Artikel
1
Begrippen
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
actuele marktwaarde: de waarde die wordt berekend op basis van de actuele marktrente behorend bij de resterende looptijden van toekomstige rente- en aflossingsbedragen van een deposito of lening;
-
betaalrekening: een rekening die de rechtspersoon bij een bank aanhoudt;
-
borgtocht: een overeenkomst als bedoeld in artikel 850 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek op basis waarvan een derde kan beschikken over een overeengekomen maximaal bedrag van de liquide middelen die de rechtspersoon aanhoudt in de schatkist van het Rijk;
-
daggeldrente: de dagelijkse vaststelling door de Europese Centrale Bank van de Euro OverNight Index Average, zijnde de rente waartegen in de geldmarkt voor één dag kan worden geleend zonder onderpand;
-
deposito: het creditbedrag op een aan een rekening-courant gekoppelde depositorekening van de schatkist van het Rijk, waarover een vooraf vastgestelde rente wordt vergoed en waarover de rechtspersoon gedurende een vooraf vastgestelde periode niet vrij kan beschikken;
-
inleenrente: de rente waartegen de Staat zichzelf financiert op de internationale geld- en kapitaalmarkt via de uitgifte van Dutch Treasury Certificates en Dutch State Loans;
-
lening: de lening, bedoeld in de artikelen 5.5, eerste en tweede lid, en artikel 5.6, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016;
-
rechtspersoon: de rechtspersoon met een wettelijke of publieke taak en de rechtspersoon die publieke liquide middelen beheert, bedoeld in artikel 5.2, eerste en derde lid, respectievelijk 5.4 van de Comptabiliteitswet 2016;
-
rekening-courant: de rekening die een rechtspersoon bij de schatkist van het Rijk aanhoudt;
-
rekening-courantkrediet: het maximaal toegestane debetsaldo op een rekening-courant, bedoeld in artikel 5.5, eerste en derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016;
2
De begrippen van artikel 1.1 van de Comptabiliteitswet 2016 zijn van overeenkomstige toepassing op deze regeling.