De subsidieregeling regionale transfercentra PO

Het bestuur van de Stichting Participatiefonds,

Overwegende dat het beperken van de instroom in een werkloosheidsuitkering dienstig is aan dat doel van de stichting, dat ziet op het bieden van waarborgen voor de kosten van werkloosheidsuitkeringen,

Gelet op maatregel 1 van het Sectorplan PO “1500 banen voor leerkrachten primair onderwijs”, inhoudende de totstandkoming van regionale transfercentra primair onderwijs in krimpgebieden/krimpregio’s in Nederland, welke transfercentra tot doel hebben minimaal 600 fte boventalligen in het primair onderwijs te behouden en instroom in de WW te voorkomen door middel van begeleiding van werk naar werk,

Gelet op de beschikking van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 april 2014 met kenmerk AGSZW/DH/RCSP/2014/502298, op grond waarvan de Minister aan de Stichting Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs als hoofdaanvrager subsidie heeft verleend ten behoeve van het uitvoeren van het sectorplan PO,

Gelet op de tussen Stichting Arbeidsmarktplatform PO, Stichting Participatiefonds en Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Onderwijs gesloten samenwerkingsovereenkomst betreffende de uitvoering van het sectorplan PO,

Gelet op artikel 184, vierde lid jo. artikel 188, eerste lid jo. artikel 187, zesde lid van de Wet op het primair onderwijs alsmede op de artikelen 170, vierde lid jo. artikel 173, eerste lid jo. artikel 172, zesde lid van de Wet op de expertisecentra,

Gelet op het mandaatbesluit van het bestuur van Stichting Participatiefonds van 5 juni 2014, waarbij aan de leden van de in het sectorplan PO genoemde Stuurgroep (bestaande uit vertegenwoordigers van zowel Stichting Arbeidsmarktplatform als Stichting Participatiefonds en Stichting Vervangingsfonds) mandaat is gegeven om gezamenlijk (als Stuurgroep) aanvragen in het kader van deze subsidieregeling te behandelen, alsmede om gezamenlijk, bij meerderheidsbesluit, subsidie te verlenen en vast te stellen en om subsidie uit te betalen,

Besluit vast te stellen de volgende regeling: Subsidieregeling Regionale Transfercentra PO.

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    de subsidieregeling: de subsidieregeling Regionale Transfercentra PO.

  • 2.

    het bestuur: het bestuur van de Stichting Participatiefonds alsmede, in geval van uitoefening van de bevoegdheid krachtens het voornoemde mandaatbesluit, de stuurgroep.

  • 3.

    de beschikking: de voornoemde beschikking van de Minister van 4 april 2014 tot subsidieverlening.

  • 4.

    het bevoegd gezag: een bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs dan wel als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra met een school of scholen in krimpgebieden/krimpregio’s in Nederland.

  • 5.

    de samenwerkingspartners: de samenwerking overwegende bevoegde gezagen (voor en tijdens de planfase) respectievelijk de samenwerkende bevoegde gezagen (tijdens de startfase, de aanjaagfase en de consolidatiefase).

  • 6.

    het centrum: een regionaal transfercentrum als bedoeld in het sectorplan PO.

  • 7.

    de projectgroep: de in het sectorplan PO beschreven projectgroep.

  • 8.

    de stuurgroep: de in het sectorplan PO beschreven stuurgroep, aan de leden waarvan door het bestuur schriftelijk mandaat is verleend tot het op aanvraag verlenen, vaststellen en betalen van subsidie op basis van de subsidieregeling.

  • 9.

    het serviceteam: door de projectgroep aan te wijzen groep personen waarop de samenwerkingspartners dan wel het centrum een beroep kunnen dan wel kan doen voor advies, begeleiding en ondersteuning gedurende één of meer van de fases als hieronder sub 12 tot en met 16 bedoeld en uitsluitend gericht op de totstandkoming van een centrum dan wel op de activiteiten dan wel consolidatie van het centrum.

  • 10.

    de contactpersoon: de persoon die door de samenwerkingspartners als contactpersoon wordt aangewezen tegenover het bestuur, de stuurgroep en de projectgroep. De samenwerkingspartners kunnen slechts één contactpersoon aanwijzen.

  • 11.

    fte: fulltime-equivalenten, waarbij 1 fte overeenkomt met 1 fulltime dienstbetrekking.

  • 12.

    het projectplan: plan dat vier jaren bestrijkt gerekend vanaf de aanvang van de startfase (zie hieronder sub 13).Hierin verklaren de samenwerkingspartners een regionaal transfercentrum te willen oprichten en verbinden zij zich aan een aantal in het projectplan opgenomen doelstellingen rond beperking van instroom van mensen in WW, aan de wijze waarop zij die doelstellingen willen bereiken en aan de middelen die zij daarvoor willen inzetten, één en ander volgens een aan deze regeling gehecht format.

  • 13.

    de planfase: de periode waarin het projectplan wordt opgesteld, dit plan vervolgens door de samenwerkingspartners wordt vastgesteld en aan de stuurgroep ter goedkeuring wordt voorgelegd. De planfase start met de voorlopige toekenning door het bestuur van subsidie, beschikbaar voor deze fase op basis van een startverklaring, ondertekend en bij de stuurgroep ingediend namens de samenwerkingspartners, waarin deze verklaren zich te willen inspannen om te komen tot een projectplan dat is goedgekeurd door de stuurgroep. De planfase eindigt met het besluit van de stuurgroep op het projectplan.

  • 14.

    de startfase: de periode waarin de samenwerkingspartners het centrum inrichten. De startfase eindigt op de datum van de mededeling van de contactpersoon aan de stuurgroep dat het centrum gereed is om het door de stuurgroep goedgekeurde projectplan uit te voeren, doch uiterlijk drie maanden na de start van de startfase.

  • 15.

    de aanjaagfase: de periode waarin het centrum het goedgekeurde projectplan uitvoert. De periode start na de ontvangst bij de stuurgroep van de mededeling van de contactpersoon dat het centrum gereed is om het door de stuurgroep goedgekeurde projectplan uit te voeren. De datum van de ontvangstbevestiging van de stuurgroep is daartoe bepalend. De periode eindigt op 1 maart 2016.

  • 16.

    de consolidatiefase: de periode waarin de samenwerkingspartners het centrum evalueren en deze evaluatie in de vorm van een evaluatierapport aanbieden aan de stuurgroep. De consolidatiefase start op 1 maart 2016 en eindigt met de goedkeuring van het evaluatierapport door de stuurgroep. De datum van de schriftelijke bevestiging van de goedkeuring door de stuurgroep is daartoe bepalend.

  • 17.

    Subsidie in natura: uren die leden van het serviceteam inzetten bij de samenwerkingspartners dan wel bij het centrum ter ondersteuning van de samenwerkingspartners dan wel van het centrum in het kader van één of meer van de fases onder artikel 1 lid 13, lid 14, lid 15 en/of lid 16 bedoeld.

Artikel

2

Beschikbare subsidie

Artikel

3

Activiteiten die voor subsidie in natura in aanmerking komen

Artikel

4

Kosten die voor subsidie in euro’s in aanmerking komen

Artikel

5

Wijze van aanvraag van subsidieverlening

Artikel

6

Subsidieverlening

Artikel

7

Administratie

Artikel

8

Controle

Artikel

9

Subsidievaststelling

Artikel

10

Slotbepalingen

Deze regeling is in de Staatscourant gepubliceerd.

Format projectplan

Als bedoeld in de Subsidieregeling Regionale Transfercentra PO, artikel 1.12.

PROJECTPLAN

VOORBLAD

  • 1.

    Statutaire namen en bestuursnummers van de participerende schoolbesturen.

  • 2.

    Per schoolbestuur lijst van de daaronder vallende brinnummers.

  • 3.

    Totaal FTE op datum ondertekening projectplan, in dienst van de schoolbesturen onder 1. genoemd. Dit betreft zowel onderwijzend personeel (OP) als onderwijsondersteunend personeel (OOP) als directie. Ook tijdelijke dienstverbanden moeten worden meegenomen. Vervangingsbetrekkingen blijven buiten de berekening tenzij het personen, in dienst van een (al dan niet door het Vervangingsfonds bekostigde) vervangingspool betreft.

  • 4.

    Naam, functie, adres, emailadres, vast telefoonnummer en mobiel nummer van de contactpersoon als bedoeld in artikel 1.12 van de Regeling. De correspondentie inzake de subsidieregeling verloopt uitsluitend via de contactpersoon.

  • 5.

    IBAN-nummer waarop de subsidiegelden ten behoeve van de samenwerkingspartners regionaal transfercentrum gestort kunnen worden onder vermelding van de rekeninghouder.

  • 6.

    Periode die het projectplan beslaat. Let op: dit dient vier jaren (4 x 12 maanden) te zijn vanaf de aanvang van de startfase (artikel 1.14 van de subsidieregeling).

  • 7.

    Ondergetekenden, die bevoegd zijn in en buiten rechte de schoolbesturen als onder 1. vermeld te vertegenwoordigen, verklaren het volgende:

    • 1.

      Zij zijn voornemens als samenwerkingspartners gezamenlijk een regionaal transfercentrum op te richten, als bedoeld in het Sectorplan PO en in de Subsidieregeling Regionale Transfercentra PO.

    • 2.

      Zij verbinden zich aan de in dit projectplan opgenomen doelstellingen rond beperking van instroom in de WW van mensen, in dienst van de schoolbesturen onder 1. genoemd.

    • 3.

      Zij zetten zich in dit te bereiken op de wijze als in dit projectplan uitgewerkt en met de daarbij vermelde middelen.

    • 4.

      Zij hebben dit plan afgestemd met de werknemersorganisaties.

    • 5.

      Zij hebben kennis genomen van de Subsidieregeling Regionale Transfercentra PO en verklaren dat indien en voor zover zij gebruik maken van subsidies ingevolge deze Regeling, zij de daaraan in de subsidieregeling verbonden voorwaarden accepteren.

Ondertekening:

VERVOLGBLAD

  • 1.

    Korte beschrijving van de regio die het samenwerkingsverband beslaat (dit kan ook door het noemen van de gemeenten in kwestie) en de geprognosticeerde autonome leerlingendaling in deze regio, of van de in het samenwerkingsverband samenwerkende schoolbesturen over de planperiode van vier jaar (langer mag ook, hoeft niet).

  • 2.

    Omschrijving van de doelstelling rond de beperking van de instroom van personen in de WW.

    Vermeld hierbij in ieder geval: aantal en soort (OP, OOP, directie) FTE, totaal over de vier jaar en per jaar. Let op: mede afhankelijk van de omvang van het samenwerkingsverband dient het aantal FTE dat door de samenwerking in het Regionaal Transfercentrum niet in de WW instroomt over de eerste twee jaar van het plan genomen minimaal 60 te zijn.

    Let op: subsidie-aanvragen die na 29 februari 2016 binnenkomen, worden niet meer in behandeling genomen!

  • 3.

    Onderbouwing waaruit blijkt op welke wijze de samenwerking in het Regionaal Transfercentrum deze beperking van instroom in de WW mogelijk maakt: welke maatregelen en middelen worden ingezet, welke acties onderneemt men, welke partijen worden daarbij betrokken, enzovoorts. Aangeven op welke wijze afstemming heeft plaatsgevonden met de werknemersorganisaties.

    Onderdeel van deze onderbouwing is de berekening welke instroom in WW als gevolg van leerlingendaling ‘onvermijdelijk’ zou zijn, als geen gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden die samenwerking in het Regionaal Transfercentrum biedt. Maak hiervoor gebruik van het scenariomodel van het Arbeidsmarktplatform PO.

    Let op: u kunt het natuurlijke verloop als gevolg van pensionering niet meetellen voor het behalen van de doelstelling beperking instroom mensen in de WW. Een uitzondering hierop is als deze pensionering leidt tot vacatureruimte die binnen het samenwerkingsverband ingezet kan worden om tot de beperking instroom mensen in de WW te komen. Voorbeeld: een schoolbestuur heeft drie fte die met pensioen gaan. Het schoolbestuur heeft te maken met leerlingendaling, waardoor na vertrek van de gepensioneerden 2 fte vacatureruimte heeft. Als het bestuur niet samenwerkt in een regionaal transfercentrum, hoeft dat bestuur ter vervulling daarvan geen personeel van andere besturen over te nemen, die door krimp personeel moeten gaan ontslaan. Als dat bestuur wel in een regionaal transfercentrum samenwerkt, neemt dat bestuur met ontslag bedreigd personeel over van andere besturen om zo de vacatureruimte van 2 fte in te vullen.

    Let op: instroom in de WW staat los van de vraag of u al dan niet door het vergoedingsverzoek aan het Participatiefonds komt!

  • 4.

    Begroting van het (beoogde) Regionaal Transfercentrum per jaar en voor vier jaar, waarin zichtbaar is gemaakt welke middelen de samenwerkende besturen zelf inzetten om de beperking instroom in de WW te bereiken en welke middelen (in geld of in natura) in het kader van de subsidieregeling worden ingezet.

    Maak voor dit laatste zichtbaar welke prestaties met de inzet van de subsidies worden geleverd.

    De begroting moet tevens aannemelijk maken dat het Regionaal Transfercentrum ook na de loopduur van het Sectorplan PO (dus na 1 april 2016) levensvatbaar is en in ieder geval de beoogde planperiode van vier jaar actief blijft om de doelstellingen rond de beperking instroom in de WW te bereiken.