Artikel
1
In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie.
Hebben goedgevonden en verstaan:
In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie.
Op grond van een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde instantie van een andere lidstaat verstrekken de door Onze Minister aangewezen ambtenaren die instantie onverwijld de gegevens over gedetacheerde werknemers en dienstverrichters in verband met het toezicht op de naleving van de arbeidsvoorwaarden en de arbeidsomstandigheden, bedoeld in artikel 3 van de detacheringsrichtlijn, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de administratieve samenwerking, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een nationaal identificatienummer, met inbegrip van het burgerservicenummer.
Indien een verzoek als bedoeld in het eerste lid ontoereikend is gemotiveerd, kan Onze Minister de verzoekende instantie in de gelegenheid stellen het verzoek binnen een redelijke termijn aan te vullen.
In geval van een redelijk vermoeden van onregelmatigheden, verstrekken de door Onze Minister aangewezen ambtenaren de bevoegde instantie van het land van vestiging van de dienstverrichter uit eigen beweging alle relevante gegevens over gedetacheerde werknemers en dienstverrichters, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de administratieve samenwerking, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een nationaal identificatienummer, met inbegrip van het burgerservicenummer.
De gegevens, genoemd in het eerste en derde lid worden kosteloos verstrekt. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het IMI, tenzij dit voor onevenredige vertraging zou zorgen.
Voor het langs elektronische weg verstrekken van informatie waar de bevoegde instanties in andere lidstaten of de Europese Commissie om hebben verzocht, gelden de volgende termijnen:
Voor urgente gevallen: uiterlijk twee werkdagen na ontvangst van het verzoek.
Voor alle overige verzoeken om informatie: uiterlijk 25 werkdagen na ontvangst van het verzoek.
Wanneer er zich problemen voordoen om aan een verzoek om informatie te voldoen, stellen de door Onze Minister aangewezen ambtenaren de verzoekende instantie daarvan onverwijld in kennis, en geven daarbij aan op welke wijze invulling kan worden gegeven aan het verzoek. Wanneer er sprake is van aanhoudende problemen bij de uitwisseling van informatie stellen de door Onze Minister aangewezen ambtenaren de Europese Commissie hiervan op de hoogte via het IMI.
Onze Minister is bevoegd uit eigen beweging en verplicht op verzoek de gegevens met betrekking tot dienstverrichters, dienstontvangers, contactpersonen, de voor uitbetaling van het loon verantwoordelijke personen en gedetacheerde werknemers, die zijn verwerkt in verband met de artikelen 4 en 8 van de wet, waaronder een nationaal identificatienummer zoals het burgerservicenummer begrepen kan worden, kosteloos te verstrekken aan:
de inspecteur, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de ontvanger, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel i, van de Invorderingswet 1990, en de Dienst Toeslagen, bedoeld in artikel 11 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de heffing of invordering van enige rijksbelasting, van premies sociale verzekeringen als bedoeld in artikel 2, onderdelen a en c, van de Wet financiering sociale verzekeringen en van de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in de Zorgverzekeringswet, met betrekking tot de gedetacheerde werknemers;
de Sociale verzekeringsbank, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor het vaststellen van de tijdvakken van verzekering voor de volksverzekeringen en de verzekeringsstatus van de gedetacheerde werknemers, of de toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PbEG 2004, L 200);
de Inspectie Leefomgeving en Transport, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet en de Arbeidstijdenwet, met betrekking tot:
arbeid door personen die werkzaam zijn in of op motorrijtuigen; en
arbeid verricht in bedrijven of inrichtingen die rechtstreeks betrekking heeft op de arbeid verricht in een voertuig op een openbare weg bestemd voor het vervoer van goederen.
Onze Minister is bevoegd uit eigen beweging en verplicht op verzoek de gegevens met betrekking tot dienstverrichters, dienstontvangers, contactpersonen, de voor uitbetaling van het loon verantwoordelijke personen en gedetacheerde werknemers, die zijn verwerkt in verband met artikel 8 van de wet, waaronder een nationaal identificatienummer zoals het burgerservicenummer begrepen kan worden, kosteloos te verstrekken aan de Immigratie- en naturalisatiedienst, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de taken in verband met de uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000.
Onze Minister is bevoegd uit eigen beweging en verplicht op verzoek de gegevens met betrekking tot dienstverrichters, dienstontvangers, contactpersonen, de voor uitbetaling van het loon verantwoordelijke personen en gedetacheerde werknemers, die zijn verwerkt in verband met de artikelen 9e, 9f, tweede lid, en 9g van de wet, waaronder een nationaal identificatienummer zoals het burgerservicenummer begrepen kan worden, kosteloos te verstrekken aan de Sociale verzekeringsbank, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor het vaststellen van de tijdvakken van verzekering voor de volksverzekeringen en de verzekeringsstatus van de gedetacheerde werknemers, of de toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PbEG 2004, L 200).
Een verzoek als bedoeld in artikel 10a, eerste tot en met vierde lid, van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten wordt schriftelijk ingediend en met redenen omkleed. Indien uit het verzoek niet blijkt van een gegrond vermoeden van een mogelijke overtreding van een of meer algemeen verbindend verklaarde bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten die gelden voor gedetacheerde werknemers en van de noodzaak voor de verzoeker om de verzochte gegevens te gebruiken voor het toezicht op de naleving van die bepaling of bepalingen, kan het verzoek worden geweigerd.
De gegevens, die Onze Minister op grond van artikel 10a, eerste tot en met vierde lid, van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten kan verstrekken uit de onder zijn verantwoordelijkheid gevoerde administraties, betreffen:
de identiteit van de dienstverrichter;
de identiteit van de contactpersoon;
de voor de uitbetaling van het loon verantwoordelijke natuurlijke persoon of rechtspersoon;
het adres van de hoofdvestiging;
het aantal gedetacheerde werknemers;
het adres van de werkplek;
de opgaven als bedoeld in artikel 626 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van de gedetacheerde werknemers, met inbegrip van de maand en het jaar van de geboortedatum, dan wel de leeftijd, indien de werknemer nog niet de leeftijd van 23 jaar heeft bereikt, de maand en het jaar van indiensttreding en de functie;
bescheiden waaruit blijkt hoeveel uren de gedetacheerde werknemer heeft gewerkt; en
de arbeidsovereenkomsten met de gedetacheerde werknemers.
De gegevens, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4, worden vernietigd na een periode van maximaal 7 jaar, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het gegeven.
Indien blijkt dat gegevens onjuist zijn of ten onrechte worden verwerkt, worden deze verbeterd onderscheidenlijk verwijderd. Onze Minister doet daarvan zo spoedig mogelijk mededeling aan de personen en instanties die de gegevens hebben ontvangen.
De gegevens die niet meer noodzakelijk zijn, gelet op het doel waarvoor zij worden verwerkt, worden verwijderd.
De verwijderde gegevens worden vernietigd, tenzij wettelijke regels omtrent bewaring daaraan in de weg staan.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de in acht te nemen termijnen bij de verwerking van gegevens, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4.
De elementen, bedoeld in artikel 6, derde lid, onderdeel a, van de wet, ter beoordeling of een onderneming daadwerkelijk substantiële activiteiten verricht om werknemers ter beschikking te stellen in het kader van transnationale dienstverrichting, bestaan uit:
de plaats waar de onderneming haar statutaire zetel heeft en waar haar administratie wordt verricht;
de plaats waar de onderneming kantoren heeft, belasting en socialezekerheidspremies betaalt en waar zij, indien van toepassing, een vergunning voor de uitoefening van een beroep heeft of als onderneming is ingeschreven in registers die door de bevoegde instanties kunnen worden geraadpleegd of bij beroepsorganisaties;
de plaats waar gedetacheerde werknemers worden geworven en de plaats van waaruit ze worden gedetacheerd;
het op de overeenkomsten van de onderneming met de gedetacheerde werknemer en met de dienstontvanger toepasselijke recht;
de plaats waar de onderneming haar belangrijkste ondernemingsactiviteiten ontplooit en waar zij administratief personeel heeft;
het aantal overeenkomsten van dienstverrichting die worden uitgevoerd of de grootte van de omzet in de lidstaat van vestiging;
de aard van de werkzaamheden van de onderneming in de lidstaat waar zij is gevestigd; en
of de werknemer rechtmatig verblijft en rechtmatig zijn hoofdactiviteit uitoefent in de lidstaat waar de onderneming is gevestigd.
De elementen, bedoeld in artikel 6, derde lid, onderdeel b, van de wet, ter beoordeling of er sprake is van een gedetacheerde werknemer die tijdelijk arbeid in Nederland verricht, bestaan uit:
de periode waarin het werk wordt verricht in een andere lidstaat;
de datum waarop de detachering begint;
de detachering vindt plaats in een andere lidstaat dan die waar of van waaruit de gedetacheerde werknemer gewoonlijk zijn arbeid verricht;
de gedetacheerde werknemer keert na de beëindiging van de werkzaamheden of de dienstverrichting waarvoor hij was gedetacheerd, terug naar de lidstaat van waar of van waaruit hij is gedetacheerd of waar hij wordt geacht weer te gaan werken;
de aard van de activiteiten;
de dienstverrichter die de werknemer detacheert, draagt zorg voor het vervoer, kost en inwoning of accommodatie of hij betaalt de kosten hiervoor terug aan de gedetacheerde werknemer;
de wijze waarop is voorzien in het vervoer, kost en inwoning of accommodatie en de wijze van terugbetaling, bedoeld in onderdeel f;
alle eerdere tijdvakken waarin dezelfde of een andere gedetacheerde werknemer de betrokken werkzaamheden heeft verricht;
een bewijs waaruit de bijdrage voor de toepasselijke socialezekerheidsregelingen blijkt;
de plaats van waaruit, de wijze waarop en de frequentie waarmee feitelijk leiding wordt gegeven aan de werkzaamheden;
wie de gedetacheerde persoon voor zijn arbeid betaalt en hoe deze betaling zich verhoudt tot het contract met de dienstverrichter en de dienstontvanger; en
hoe er feitelijk toezicht wordt gehouden en leiding wordt gegeven aan de werkzaamheden en of hierbij sprake is van een gezagsverhouding.
De verplichtingen van artikel 8, eerste en tweede lid, van de wet zijn, voor wat betreft de identiteit van de persoon die de werkzaamheden uitvoert, de identiteit van de voor de uitbetaling van het loon verantwoordelijke persoon, met dien verstande dat daaronder wordt begrepen de voor de uitbetaling van de financiële tegenprestatie verantwoordelijke persoon, en de aard en vermoedelijke duur van de werkzaamheden, van overeenkomstige toepassing op zelfstandigen, die tijdelijk arbeid verrichten in Nederland in de sectoren van het beroeps- of bedrijfsleven, die in de Standaard Bedrijfsindeling worden aangeduid met de volgende classificaties:
van de sectie A Landbouw, bosbouw en visserij:
01 Landbouw, jacht en dienstverlening voor de landbouw en jacht;
03.12 Binnenvisserij;
van de sectie C Industrie:
10.1 Slachterijen en vleesverwerking;
10.2 Visverwerking;
10.3 Verwerking van aardappels, groente en fruit;
23 Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten;
24 Vervaardiging van metalen in primaire vorm;
25 Vervaardiging van producten van metaal (geen machines en apparaten);
27 Vervaardiging van elektrische apparatuur (elektromotoren, batterijen, huishoudapparaten etc.);
28 Vervaardiging van overige machines en apparaten;
30 Vervaardiging van overige transportmiddelen;
33 Reparatie en installatie van machines en apparaten;
de sectie F Bouwnijverheid;
van de sectie H Vervoer en opslag:
49.4 Goederenvervoer over de weg, tenzij de tijdelijke arbeid uitsluitend bestaat uit het vervoeren van goederen door Nederland zonder in Nederland te laden of te lossen;
de sectie I Logies-, maaltijd- en drankverstrekking;
van de sectie N Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening:
81.2 Reiniging;
81.3 Landschapsverzorging;
van de sectie Q Gezondheids- en welzijnszorg:
86.1 Ziekenhuizen en geestelijke gezondheids- en verslavingszorg met overnachting;
87.1 Verpleeghuizen;
87.2 Huizen en dagverblijven voor verstandelijk gehandicapten;
87.3 Huizen en dagverblijven voor niet-verstandelijk gehandicapten en verzorgingshuizen;
87.9 Jeugdzorg en maatschappelijke opvang met overnachting;
88.1 Maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting gericht op ouderen en gehandicapten;
88.9 Maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting niet specifiek gericht op ouderen en gehandicapten.
Bij de beoordeling van de sector waartoe de werkzaamheden worden gerekend, nemen de toezichthoudende ambtenaren achtereenvolgens de volgende criteria in aanmerking:
de aard van de feitelijk verrichte werkzaamheden;
de activiteiten en werkzaamheden, zoals die zijn benoemd in de vervoersovereenkomst of de overeenkomst van opdracht of aanneming van werk;
de bedrijfsindelingscode die aan de zelfstandige is toegekend op basis van diens economische activiteiten; en
de locatie waar de werkzaamheden worden verricht.
Een melding in de zin van artikel 8 van de wet is geldig voor de duur van een jaar voor:
een in het buitenland gevestigde dienstverrichter, die:
ten minste 1 en ten hoogste 9 werknemers in dienst heeft;
is gevestigd binnen een straal van 100 kilometer van de Nederlandse grens;
is ingeschreven in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007, of een vergelijkbaar register in aangrenzende landen;
in het voorafgaande kalenderjaar ten minste 3 transnationale diensten in Nederland heeft verricht, dan wel in het voorafgaande kalenderjaar een melding als bedoeld in dit artikel heeft verricht; en
niet werkzaam is in een sector die in de Standaard Bedrijfsindeling is ingedeeld in:
de sectie F Bouwnijverheid; of
de afdeling 78 Arbeidsbemiddeling, uitzendbureaus en personeelsbeheer;
een in het buitenland gevestigde zelfstandige, die:
werkzaam is in een in artikel 8, eerste lid, genoemde sector van het beroeps- of bedrijfsleven;
is gevestigd binnen een straal van 100 kilometer van de Nederlandse grens;
is ingeschreven in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007, of een vergelijkbaar register in aangrenzende landen;
in het voorafgaande kalenderjaar ten minste 3 transnationale diensten in Nederland heeft verricht, dan wel in het voorafgaande kalenderjaar een melding als bedoeld in dit artikel heeft verricht; en
niet werkzaam is in de sector die in de Standaard Bedrijfsindeling is ingedeeld in de sectie F Bouwnijverheid;
een dienstverrichter die in het kader van transnationale dienstverrichting zijn werknemer ter beschikking stelt in de sector goederenvervoer en op wie zowel artikel 9e als artikel 9g van de wet niet van toepassing is, of een in het buitenland gevestigde zelfstandige die werkzaam is in de sector die in de Standaard Bedrijfsindeling is ingedeeld in de groep 49.4 Goederenvervoer over de weg, met inbegrip van de zelfstandige die in Nederland in opdracht van een in Nederland gevestigde dienstontvanger goederen levert.
Artikel 8 van de wet is niet van toepassing op de dienstverrichter, die uitsluitend de volgende categorieën van werknemers detacheert naar Nederland:
werknemers die werkzaamheden uitvoeren in een sector die in de Standaard Bedrijfsindeling is ingedeeld in de groepen:
49.1 Personenvervoer per spoor (geen tram of metro);
49.2 Goederenvervoer per spoor;
werknemers die werkzaamheden uitvoeren in de sector die in de Standaard Bedrijfsindeling is ingedeeld in de groep 49.3 Personenvervoer over de weg;
werknemers die werkzaamheden uitvoeren in de sector die in de Standaard Bedrijfsindeling is ingedeeld in de sector 49.4 Goederenvervoer over de weg, mits die werkzaamheden uitsluitend bestaan in het vervoeren van goederen door Nederland zonder in Nederland te laden of te lossen;
werknemers die werkzaamheden uitvoeren in de sector die in de Standaard Bedrijfsindeling is ingedeeld in de afdeling 50 Vervoer over water;
werknemers die werkzaamheden uitvoeren in de sector die in de Standaard Bedrijfsindeling is ingedeeld in afdeling 51 Luchtvaart;
werknemers die werkzaamheden uitvoeren in de sector die in de Standaard Bedrijfsindeling is ingedeeld in de groep 53 Post en koeriers;
werknemers die werkzaamheden uitvoeren in een sector die in de Standaard Bedrijfsindeling is ingedeeld in de groep:
84.1 Openbaar bestuur; of
84.2 Overheidsdiensten;
werknemers die werkzaamheden uitvoeren in de sector die in de Standaard Bedrijfsindeling is ingedeeld in de sectie U Extraterritoriale organisaties en lichamen.
gekwalificeerde of gespecialiseerde werknemers die de initiële assemblage of de eerste installatie uitvoeren van een goed, mits de werkzaamheden een wezenlijk bestanddeel uitmaken van een overeenkomst voor de levering van goederen, noodzakelijk zijn voor het in werking stellen daarvan en de duur van de werkzaamheden niet meer dan acht dagen bedraagt, tenzij het werkzaamheden in de sector bouwbedrijf betreft;
werknemers die dringend onderhoud of reparaties uitvoeren aan werktuigen, machines of apparatuur, die door de dienstverrichter zijn geleverd aan de dienstontvanger ten behoeve waarvan de reparaties of het onderhoud plaatsvinden, dan wel werknemers die door de dienstverrichter geleverde software installeren, aanpassen, of die instrueren over het gebruik van die software, mits hun verblijf noodzakelijk is voor deze activiteiten en niet meer dan 12 aaneengesloten weken binnen een tijdsbestek van 36 weken bedraagt;
werknemers die in Nederland zakelijke besprekingen voeren of overeenkomsten sluiten met bedrijven of instellingen, mits hun verblijf niet meer dan 13 weken binnen een tijdsbestek van 52 weken bedraagt;
werknemers die als correspondent werkzaam zijn in dienst van een publiciteitsmedium dat zijn hoofdzetel buiten Nederland gevestigd heeft;
deelnemers aan internationale sportwedstrijden en hun vaste persoonlijke begeleiders, mits hun verblijf niet meer dan 6 aaneengesloten weken binnen een tijdsbestek van 13 weken bedraagt;
artiesten en musici, en hun vaste persoonlijk begeleiders die een voorstelling uitvoeren, beeldend kunstenaars, conservators of restauratoren, mits hun verblijf niet meer dan 6 aaneengesloten weken binnen een tijdsbestek van 13 weken bedraagt;
werknemers die onderwijs geven, onderzoek verrichten of wetenschappelijke congressen bijwonen in de sector die in de Standaard Bedrijfsindeling is ingedeeld in de groep 854 Tertiair onderwijs;
werknemers op wie artikel 2.2., derde lid, van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022 van toepassing is.
Artikel 8 van de wet is niet van toepassing op de dienstverrichter op wie de verplichting van artikel 9e of artikel 9g van de wet van toepassing is.
De dienstverrichter, die niet uitsluitend in het eerste lid genoemde categorieën van werknemers detacheert naar Nederland, meldt de in artikel 8, eerste lid, van de wet genoemde gegevens, met uitzondering van de identiteit van de gedetacheerde werknemer die valt onder een van de in het eerste lid genoemde categorieën en de bijdrage voor toepasselijke socialezekerheidsregelingen voor deze werknemer.
De verplichting, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen geldt niet voor de dienstverrichter op wie de meldingsplicht, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de wet van toepassing is en voor de dienstverrichter op wie artikel 9e of 9g van de wet van toepassing is.
Artikel 10, eerste lid, is niet van toepassing op de dienstverrichter die een vreemdeling als bedoeld in artikel 4.6 van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022 detacheert. Indien artikel 10, derde lid, van toepassing is, meldt deze dienstverrichter de in artikel 8, eerste lid, van de wet genoemde gegevens, met uitzondering van de identiteit van de gedetacheerde werknemer die valt onder een van de in artikel 10, eerste lid, genoemde categorieën en die geen vreemdeling is als bedoeld in artikel 4.6 van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022, en de bijdrage voor toepasselijke socialezekerheidsregelingen voor deze werknemer.
De dienstverrichter die een vreemdeling als bedoeld in artikel 4.6 van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022 detacheert, verstrekt in aanvulling op de in artikel 8, eerste lid, van de wet genoemde gegevens de einddatum van de periode van rechtmatige tewerkstelling als vermeld in het document op grond waarvan het aan deze vreemdeling is toegestaan als werknemer arbeid te verrichten in de lidstaat van afgifte.
De aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de wet, kunnen een verzoek tot invordering afwijzen op de volgende gronden:
de verwachte kosten of middelen van de invordering van de administratieve sanctie of boete niet in verhouding staan tot het in te vorderen bedrag;
de administratieve sanctie of boete bedraagt minder dan € 350,– of indien het vreemde valuta betreft het equivalent van dit bedrag; of
met de uitvoering van het verzoek wordt gehandeld in strijd met een wettelijk voorschrift.
Een verzoek als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de wet kan worden afgewezen, indien het verzoek niet voldoet aan de regels, bedoeld in artikel 10, vijfde lid, van de wet, onvolledig is of onmiskenbaar niet strookt met de onderliggende beslissing.
Als ernstige overtredingen als bedoeld in artikel 15, derde en vijfde lid, van de wet worden aangewezen de overtredingen van de informatieverplichting, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de wet en van de administratieve eisen en controlemaatregelen, bedoeld in de artikelen 8, eerste en zesde lid, en 9, eerste en derde lid, van de wet, waarbij ten minste twintig gedetacheerde werknemers betrokken zijn.
Als soortgelijke verplichtingen en verboden als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de wet worden aangewezen de informatie- en administratieve verplichtingen op grond van de artikelen 6, eerste en tweede lid, 8, eerste, derde en zesde lid, en 9, eerste tot en met derde lid, van de wet en de verplichting op grond van artikel 2a van de Wet arbeid vreemdelingen.
Voor de toepassing van artikel 15, derde tot en met vijfde lid, van de wet worden overtredingen die zijn begaan voor 9 december 2016 niet in aanmerking genomen.
Wijzigt het Vreemdelingenbesluit 2000.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.