Wet van 15 mei 2019, houdende regels voor de inzet van gewapende particuliere maritieme beveiligers aan boord van Nederlandse koopvaardijschepen (Wet ter Bescherming Koopvaardij)

Wet ter Bescherming Koopvaardij

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een wettelijke regeling te treffen op grond waarvan Nederlandse koopvaardijschepen bij de doorgang van gevaarlijke zeegebieden gebruik kunnen maken van gewapende particuliere maritieme beveiligers indien niet in militaire bescherming kan worden voorzien;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • aanwenden van geweld: het gebruiken van geweld en het dreigen met geweld, waaronder wordt begrepen het ter hand nemen van een vuurwapen;

  • beschermingsmaatregelen: plannings- en operationele maatregelen van scheepsbeheerders en kapiteins voor de bescherming tegen piraterij;

  • geaccrediteerde certificerende instelling: een instelling die is geaccrediteerd door een accrediterende instantie voor het uitgeven van een ISO-certificaat aan de hand van een normdocument van de International Organization for Standardization;

  • geweld: elke dwangmatige kracht van meer dan geringe betekenis uitgeoefend op personen of zaken;

  • geweldsmiddel: de krachtens artikel 8 van deze wet aangewezen uitrusting en bewapening waarmee geweld kan worden uitgeoefend;

  • ISO-certificaat: verklaring waarmee een certificerende instelling kenbaar maakt dat gedurende een bepaalde periode een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat het hierin genoemde maritieme beveiligingsbedrijf voldoet aan het in de verklaring genoemde normdocument van de International Organization for Standardization;

  • kapitein: de gezagvoerder van een schip;

  • koopvaardij: handelsscheepvaart;

  • maritiem beveiligingsbedrijf: een onderneming of een onderdeel daarvan die in de uitoefening van beroep of bedrijf beveiligingswerkzaamheden aan boord van een schip aanbiedt en verricht en daarbij in hoofdzaak gebruik maakt van personen;

  • maritieme beveiligingswerkzaamheden: het bewaken van de veiligheid van de personen en goederen aan boord van een schip door particulier maritiem beveiligingspersoneel;

  • Onze Minister: Onze Minister van Justitie en Veiligheid;

  • particulier maritiem beveiligingspersoneel: personeel in dienst van een maritiem beveiligingsbedrijf of personeel dat ter beschikking is gesteld aan het maritiem beveiligingsbedrijf op basis van een uitzendovereenkomst;

  • piraterij: iedere onwettige daad van geweld of aanhouding, alsmede iedere daad van plundering die door de bemanning of de passagiers van een particulier schip voor persoonlijke doeleinden buiten de territoriale zee van een staat wordt gepleegd jegens een ander schip, of een poging daartoe;

  • scheepsbeheerder: de scheepsbeheerder als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1, van de Wet Zeevarenden;

  • schip: een zeeschip als bedoeld in artikel 8:2 van het Burgerlijk Wetboek, in gebruik voor de koopvaardij;

  • teamleider: de particuliere maritieme beveiliger die door het maritiem beveiligingsbedrijf is aangewezen als leidinggevende over het overige particulier maritiem beveiligingspersoneel en die de operationele leiding over het particulier maritiem beveiligingspersoneel heeft tijdens het transport;

  • territoriale zee: de territoriale zee als bedoeld in het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (PbEG 1998, L 179/4);

  • transport: verplaatsing van een schip tussen twee of meer zeehavens;

  • vergunninghouder: maritiem beveiligingsbedrijf dat houder van een vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is;

  • zeevarende: de natuurlijke persoon die in enige hoedanigheid werkzaamheden verricht aan boord van een schip.

Artikel

2

Deze wet is van toepassing op gewapende maritieme beveiligingswerkzaamheden die buiten de territoriale zee van een staat worden verricht aan boord van schepen die op grond van Nederlandse rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren, voor zover zij varen in of door de zeegebieden, aangewezen door Onze Minister bij algemene maatregel van bestuur.

Artikel

3

Hoofdstuk

2

De toestemming voor de inzet van particulier maritiem beveiligingspersoneel

Artikel

4

Artikel

5

Onze Minister van Defensie verstrekt Onze Minister alle gegevens die door de scheepsbeheerder bij een verzoek om beveiliging van een transport zijn verstrekt voor zover deze nodig zijn voor het verlenen van de toestemming, bedoeld in artikel 3, tweede lid.

Artikel

6

Hoofdstuk

3

De inzet van particulier maritiem beveiligingspersoneel

Artikel

7

Het particulier maritiem beveiligingspersoneel dat op een transport wordt ingezet wordt niet als zeevarend aangemerkt.

Artikel

8

Het particulier maritiem beveiligingspersoneel maakt bij de uitvoering van maritieme beveiligingswerkzaamheden geen gebruik van andere dan de door Onze Minister bij algemene maatregel van bestuur aangewezen geweldsmiddelen. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden tevens regels gesteld over de wijze van opslag van de aangewezen geweldsmiddelen op het schip.

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Hoofdstuk

4

De vergunning

Artikel

13

Artikel

14

Onze Minister kan de vergunning intrekken of schorsen indien:

  • a.

    een van de ISO-certificaten, bedoeld in artikel 13, eerste lid, geschorst, ingetrokken of niet meer geldig is;

  • b.

    de vergunninghouder de aan de vergunning verbonden voorschriften niet in acht neemt;

  • c.

    de vergunninghouder de verplichtingen die voortvloeien uit de bij of krachtens deze wet gestelde regels niet naleeft;

  • d.

    de voor de verkrijging van de vergunning verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen indien bij de beoordeling daarvan de juiste gegevens bekend waren geweest;

  • e.

    zich omstandigheden voordoen of feiten bekend worden op grond waarvan de vergunning zou zijn geweigerd, indien zij zich hadden voorgedaan of bekend waren geweest op het tijdstip waarop de vergunning werd verleend;

  • f.

    de vergunninghouder handelt in strijd met hetgeen van een goed maritiem beveiligingsbedrijf in het maatschappelijk verkeer mag worden verwacht.

Artikel

14a

Artikel

15

De vergunninghouder:

  • a.

    maakt tenminste drie maanden voorafgaand aan de beëindiging van de geldigheid van een aan hem verleend ISO-certificaat als bedoeld in artikel 13, eerste lid, melding daarvan aan Onze Minister;

  • b.

    meldt de schorsing, de opheffing daarvan of de intrekking van een aan hem verleend ISO-certificaat als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onverwijld aan Onze Minister.

Hoofdstuk

5

Toezicht en handhaving

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

17a

Artikel

17b

Artikel

18

Wijzigt de Wet op de economische delicten.

Artikel

19

Wijzigt de Wet wapens en munitie.

Artikel

20

Onze Minister zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Hoofdstuk

6

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

21

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen ervan verschillend kan worden vastgesteld, en vervalt op het tijdstip dat een rijkswet houdende regels voor de inzet van gewapende particuliere maritieme beveiligers aan boord van schepen die de vlag van het Koninkrijk voeren, in werking treedt.

Artikel

22

Deze wet wordt aangehaald als: Wet ter Bescherming Koopvaardij.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Willem-Alexander
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus