Artikel
I
Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 7.
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 7.
Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 2.
Het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 wordt ingetrokken, met dien verstande dat voor de verschillende artikelen of onderdelen van de artikelen van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 bij koninklijk besluit het tijdstip waarop deze vervallen verschillend kan worden gesteld.
Wijzigt de Wet melding collectief ontslag.
Wijzigt de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Wijzigt de Faillissementswet.
Wijzigt de Wet op de rechtsbijstand.
Wijzigt de Wet personenvervoer 2000.
Wijzigt de Wet sociale werkvoorziening.
Wijzigt de Noodwet arbeidsvoorziening.
Wijzigt de Algemene wet gelijke behandeling.
Wijzigt de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte.
Wijzigt de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid.
Wijzigt de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen.
Wijzigt de Wet op de economische delicten.
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.
Wijzigt de Wet op de loonvorming.
Wijzigt de Wet arbeidsvoorwaarden grensoverschrijdende arbeid.
Wijzigt de Pensioenwet.
Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.
Wijzigt de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten.
Wijzigt de Wet educatie en beroepsonderwijs.
Wijzigt de Wet op de expertisecentra.
Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
Wijzigt de Wet op het primair onderwijs.
Wijzigt de Wet op het voortgezet onderwijs.
Artikel 1.1.1, onderdeel z, onder 2, artikel 1.1.3, tweede lid, hoofdstuk 4, titel 1, paragraaf 2, en artikel 4.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, zoals deze luidden de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel XXIa blijven van toepassing op een beslissing die voor dat tijdstip is genomen op grond van artikel 4.1.5, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs.
De artikelen 63 tot en met 65 en 69, derde en zesde lid, van de Wet op de expertisecentra, zoals deze luidden de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel XXIb blijven van toepassing op een beslissing die voor dat tijdstip is genomen op grond van artikel 63, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra.
De artikelen 1.15, eerste lid, onderdeel b, en 4.7 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, zoals deze luidden de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel XXIc blijven van toepassing op een beslissing die voor dat tijdstip is genomen op grond van artikel 4.7, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
De artikelen 60 tot en met 62 en 68, derde en zesde lid, van de Wet op het primair onderwijs, zoals deze luidden de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel XXId blijven van toepassing op een beslissing die voor dat tijdstip is genomen op grond van artikel 60, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs.
De artikelen 1, 24e1, derde lid, 52 tot en met 53 en 53b, derde en zesde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, zoals deze luidden de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel XXIe blijven van toepassing op een beslissing die voor dat tijdstip is genomen op grond van artikel 52, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs.
Het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 alsmede artikel 665 en afdeling 9 van Boek 7, titel 10 van het Burgerlijk Wetboek, zoals deze luidden de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel O, van deze wet, blijven van toepassing:
op een verzoek om toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst gedaan voor dat tijdstip en een opzegging gedaan na dat tijdstip op grond van een verzoek om toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst gedaan voor dat tijdstip en op de gedingen die daarop betrekking hebben;
op een opzegging van de arbeidsovereenkomst gedaan voor dat tijdstip en op de gedingen die daarop betrekking hebben; en
op een geding dat is aangevangen voor dat tijdstip.
Artikel 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, alsmede artikel 30, zesde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, zoals deze luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel Ca, van deze wet, blijven van toepassing op het verzoek van een werkgever om ontheffing op grond van artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 dat door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is ontvangen voor genoemd tijdstip, de daarop te verlenen ontheffing en maximaal drie verzoeken om aansluitende verlenging en de daarop te verlenen ontheffingen alsmede op de voor genoemd tijdstip verleende ontheffing en de daarop gedane verzoeken om aansluitende verlenging en de daarop te verlenen ontheffingen tot een maximum van drie ontheffingen.
De Wet melding collectief ontslag, zoals deze luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel IV van deze wet, blijft van toepassing op verzoeken om toestemming voor opzegging van een arbeidsovereenkomst alsmede op opzeggingen die hebben plaatsgevonden voor dat tijdstip.
De artikelen 8 van de Algemene wet gelijke behandeling, 9 van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte, 11 van de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid en 1b, vijfde lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen, zoals die luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen XI, XII, XIII en XIV van deze wet, blijven van toepassing op een beëindiging van een arbeidsverhouding voor dat tijdstip.
Artikel 104 van de Pensioenwet en, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen, artikel 108 van de Pensioenwet, zoals deze luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel XIX van deze wet, blijven van toepassing indien de toestemming van de kantonrechter is gevraagd voor dat tijdstip.
Indien op grond van artikel 6, derde lid, van de Wet sociale werkvoorziening zoals dit luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel IX van deze wet, voor dat tijdstip advies aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen is gevraagd, blijven het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 alsmede afdeling 9 van Boek 7, titel 10 van het Burgerlijk Wetboek, zoals deze luidden voor dat tijdstip van inwerkingtreding, van toepassing op het advies en de opzegging en de daarop betrekking hebbende gedingen.
In afwijking van de artikelen 673 en 673a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek kan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden bepaald dat de transitievergoeding geheel of gedeeltelijk niet verschuldigd is gedurende een bepaalde periode en onder bepaalde voorwaarden, indien de werknemer wegens de beëindiging van de arbeidsovereenkomst recht heeft op een vergoeding of voorziening, op grond van tussen de werkgever of verenigingen van werkgevers en de werknemer of verenigingen van werknemers voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen V en W, van deze wet gemaakte afspraken.
