Wet van 5 februari 2020, houdende tijdelijke maatregelen inzake een publiekrechtelijke aanpak van de gevolgen van bodembeweging door gaswinning uit het Groningenveld en de gasopslag bij Norg (Tijdelijke wet Groningen)

Tijdelijke wet Groningen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bestuursrechtelijke afhandeling van verzoeken om vergoeding van schade in verband met bodembeweging door de gaswinning uit het Groningenveld en gasopslag bij Norg wettelijk te regelen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemeen

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • exploitant: exploitant van een mijnbouwwerk ten behoeve van het winnen van gas uit het Groningenveld of van de gasopslag te Norg of de gasopslag bij Grijpskerk;

  • gebouw: bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • Instituut: het Instituut Mijnbouwschade Groningen;

  • Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • schade: schade die is ontstaan door beweging van de bodem als gevolg van de aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk ten behoeve van het winnen van gas uit het Groningenveld of als gevolg van de gasopslag Norg of de gasopslag bij Grijpskerk;

  • veiligheidsnorm: veiligheidsnorm van 10-5, zijnde het individueel aardbevingsrisico van maximaal 1 op de 100.000 per jaar dat een individu mag lopen in of nabij de verschillende bouwwerken waar dat individu verblijft;

  • versterkingsbesluit: besluit als bedoeld in artikel 13j, eerste lid.

Hoofdstuk

2

Instelling, taken en bevoegdheden

Artikel

2

Artikel

2a

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

7

De leden van het Instituut, het personeel van het Instituut en de door het Instituut ingeschakelde deskundigen verlangen of ontvangen van derden geen instructies die op een individuele zaak betrekking hebben.

Hoofdstuk

3

Aansturing en toezicht

Artikel

8

Hoofdstuk

4

Procedure bij het instituut

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Hoofdstuk

5

Versterking

Artikel

13a

Artikel

13b

In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel

13ba

Onze Minister neemt alle maatregelen die redelijkerwijs van hem gevergd kunnen worden om te voorkomen dat als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld de veiligheid wordt geschaad.

Artikel

13c

Artikel

13d

De inspecteur-generaal der mijnen kan aan Onze Minister gevraagd en ongevraagd adviezen verstrekken over de uitvoering van de versterkingsmaatregelen in relatie tot de veiligheid.

Artikel

13e

Artikel

13f

Artikel

13g

Artikel

13h

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de wijze waarop wordt vastgesteld of een gebouw aan de veiligheidsnorm voldoet en de wijze waarop wordt bepaald welke maatregelen nodig zijn om een gebouw aan de veiligheidsnorm te laten voldoen.

Artikel

13i

Artikel

13ia

Artikel

13ib

Artikel

13j

Artikel

13ja

Artikel

13k

Artikel

13l

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

13m

Hoofdstuk

5a

Bijstand

Artikel

13n

Hoofdstuk

6

Financiering

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

15a

Artikel

15b

Hoofdstuk

7

Rechtsbescherming

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Hoofdstuk

8

Slotbepalingen

Artikel

20

Onverminderd artikel 39, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen zendt Onze Minister binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens telkens na twee jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk en de noodzaak van het voortduren van de maatregelen waarin deze wet voorziet.

Artikel

21

Artikel

22

Aanvragen om vergoeding van schade worden door het Instituut niet in behandeling genomen indien de aanvrager ten aanzien van de schade op het moment van inwerkingtreding van deze wet partij is bij:

  • a.

    de overeenkomst Groningen-NAM inzake regeling vergoeding kosten bodemdaling aardgaswinning 1983, of

  • b.

    de overeenkomst Rijk-NAM inzake regeling vergoeding kosten bodemdaling aardgaswinning 1983.

Artikel

22a

Artikel

22b

Artikel

23

Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel

24

Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 6.

Artikel

25

Wijzigt de Wet op de Raad van State.

Artikel

26

Wijzigt de Mijnbouwwet.

Artikel

27

Wijzigt de Mijnbouwwet.

Artikel

28

Wijzigt de Mijnbouwwet.

Artikel

29

Artikel

30

Deze wet wordt aangehaald als: Tijdelijke wet Groningen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Willem-Alexander
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus