Regeling van de Minister van Financiën van 25 mei 2016, nr. 2016-50997, houdende beheersregels op het gebied van de informatiehuishouding voor het kerndepartement van Financiën (kortweg Regeling Informatiehuishouding Financiën 2016 of RINFIN2016)

Regeling Informatiehuishouding Financiën 2016 (RINFIN2016)

De Minister van Financiën,

Besluit:

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Begrippen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • 1.

    afgesloten archief: een niet meer actueel archief dat betrekking heeft op een voltooid werkproces en dat in principe onveranderlijk is.

  • 2.

    archief: geheel van archiefbescheiden, ontvangen of opgemaakt door het ministerie of een onderdeel hiervan.

  • 3.

    archiefbeheer: de feitelijke of uitvoerende werkzaamheden om archiefbescheiden (fysiek of digitaal) in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen te bewaren of over te brengen, als ook om archiefbescheiden die daarvoor in aanmerking komen te vernietigen.

  • 4.

    archiefbeheerder: degene die namens de secretaris-generaal verantwoordelijk is voor het laten uitvoeren van een effectief en efficiënt archiefbeheer voor de onder hem vallende archiefvormende onderdelen.

  • 5.

    archiefbeherend onderdeel: de organisatie die tot taak heeft de feitelijke uitvoerende werkzaamheden met betrekking tot het archiefbeheer uit voeren.

  • 6.

    archiefbescheiden [fysiek én digitaal]:

    • a.

      bescheiden, ongeacht hun vorm, door het ministerie ontvangen of opgemaakt en naar hun aard bestemd daaronder te berusten;

    • b.

      bescheiden, ongeacht hun vorm, met overeenkomstige bestemming, ontvangen of opgemaakt door instellingen of personen, wier rechten of functies op het ministerie zijn overgegaan;

    • c.

      bescheiden, ongeacht hun vorm, welke ingevolge overeenkomsten met of beschikkingen van instellingen of personen dan wel uit anderen hoofde in een archiefbewaarplaats zijn opgenomen om daar te berusten;

    • d.

      reproducties, ongeacht hun vorm, welke bij of krachtens de wet in de plaats zijn gesteld van de onder 1°., 2°. of 3°. bedoelde bescheiden of welke op grond van een machtiging tot substitutie zijn vervaardigd.

  • 7.

    archiefvormend onderdeel: een al dan niet tijdelijk onderdeel van het ministerie, dan wel van een ander overheidsorgaan, dat werkzaamheden verricht onder de verantwoordelijkheid van de minister en waarvoor afzonderlijk wordt gearchiveerd. Binnen het ministerie van Financiën vallen daaronder ook buitendiensten, raden, commissies en programma- of projectorganisaties.

  • 8.

    bestand: groep gegevens of documenten die in onderlinge samenhang is te raadplegen en met een bepaald doel bijeengebracht is.

  • 9.

    bewaartermijn: de termijn waarin archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat moeten blijven en waarna vernietiging van deze archiefbescheiden moet plaatsvinden.

  • 10.

    Chief Information Officer (CIO): de functionaris bij het kerndepartement of bij de Belastingdienst die verantwoordelijk is voor het strategische beleid voor informatievoorziening en ICT en die de toepassing van rijksbrede kaders op dit terrein bewaakt.

  • 11.

    directeur Bedrijfsvoering: de functionaris die belast is met de uitvoering van het archiefbeheer voor het kerndepartement van Financiën; niet voor de Belastingdienst.

  • 12.

    documentmanagementsysteem: een opslagplaats of ‘repository’ waarin beschrijvende metadata van documenten worden opgeslagen die makkelijk zijn terug te vinden aan de hand van de kenmerken zoals auteur, naam, omschrijving, datum, categorie en status. De documenten zelf kunnen ook in de database worden opgeslagen, of op een beveiligde (netwerk) locatie die via de database toegankelijk is.

  • 13.

    DWR: Digitale Werkomgeving Rijksdienst, de standaard digitale werkomgeving voor alle Nederlandse rijksambtenaren.

  • 14.

    DWR-archief: een stelsel van voorzieningen en diensten dat ten doel heeft de goede, geordende en toegankelijke staat van digitale archieven op lange termijn te garanderen.

  • 15.

    e-depot: het digitale archiefsysteem van het Nationaal Archief dat de duurzame toegankelijkheid en de duurzame opslag met garanties voor authenticiteit, integriteit en volledigheid van te bewaren digitale archiefbescheiden garandeert.

  • 16.

    lopend archief: actueel archief waarin een archiefvormend onderdeel nieuwe documenten en dossiers opslaat, die betrekking hebben op een nog onvoltooid werkproces.

  • 17.

    metadata: gegevens die over documenten, zaken en dossiers worden vastgelegd. Het doel van het vastleggen van metadata is om de documenten, zaken en dossiers in het documentmanagementsysteem terugvindbaar én beheerbaar te maken.

  • 18.

    minister: de minister van Financiën is de zorgdrager voor het ministerie van Financiën zoals bedoeld in artikel 1 van de Archiefwet 1995.

  • 19.

    ministerie: het ministerie van Financiën.

  • 20.

    overbrenging: het overbrengen van blijvend te bewaren archiefbescheiden naar een archiefbewaarplaats (Nationaal Archief).

  • 21.

    overdracht: het overdragen van archiefbescheiden aan een ander organisatieonderdeel van het ministerie; dus alleen intern het ministerie.

  • 22.

    RMA: een Records Management Applicatie ondersteunt alle functionaliteiten die nodig zijn om digitale archiefbescheiden gedurende hun bewaartermijn in goede, geordende en toegankelijke staat te beheren.

  • 23.

    selectielijst: het wettelijk voorgeschreven instrument voor de selectie van te bewaren en te vernietigen overheidsarchieven, inclusief de selectietermijn, bedoeld in artikel 5 van de Archiefwet 1995.

  • 24.

    SIO: Strategisch Informatie Overleg. In het SIO overleggen de Chief Information Officers (CIO’s) van de departementen met de Algemeen Rijksarchivaris over de stand van zaken, doelstellingen en prioriteiten van de informatiehuishouding van het departement. Dit draagt bij aan het op orde brengen van de informatiehuishouding en raakt daarmee aan één van de grondbeginselen van goed openbaar bestuur, namelijk het afleggen van verantwoording aan de Tweede Kamer en de maatschappij.

  • 25.

    vernietiging: het zodanig materieel behandelen van de informatiedrager (o.a. papier, geluidsband, film, usb stick), dat de daarop vastgelegde informatie niet meer te reconstrueren is.

  • 26.

    vervanging: de routinematige vervanging van archiefbescheiden door reproducties, die volledig de plaats innemen van de oorspronkelijke bescheiden.

  • 27.

    vervreemding: het in eigendom overdragen van archiefbescheiden aan een andere zorgdrager of aan derden.

  • 28.

    zorgdrager: degene die bij of krachtens de wet belast is met de zorg voor de archiefbescheiden. In dit geval de minister van Financiën.

2

Reikwijdte en verantwoordelijkheden

Artikel

2

Reikwijdte van de Regeling Informatiehuishouding Financiën 2016

Artikel

3

Verantwoordelijkheden

3

Archiefvorming

Artikel

4

Registratie en afdoening archiefbescheiden

Artikel

5

Archiefordening en dossiervorming

Artikel

6

Afsluiten van een dossier

Artikel

7

Documentmanagementsystemen

Artikel

8

Metagegevensschema

4

Archiefbeheer

Artikel

10

Duurzaamheid van archiefbescheiden in het algemeen

Artikel

11

Duurzaamheid van digitale archiefbescheiden

Artikel

12

Duurzaamheid van papieren archiefbescheiden

Artikel

13

Selectielijst

Artikel

14

Vervanging

Artikel

15

Vernietiging

Artikel

16

Overbrenging naar een archiefbewaarplaats

Artikel

17

Overdracht

Artikel

18

Vervreemding

5

Informatieverstrekking

Artikel

19

Interne beschikbaarstelling van archiefbescheiden

6

Organisatieveranderingen

Artikel

21

Organisatieveranderingen

7

Beveiliging

Artikel

22

Beveiliging

Artikel

23

Archiefruimten

8

Slotbepalingen

Artikel

24

Slotbepalingen

Den Haag
De Minister van Financiën,J.R.V.A.Dijsselbloem

Bijlage

I

Overzicht zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s)

Voor wat betreft de verantwoordelijkheid voor het archiefbeheer van zelfstandige bestuursorganen1Onder zelfstandig bestuursorgaan wordt verstaan: bestuursorgaan op het niveau van de centrale overheid, dat niet hiërarchisch ondergeschikt is aan een minister en niet is een adviescollege, als bedoeld in de Kaderwet adviescolleges, waarvan de adviestaak de hoofdtaak is.' (Aanwijzingen voor de regelgeving, Aanwijzing 124a, Staatscourant 1996, 177) (ZBO’s) zijn twee categorieën te onderscheiden:

  • 1.

    In archiefwettelijke zin zijn de (dagelijkse) besturen van de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s) zorgdrager. Dat wil zeggen dat zij in bestuurlijk opzicht verantwoordelijk zijn voor hun archief(beheer). Als zodanig moeten zij zelf beheersregels opstellen.

    Voor het ministerie van Financiën vallen hieronder de zbo’s: AFM, DNB, Stichting Afwikkeling Maror-gelden Overheid (MAROR) en de Waarderingskamer.

  • 2.

    Dit in tegenstelling tot een bijzondere categorie van publiekrechtelijke zbo’s die onderdeel zijn van de (rechtspersoon) Staat der Nederlanden. Deze hebben geen eigen rechtspersoonlijkheid en zijn in beheersmatig opzicht onderdeel van de staat (het rijk). Deze worden niet aangemerkt als archiefwettelijk zorgdrager en hoeven dan ook zelf geen beheersregels op te stellen. Voor die zbo’s zijn de beheersregels van het verantwoordelijke ministerie van toepassing.

    Voor het ministerie van Financiën valt hieronder: Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA).

De beheersregels van het ministerie van Financiën zijn dus niet van toepassing op de zelfstandige bestuursorganen van de eerste categorie, maar wel op die van de tweede categorie.

Daarnaast draagt het ministerie van Financiën de archiefwettelijke zorg over de archieven van geprivatiseerde onderdelen en zelfstandige bestuursorganen over de periode van vóór de verzelfstandiging of privatisering. Dit betreft de archieven van:

  • Bureau Vernietiging Overheidsarchieven,

  • Directie Staatsloterij,

  • Waarborgfonds Motorverkeer,

  • Rijksinkoopbureau,

  • Verzekeringskamer,

  • ’s Rijksmunt,

  • Bureau Schadeafwikkeling.