Gezien de Regeling zorgvraagzwaarte cGGZ (Stcrt.2013, nr. 30961);
Overwegende dat GGZ Nederland, de Landelijke Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen en Psychotherapeuten (LVVP), de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP), het Landelijk Platform GGZ, Zorgverzekeraars Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit zijn gestart met de verkenning of een andere wijze van verwerking van het gegeven zorgvraagzwaarte mogelijk is die minder inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van de verzekerde patiënt dan het vermelden van het gegeven zorgvraagzwaarte op de declaratie;
Overwegende dat de verkenning heeft geresulteerd in een tweetal nader uit te werken alternatieven die mogelijk een concrete en werkbare verwerking van het gegeven zorgvraagzwaarte kunnen realiseren die minder inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van de verzekerde patiënt;
Overwegende dat het wenselijk is die alternatieven te laten betrekken bij de adviesaanvraag aan het College bescherming persoonsgegevens ter zake;
Overwegende dat rekening gehouden moet worden met een algemeen gangbare termijn van negen maanden voor de operationalisering van een gekozen alternatieve wijze van aanlevering van het gegeven zorgvraagzwaarte;
Overwegende dat het wenselijk is de verplichting tot levering van het gegeven zorgvraagzwaarte op de declaratie op te schorten gedurende ten minste de adviesprocedure bij het College bescherming persoonsgegevens en gedurende de verwerking van het advies dat door dat college wordt uitgebracht in een wijziging van de
Regeling zorgverzekering;
Overwegende dat het wenselijk is gelegenheid te geven aan betrokken partijen de gekozen alternatieve wijze van aanlevering van het gegeven zorgvraagzwaarte te operationaliseren;
Overwegende dat een reële termijn voor nadere uitwerking van een gekozen alternatief, voor de afwikkeling van een adviesprocedure bij het College bescherming persoonsgegevens en voor de implementatie en operationalisering van een alternatieve wijze van aanlevering van het gegeven zorgvraagzwaarte gesteld moet worden op een jaar, leidt dat ertoe dat de bedoelde verplichting moet worden opgeschort tot en met uiterlijk 31 december 2015;