nieuwe producten

Artikel

5

Innameplicht detailhandelszaken met grotere verkoopoppervlakken elektrische en elektronische apparatuur

Artikel

6

Mogelijkheid producenten opzetten eigen innamesysteem voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particulieren

Onverminderd de artikelen 3 tot en met 5, mogen producenten innamesystemen voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens invoeren en exploiteren mits deze systemen in overeenstemming zijn met de doelstellingen van richtlijn nr. 2012/19/EU.

Artikel

7

Weigeren inname verontreinigde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

De inzameling en het achterlaten, bedoeld in de artikelen 3 tot en met 5, kan worden geweigerd indien de afgedankte elektrische en elektronische apparatuur bij gebruik is verontreinigd en daardoor een risico voor de gezondheid of veiligheid oplevert voor medewerkers van degene die inneemt.

Artikel

8

Gescheiden inzameling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van andere dan particuliere huishoudens

Onverminderd artikel 14 draagt een producent zorg voor de gescheiden inzameling van afgedankte door hem in de handel gebrachte elektrische en elektronische apparatuur, niet zijnde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens.

Artikel

9

Vervoer en voorbereiding voor hergebruik van ingezamelde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

Artikel

10

Inzamelingspercentage

Een producent draagt er zorg voor dat:

  • a.

    in 2014 en 2015, minimaal naar rato van de gemiddelde gewichtshoeveelheid elektrische en elektronische apparatuur die door hem in het betreffende jaar in Nederland in de handel is gebracht, zijn aandeel in het inzamelingsniveau van ten minste 4 kilogram afgewerkte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens per inwoner per jaar, namens hem wordt ingezameld en verwerkt;

  • b.

    vanaf 2016 jaarlijks minimaal 45% van de gemiddelde gewichtshoeveelheid elektrische en elektronische apparatuur die door hem in de voorgaande drie jaren in Nederland in de handel is gebracht, aan afgedankte elektrische en elektronische apparatuur namens hem wordt ingezameld en verwerkt;

  • c.

    vanaf 2019 jaarlijks:

    • 1°.

      minimaal 65% van de gemiddelde gewichtshoeveelheid elektrische en elektronische apparatuur die door hem in de voorgaande drie jaren in Nederland in de handel is gebracht, aan afgedankte elektrische en elektronische apparatuur namens hem wordt ingezameld en verwerkt, of

    • 2°.

      minimaal 85% van de door hem in het betreffende jaar in Nederland geproduceerde gewichtshoeveelheid elektrische en elektronische apparatuur aan afgedankte elektrische en elektronische apparatuur namens hem wordt ingezameld en verwerkt.

Artikel

11

Passende verwerking

Artikel

12

Vergunningen

Het bevoegd gezag verbindt zodanige voorschriften aan een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit die betrekking heeft op het verwerken van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, dat ten minste voldaan wordt aan de artikelen 8, tweede, derde en vijfde lid, en 11 van richtlijn nr. 2012/19/EU.

Artikel

13

Financiering met betrekking tot afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens

Artikel

14

Financiering met betrekking tot afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van andere gebruikers dan particuliere huishoudens

Artikel

15

Informatie voor gebruikers

Artikel

16

Informatie voor de verwerkingsinstallaties

Artikel

17

Ingebouwde batterijen en accu’s

Artikel

18

Register

Artikel

19

Registratie, informatie en rapportage

Artikel

19a

Artikel

20

Rapportage verwerkers van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

Artikel

21

Gemachtigden

Artikel

22

Uitvoering EU-verordening markttoezicht

Artikel

23

Een wijziging van de bijlagen bij richtlijn nr. 2012/19/EU gaat voor de toepassing van deze regeling gelden met ingang van de dag waarop aan die wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel

25

Deze regeling treedt in werking met ingang van 14 februari 2014. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 13 februari 2014, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

26

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,W.J.Mansveld