In afwijking van artikel 673, vierde lid, onderdeel b, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek worden voorafgaande arbeidsovereenkomsten niet samengeteld als zij elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van meer dan drie maanden, of een langere tussenpoos dan de tussenpoos die gold op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin toepassing is gegeven aan artikel 668a, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel N, van de Wet werk en zekerheid indien:
deze zijn geëindigd voor 1 juli 2012; of
deze zijn geëindigd voor 1 juli 2015 en ten hoogste zes maanden na het einde van een voorafgaande arbeidsovereenkomst een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ingegaan.
Artikel 628, leden 5 tot en met 7, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, van deze wet, blijft van toepassing op een op die dag geldende collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin toepassing is gegeven aan artikel 628, lid 7, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor dat tijdstip, en de arbeidsovereenkomsten waarop deze van toepassing zijn of worden, voor de duur van de looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst of regeling, maar ten hoogste gedurende achttien maanden na die inwerkingtreding.
Artikel 628, leden 5 tot en met 7, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, van deze wet, blijft van toepassing op collectieve arbeidsovereenkomsten of regelingen door of namens daartoe bevoegde bestuursorganen tot en met de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel Ca, van deze wet, uitsluitend voor zover daarin vanwege buitengewone natuurlijke omstandigheden als bedoeld in artikel 18 van de Werkloosheidswet toepassing is gegeven aan de in artikel 628, lid 7, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, van deze wet opgenomen afwijkingsmogelijkheid.
Artikel 652 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel H, van deze wet blijft van toepassing op arbeidsovereenkomsten die tot stand zijn gekomen voor dat tijdstip.
Artikel 652 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel H, van deze wet blijft van toepassing op een op die dag geldende collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin toepassing is gegeven aan artikel 652, lid 6, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor dat tijdstip, en de arbeidsovereenkomsten waarop deze van toepassing zijn of worden, voor de duur van de looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst of regeling, maar ten hoogste gedurende achttien maanden na die inwerkingtreding.
Op arbeidsovereenkomsten die tot stand zijn gekomen voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel I, onder 1 en 2, blijft artikel 653, leden 1 en 2, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat luidde op de dag voor dat tijdstip van toepassing en is artikel 653, lid 3, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat komt te luiden na dat tijdstip niet van toepassing.
Artikel 668, leden 1, 2, 3 en 4, onderdeel a, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel komt te luiden na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel M, van deze wet, is niet van toepassing op arbeidsovereenkomsten die eindigen binnen een maand na het tijdstip van inwerkingtreding van dat onderdeel.
Artikel 668a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel N, van deze wet, blijft van toepassing op een op die dag geldende collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin hetgeen in artikel 668a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op die dag, van toepassing is verklaard of waarin toepassing is gegeven aan artikel 668a, lid 5, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor dat tijdstip, en de arbeidsovereenkomsten waarop deze van toepassing zijn of worden, voor de duur van de looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst of regeling, maar ten hoogste gedurende twaalf maanden na die inwerkingtreding.
Op arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd die worden voortgezet op of na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel N, van deze wet, is artikel 668a, lid 1, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel komt te luiden na dat tijdstip, eerst van toepassing, indien op of na dat tijdstip een volgende arbeidsovereenkomst wordt aangegaan ten hoogste zes maanden na de dag waarop de daaraan voorafgaande arbeidsovereenkomst eindigde, met dien verstande dat in afwijking van artikel 668a, lid 1, een arbeidsovereenkomst die is aangegaan voor dat tijdstip en de daaraan voorafgaande arbeidsovereenkomsten geacht worden elkaar niet te hebben opgevolgd, indien zij elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van meer dan drie maanden, of met tussenpozen langer dan de tussenpoos die gold op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin toepassing is gegeven aan artikel 668a, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel N, van de Wet werk en zekerheid.
In afwijking van artikel 668a, lid 1, zoals dat artikel komt te luiden na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel N, van deze wet worden de arbeidsovereenkomst, bedoeld in het eerste lid, en de daaraan voorafgaande arbeidsovereenkomsten geacht elkaar niet te hebben opgevolgd, indien zij elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van meer dan drie maanden, of met tussenpozen langer dan de tussenpoos die gold op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin toepassing is gegeven aan artikel 668a, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel N, van de Wet werk en zekerheid.
Artikel 691 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel II, van deze wet blijft van toepassing op arbeidsovereenkomsten die tot stand zijn gekomen voor dat tijdstip.
Artikel 691 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel II, van deze wet, blijft van toepassing op een op die dag geldende collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin toepassing is gegeven aan artikel 691, lid 7, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor dat tijdstip, en de arbeidsovereenkomsten waarop deze van toepassing zijn of worden, voor de duur van de looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst of regeling, maar ten hoogste gedurende achttien maanden na die inwerkingtreding.
Wijzigt deze wet.
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Wijzigt deze wet.
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Wijzigt de Wet Huis voor klokkenluiders(kamerstuk 33258).
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Wijzigt de Wet Huis voor klokkenluiders(kamerstuk 33258).
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Wijzigt deze wet.
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Wijzigt de Wet Huis voor klokkenluiders(kamerstuk 33258).
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 7.
Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.
Vervallen
Wijzigt de Werkloosheidswet.
Wijzigt de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Wijzigt de Ziektewet.
Wijzigt de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters.
Wijzigt de Wet financiering sociale verzekeringen.
Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers.
Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen.
Wijzigt de Toeslagenwet.
Wijzigt de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
Wijzigt de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen.
Wijzigt de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria.
Wijzigt de Wet privatisering spoorwegpensioenfonds.
Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen.
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Artikel XXXII, onderdelen A en B, kan terugwerken tot een bij dat besluit te bepalen tijdstip.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet werk en zekerheid.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.