Verordening op de beroepsprofielen

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants,

Stelt de volgende verordening vast:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze verordening wordt verstaan onder:

Artikel

2

De beroepsprofielen als bedoeld in artikel 19, tweede lid, onderdeel k van de wet bestaan uit de volgende onderdelen:

  • a.

    het werkterrein en de werkzaamheden van de accountant;

  • b.

    de kerncompetenties van de accountant; en

  • c.

    de opleiding tot accountant.

Hoofdstuk

2

Het werkterrein en de werkzaamheden van de accountant

Artikel

3

Hoofdstuk

3

Kerncompetenties van de accountant

Artikel

4

Een accountant kan als beginnend beroepsbeoefenaar:

  • a.

    Zelfstandig richting en uitvoering geven aan assurance-opdrachten, aan assurance verwante opdrachten en aan overige opdrachten, zoals adviesopdrachten;

  • b.

    Rekenschap geven van de maatschappelijke rol van de accountant, hiernaar in overeenstemming met de fundamentele beginselen, genoemd in de Verordening gedrags-en beroepsregels accountants, handelen en daarbij het algemeen belang voorop stellen;

  • c.

    In zijn beroepsuitoefening de vereiste professioneel-kritische instelling toepassen om tot zelfstandige en professionele oordeelsvorming te komen;

  • d.

    In zijn beroepsuitoefening de eigen grenzen en beperkingen onderkennen en waar nodig hulp van andere deskundigen of experts inschakelen;

  • e.

    Verantwoording afleggen over het eigen functioneren als accountant;

  • f.

    Veranderingen in het vakgebied en het beroep inclusief de maatschappelijke implicaties hiervan, tijdig signaleren, analyseren naar relevantie, bespreken met vakgenoten en niet-vakgenoten en zo nodig toepassen;

  • g.

    Door het toepassen van verschillende methoden en technieken, zelfstandig een methodologisch verantwoord onderzoek uitvoeren op een deelgebied van de accountancy;

  • h.

    De waarde of de bruikbaarheid en beperkingen van een onderzoek op het vakgebied taxeren;

  • i.

    De relatie met een opdrachtgever goed onderhouden en adequaat anticiperen op de behoeften en verwachtingen van interne en externe gebruikers van professionele diensten van accountants;

  • j.

    Analytisch denken, strategisch denken en logisch redeneren;

  • k.

    Helder, begrijpelijk en overtuigend communiceren in woord en geschrift;

  • l.

    In zijn beroepsuitoefening, al dan niet als projectmanager, leiding geven aan individuen en een team, waaronder ook als coach of mentor van beroepsbeoefenaren of toekomstige beroepsbeoefenaren optreden; en.

  • m.

    In verschillende rollen en omstandigheden constructief en verbindend samenwerken binnen een team of met andere professionals.

Hoofdstuk

4

De opleiding tot accountant

Artikel

5

De opleiding tot accountant leidt op tot een beroepsbeoefenaar die in staat is te voldoen aan de eisen die de maatschappij en de wet- en regelgeving voor accountants aan de uitoefening van het beroep stelt.

Artikel

6

De opleiding tot accountant onderscheidt naar accountants die in het accountantsregister worden ingeschreven met aantekening en accountants die zonder aantekening worden ingeschreven.

Artikel

7

Hoofdstuk

5

Slotbepalingen

Artikel

10

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants.