Artikel
1
Het aantal:
-
a.
schapen;
-
b.
geiten;
-
c.
runderen die één jaar oud of ouder zijn;
dat in een kalenderjaar wordt gehouden, bedoeld in artikel 91f, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, wordt berekend door het aantal aanwezige dieren op 1 februari, 1 mei, 1 augustus en 1 november van dat kalenderjaar op te tellen en te delen door vier.