Artikel
1
: Algemene leiding
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
De directeur-generaal en de leden van het MT Belastingdienst, alsmede de adjunct-directeuren van het directoraat-generaal Belastingdienst, hebben – binnen het kader van het jaarplan en binnen de door de minister of namens de minister door de secretaris-generaal of directeur-generaal Belastingdienst gegeven richtlijnen en behoudens de bepalingen onder meer over het verscherpt toezicht in het Organisatie- en Mandaatbesluit ministerie van Financiën – mandaat tot het nemen van besluiten en afdoen van stukken betreffende alle bedrijfsvoeringaangelegenheden die behoren tot het werkterrein van het directoraat-generaal Belastingdienst. Tot de bedrijfsvoering behoort het nemen van personele beslissingen ten aanzien van medewerkers die zijn aangesteld bij het Ministerie van Financiën en werkzaam zijn bij het directoraat-generaal Belastingdienst.
Aan de directeur-generaal Belastingdienst is voorbehouden het nemen, afdoen en ondertekenen van besluiten aangaande:
Alle beslissingen betreffende plaatsing, ontslag en bezoldiging van functionarissen vanaf schaal 15, behoudens het bepaalde in artikel 20 van het Organisatie- en mandaatbesluit ministerie van Financiën;
vaststellen van de formatie;
bijzondere aanstelling in tijdelijke dienst (artikel 6a ARAR);
(tijdelijke) plaatsing in het buitenland;
bezoldigingsbeslissingen op basis van artikel 7, tweede en derde lid BBRA, artikel 8 BBRA en artikel 22a BBRA met uitzondering van de toekenning van incidentele beloningen voor bijzondere prestaties;
disciplinaire maatregelen (hoofdstuk 8 ARAR);
schadeloosstelling (artikel 69 ARAR);
reorganisatieontslag (artikel 96 ARAR);
vertrekregelingen;
ontslag op andere gronden (artikel 99 ARAR);
aanbestedingsprocedures, indien een andere dan de procedures als bedoeld in de hoofdstukken 1.2 en 2.1 van de Aanbestedingswet 2012 wordt gevolgd.
Onverminderd het eerste lid is de bevoegdheid tot het afdoen en ondertekenen van besluiten namens de in het eerste lid gemandateerde functionarissen toegekend aan het hoofd en het plaatsvervangend hoofd van de eenheid Organisatie & Personeel van de directie Bedrijfsvoering van het ministerie van Financiën.
Aan de in het eerste lid gemandateerde functionarissen, alsmede de adjunct-directeuren van het directoraat-generaal Belastingdienst, is voorbehouden het afdoen en ondertekenen van besluiten aangaande:
vaststelling feitelijk opgedragen functie;
(verlengde) aanstellingsbesluiten;
ver- en herplaatsing;
aanstelling in vaste dienst;
tijdelijk opdragen van andere werkzaamheden;
wijziging van salarisschaal;
incidentele beloning voor bijzondere prestaties;
korting bezoldiging bij arbeidsongeschiktheid;
toekenning gratificatie bij ambtsjubileum;
ontslag.
De ondertekening van stukken betrekking hebbend op de in lid 1 bedoelde aangelegenheden zal luiden als volgt:
DE MINISTER VAN FINANCIËN,
namens deze,
(handtekening)
gevolgd door naam en functie van de gemandateerde functionaris.
De ondertekening van stukken door de leden van het managementteam Personele en Financiële diensten zal luiden als volgt:
DE MINISTER VAN FINANCIËN,
namens deze,
de (functie MT lid) Belastingdienst,
voor deze,
(handtekening)
gevolgd door de naam en functie van het hoofd dan wel het plaatsvervangend hoofd van de eenheid Organisatie & Personeel.
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden