Wet van 22 april 2020, houdende tijdelijke voorzieningen op het terrein van het Ministerie van Justitie en Veiligheid in verband met de uitbraak van COVID-19 (Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid)
Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de uitbraak van COVID-19 wenselijk is enkele spoedeisende tijdelijke voorzieningen te treffen op het terrein van het Ministerie van Justitie en Veiligheid;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Paragraaf
1
Regelgevingsprocedures
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Paragraaf
2
Tijdelijke voorziening inzake mondelinge behandeling in burgerlijke en bestuursrechtelijke zaken
Artikel
2
(mondelinge behandeling in burgerlijke en bestuursrechtelijke gerechtelijke procedures)
1
Indien in verband met de uitbraak van COVID-19 in burgerlijke en bestuursrechtelijke gerechtelijke procedures het houden van een fysieke zitting niet mogelijk is, kan de mondelinge behandeling plaatsvinden door middel van een tweezijdig elektronisch communicatiemiddel.
2
In afwijking van artikel 82, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kunnen gedaagden uiterlijk op de eerste roldatum uitsluitend schriftelijk of door middel van een elektronisch communicatiemiddel kenbaar maken dat zij mondeling of schriftelijk een conclusie van antwoord willen nemen.
(verlenging ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing)
Beschikkingen in zaken van verlenging van een ondertoezichtstelling en van verlenging van de machtiging van de gecertificeerde instelling, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet, om een minderjarige uit huis te plaatsen niet zijnde een machtiging als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Jeugdwet, kunnen aanstonds worden gegeven indien mondelinge behandeling ook met toepassing van een tweezijdig elektronisch communicatiemiddel onmogelijk blijkt. Een verlenging is in dat geval mogelijk voor de duur van maximaal drie maanden.
Met het oog op de gevolgen van het houden van fysieke bijeenkomsten in verband met de uitbraak van COVID-19, kan op de aangegeven wijze worden afgeweken van de in deze paragraaf genoemde bepalingen in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Waar in deze paragraaf wordt afgeweken ten behoeve van leden of aandeelhouders, worden daaronder ook andere vergadergerechtigden begrepen.
4
Waar in deze paragraaf wordt afgeweken van bepalingen in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, worden daaronder ook statutaire bepalingen met dezelfde inhoud begrepen. Statutaire bepalingen aangaande het fysiek bijeenkomen van het bestuur, de raad van commissarissen en de algemene vergadering en statutaire bepalingen die de uitoefening van in deze paragraaf aan het bestuur toegekende bevoegdheden beperken of aan de goedkeuring van een ander orgaan of een derde onderwerpen, zijn niet van toepassing.
Artikel
6
(algemene vergadering verenigingen)
1
In afwijking van artikel 38 lid 1 kan het bestuur bepalen dat leden geen fysieke toegang hebben tot de algemene vergadering, onder de volgende voorwaarden:
a.
de algemene vergadering is langs elektronisch weg voor leden te volgen; en
b.
de leden zijn tot uiterlijk 72 uur voorafgaand aan de vergadering in de gelegenheid gesteld om schriftelijk of elektronisch vragen te stellen over de onderwerpen die bij de oproeping zijn vermeld.
2
De in lid 1 onder b bedoelde vragen worden uiterlijk tijdens de vergadering, al dan niet thematisch, beantwoord en deze antwoorden worden op de website van de vereniging geplaatst of via een elektronisch communicatiemiddel toegankelijk gemaakt voor de leden.
3
Het bestuur spant zich ervoor in dat tijdens de vergadering langs elektronische weg of anderszins nadere vragen kunnen worden gesteld, tenzij dit in het licht van de omstandigheden van dat moment in redelijkheid niet kan worden gevergd. De voorzitter van de vergadering kan een en ander nader bepalen in het belang van de orde van de vergadering.
4
Enige afwijking van de leden 2 en 3 heeft geen gevolgen voor de rechtsgeldigheid van de besluitvorming die in de vergadering heeft plaatsgevonden.
5
Voor zover de statuten zulks niet bepalen, kan, in aanvulling op artikel 38 lid 6, het bestuur bepalen dat het stemrecht slechts kan worden uitgeoefend door middel van een elektronisch communicatiemiddel.
6
Voor zover de statuten zulks niet bepalen, kan, in aanvulling op artikel 38 lid 8, het bestuur bepalen dat stemmen die voorafgaand aan de algemene vergadering door middel van een elektronisch communicatiemiddel worden uitgebracht gelijk worden gesteld met stemmen die ten tijde van de vergadering worden uitgebracht.
Artikel
7
(verslaglegging vereniging en coöperatie)
In afwijking van de artikelen 48 lid 1, 49 lid 1 en 58 lid 1 kan de termijn van zes maanden na afloop van het boekjaar door het bestuur worden verlengd met ten hoogste vier maanden. In dat geval heeft de algemene vergadering geen bevoegdheid tot verlenging.
Artikel
8
(verslaglegging naamloze vennootschap)
In afwijking van artikel 101 lid 1 kan de termijn van vijf maanden na afloop van het boekjaar door het bestuur worden verlengd met ten hoogste vijf maanden. In dat geval heeft de algemene vergadering geen bevoegdheid tot verlenging en is de laatste zin van artikel 98 lid 3 niet van toepassing.
Artikel
9
(algemene vergadering naamloze vennootschap)
In afwijking van artikel 108 lid 2 kan de termijn van zes maanden na afloop van het boekjaar of de in de statuten gestelde kortere termijn door het bestuur worden verlengd met ten hoogste vier maanden.
Artikel
10
(algemene vergadering naamloze vennootschap)
1
In afwijking van artikel 116 kan het bestuur bepalen dat een algemene vergadering wordt gehouden die uitsluitend toegankelijk is langs elektronische weg, onder de voorwaarden bedoeld in artikel 11 van deze wet. Dit wordt bij de oproeping, bedoeld in artikel 113, vermeld.
2
Indien de oproeping reeds is uitgegaan, kan het bestuur tot uiterlijk 48 uur voor het tijdstip van de algemene vergadering, de wijze van vergaderen wijzigen in een vergadering als bedoeld in het eerste lid dan wel de plaats van de vergadering kan wijzigen. Dit wordt aan de aandeelhouders kenbaar gemaakt op de wijze zoals voorgeschreven in artikel 113.
Artikel
11
(algemene vergadering naamloze vennootschap)
1
In afwijking van artikel 117, lid 1 kan het bestuur bepalen dat aandeelhouders geen fysieke toegang hebben tot de algemene vergadering, onder de volgende voorwaarden:
a.
de algemene vergadering is langs elektronische weg voor aandeelhouders te volgen; en
b.
de aandeelhouders zijn tot uiterlijk 72 uur voorafgaand aan de vergadering in de gelegenheid gesteld om schriftelijk of elektronisch vragen te stellen over de onderwerpen die bij de oproeping zijn vermeld. Wordt een besluit in de zin van artikel 10 lid 2 van deze wet genomen binnen vijf dagen voorafgaand aan de datum van de vergadering, dan is de hiervoor bedoelde termijn 36 uur.
2
De in lid 1 onder b bedoelde vragen worden uiterlijk tijdens de vergadering, al dan niet thematisch, beantwoord en deze antwoorden worden op de website van de vennootschap geplaatst of via een elektronisch communicatiemiddel toegankelijk gemaakt voor de aandeelhouders.
3
Het bestuur zorgt er voor dat tijdens de vergadering langs elektronische weg of anderszins nadere vragen kunnen worden gesteld, tenzij dit in het licht van de omstandigheden van dat moment in redelijkheid niet kan worden gevergd. De voorzitter van de vergadering kan een en ander nader bepalen in het belang van de orde van de vergadering.
4
Enige afwijking van de leden 2 en 3 heeft geen gevolgen voor de rechtsgeldigheid van de besluitvorming die in de vergadering heeft plaatsgevonden.
Artikel
12
(algemene vergadering naamloze vennootschap)
Voor zover de statuten zulks niet bepalen, kan, in aanvulling op artikel 117a lid 1, het bestuur bepalen dat iedere aandeelhouder bevoegd is om, in persoon of bij een schriftelijk gevolmachtigde, langs elektronische weg aan de algemene vergadering deel te nemen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen.
Artikel
13
(algemene vergadering naamloze vennootschap)
1
Voor zover de statuten zulks niet bepalen, kan, in aanvulling op artikel 117b lid 1, het bestuur bepalen dat stemmen die voorafgaand aan de algemene vergadering door middel van een elektronisch communicatiemiddel of bij brief worden uitgebracht, gelijk worden gesteld met stemmen die ten tijde van de vergadering worden uitgebracht. Dit wordt bij de oproeping of bij de wijziging van de wijze van vergaderen vermeld.
2
In afwijking van artikel 117b lid 2 kan het tijdstip worden bepaald bij de wijziging van de wijze van vergaderen als bedoeld in artikel 10 lid 2 van deze wet.
Artikel
14
(algemene vergadering naamloze vennootschap)
In aanvulling op artikel 118 lid 1 kan het bestuur bepalen dat het stemrecht slechts kan worden uitgeoefend door middel van een elektronisch communicatiemiddel. Dit wordt bij de oproeping of bij de wijziging van de wijze van vergaderen vermeld.
In afwijking van artikel 210 lid 1 kan de termijn van vijf maanden na afloop van het boekjaar door het bestuur worden verlengd met ten hoogste vijf maanden. In dat geval heeft de algemene vergadering geen bevoegdheid tot verlenging.
Artikel
17
(algemene vergadering besloten vennootschap)
1
In afwijking van artikel 226 lid 1 kan het bestuur bepalen dat een algemene vergadering wordt gehouden die uitsluitend toegankelijk is langs elektronisch weg onder de voorwaarden bedoeld in artikel 18. Dit wordt bij de oproeping, bedoeld in artikel 223, vermeld.
2
Indien de oproeping reeds is uitgegaan, kan het bestuur tot uiterlijk 48 uur voor het tijdstip van de algemene vergadering de wijze van vergaderen wijzigen in een vergadering als bedoeld in het eerste lid. Dit wordt aan de aandeelhouders kenbaar gemaakt op de wijze zoals voorgeschreven in artikel 223.
Artikel
18
(algemene vergadering besloten vennootschap)
1
In afwijking van artikel 227 lid 3 kan het bestuur bepalen dat aandeelhouders geen fysieke toegang hebben tot de algemene vergadering, onder de volgende voorwaarden:
a.
de algemene vergadering is langs elektronische weg voor aandeelhouders te volgen; en
b.
de aandeelhouders zijn tot uiterlijk 72 uur voorafgaande aan de vergadering in de gelegenheid gesteld om schriftelijk of elektronisch vragen te stellen over de onderwerpen die bij de oproeping zijn vermeld. Wordt een besluit in de zin van artikel 17 lid 2 van deze wet genomen binnen vijf dagen voorafgaand aan de datum van de vergadering, dan is de hiervoor bedoelde termijn 36 uur.
2
De in lid 1 onder b bedoelde vragen worden uiterlijk tijdens de vergadering, al dan niet thematisch, beantwoord en deze antwoorden worden op de website van de vennootschap geplaatst of via een elektronisch communicatiemiddel toegankelijk gemaakt voor de aandeelhouders.
3
Het bestuur spant zich ervoor in dat tijdens de vergadering langs elektronische weg of anderszins nadere vragen kunnen worden gesteld, tenzij dit in het licht van de omstandigheden van dat moment in redelijkheid niet kan worden gevergd. De voorzitter van de vergadering kan een en ander nader bepalen in het belang van de orde van de vergadering.
4
Enige afwijking van hetgeen is bepaald in de leden 2 en 3 heeft geen gevolgen voor de rechtsgeldigheid van de besluitvorming die in de vergadering heeft plaatsgevonden.
Artikel
19
(algemene vergadering besloten vennootschap)
Voor zover de statuten zulks niet bepalen, kan, in afwijking van artikel 227a lid 1, het bestuur bepalen dat iedere aandeelhouder bevoegd is om, in persoon of bij een schriftelijk gevolmachtigde, langs elektronische weg aan de algemene vergadering deel te nemen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen.
Artikel
20
(algemene vergadering besloten vennootschap)
Voor zover de statuten zulks niet bepalen, kan, in afwijking van artikel 227b, het bestuur bepalen dat stemmen die voorafgaand aan de algemene vergadering langs elektronische weg worden uitgebracht, doch niet eerder dan op de dertigste dag voor die van de vergadering, gelijk worden gesteld met stemmen die ten tijde van de vergadering worden uitgebracht. Dit wordt bij de oproeping vermeld.
Artikel
21
(algemene vergadering besloten vennootschap)
In aanvulling op artikel 228 lid 1 kan het bestuur bepalen dat het stemrecht slechts kan worden uitgeoefend langs elektronische weg. Dit wordt bij de oproeping of bij de wijziging van de wijze van vergaderen vermeld.
In afwijking van artikel 300 lid 1 kan de termijn van zes maanden na afloop van het boekjaar door het bestuur worden verlengd met ten hoogste vier maanden. In dat geval heeft het volgens de statuten bevoegde orgaan, voor zover dat een ander orgaan dan het bestuur is, geen bevoegdheid tot verlenging.
2
In aanvulling op artikel 300 is artikel 6 van deze wet, alsmede artikel 38 lid 7, van overeenkomstige toepassing op een vergadering van het orgaan, bedoeld in artikel 300 lid 3.
de in artikel 6 van deze wet aan het bestuur toegekende bevoegdheid tevens toekomt aan de voorzitter; en
c.
de termijn, bedoeld in artikel 7 van deze wet kan worden verlengd met ten hoogste zes maanden.
2
Indien het reglement een termijn voor het houden van een vergadering bevat, kan deze termijn door het bestuur worden verlengd met ten hoogste zes maanden.
Tijdelijke voorziening inzake het verlijden van akten met behulp van audiovisuele hulpmiddelen
Artikel
26
(verlijden akte ten overstaan van een notaris met behulp van audiovisuele middelen)
1
Indien partijen bij een akte en eventuele andere personen niet in persoon bij de notaris kunnen verschijnen en voor het verlijden van de akte een onderhandse volmacht niet volstaat, kan de notaris, in afwijking van artikel 102 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, voor de toepassing van artikel 43, vierde lid, van de Wet op het notarisambt, de akte verlijden met gebruikmaking van tweezijdige audiovisuele communicatiemiddelen. Hiervan maakt de notaris melding in de akte.
2
Een audiovisueel communicatiemiddel als bedoeld in het eerste lid voldoet aan de eis dat het de notaris in staat stelt de identiteit van partijen bij de akte of door hen gevolmachtigde personen en eventueel andere personen vast te stellen, en dat deze personen via dat communicatiemiddel direct met de notaris kunnen communiceren.
Onze Minister voor Rechtsbescherming stelt de betrokkene zo spoedig mogelijk op de hoogte van een beslissing tot verlenging van de termijn.
Paragraaf
8
Tijdelijke voorziening herstel verzuim in hoger beroep in vreemdelingenzaken
Artikel
30
(herstel verzuim in hoger beroep in vreemdelingenzaken)
1
Alvorens de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overgaat tot het niet-ontvankelijk verklaren van het hoger beroep op grond van artikel 85, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000, stelt zij de indiener in de gelegenheid het verzuim te herstellen binnen een door haar te stellen termijn, indien niet is voldaan aan artikel 85, eerste lid of tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
2
Het eerste lid is niet van toepassing indien het hoger beroep is ingesteld door Onze Minister van Justitie en Veiligheid.
(Tijdelijke voorziening ledenvergadering Nederlandse beroepsorganisatie van accountants)
1
Het bestuur van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants kan bepalen dat leden geen toegang hebben tot de ledenvergadering, bedoeld in paragraaf 2.2 van de Wet op het accountantsberoep. In dat geval draagt het bestuur er zorg voor dat de leden door middel van een tweezijdig elektronisch communicatiemiddel aan de opgeroepen ledenvergadering kunnen deelnemen, daarin het woord kunnen voeren en het stemrecht kunnen uitoefenen. Daartoe is vereist dat de leden via het elektronisch communicatiemiddel kunnen worden geïdentificeerd.
2
In een geval als bedoeld in het eerste lid:
a.
wordt in artikel 7, tweede lid, van de Wet op het accountantsberoep voor «aanwezige leden» gelezen «aan de vergadering deelnemende leden» en wordt in artikel 7, derde lid, van de Wet op het accountantsberoep voor «een besloten vergadering bijwonen» gelezen «aan een besloten vergadering deelnemen»;
b.
wordt in artikel 9, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep voor «de ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigden» gelezen «de aan de vergadering deelnemende of in de vergadering vertegenwoordigde stemgerechtigden»;
(Tijdelijke voorziening vergaderingen Nederlandse orde van advocaten en orde van advocaten in de arrondissementen)
De voorzitter van het college van afgevaardigden, bedoeld in artikel 19 van de Advocatenwet, of de voorzitter van de jaarlijkse vergadering van de orde van advocaten, bedoeld in artikel 22 van de Advocatenwet, kan bepalen dat leden en anderen geen toegang hebben tot vergaderingen van het college van afgevaardigden of de jaarlijkse vergadering van de orde van advocaten. In dat geval draagt de voorzitter er zorg voor dat de leden van het college van afgevaardigden dan wel de leden van de jaarlijkse vergadering van de orde van advocaten door middel van een tweezijdig elektronisch communicatiemiddel aan de opgeroepen vergadering kunnen deelnemen, daarin het woord kunnen voeren en het stemrecht kunnen uitoefenen. Daartoe is vereist dat de leden via het elektronisch communicatiemiddel kunnen worden geïdentificeerd.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende paragrafen, artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld,
2
In het koninklijk besluit kan worden bepaald dat paragrafen, artikelen of onderdelen van deze wet, met uitzondering van de paragrafen 1, 6, 10 en 11 alsmede de artikelen 15 en 22, terugwerken tot en met 16 maart 2020.
3
Deze wet vervalt op 1 september 2020. Het tijdstip waarop deze wet vervalt kan bij koninklijk besluit worden bepaald op een ander tijdstip, met dien verstande dat dit tijdstip steeds ten hoogste twee maanden na het tijdstip ligt waarop de wet zou vervallen.
4
De voordracht voor een krachtens het derde lid vast te stellen koninklijk besluit wordt niet eerder gedaan dan een week nadat het ontwerp aan beide Kamers van de Staten-Generaal is overgelegd.
5
Bij koninklijk besluit kan voor de verschillende paragrafen, artikelen of onderdelen van deze wet een tijdstip worden aangewezen waarop deze paragrafen, artikelen of onderdelen vervallen, dat ligt vóór het tijdstip bedoeld in het derde lid.
vervalt artikel 33 op 1 september 2020, tenzij voor die datum een voorstel van wet bij de Tweede Kamer is ingediend tot regeling van het onderwerp van dat artikel;
c.
vervalt artikel 34 op 1 september 2020, tenzij voor die datum een voorstel van wet bij de Tweede Kamer is ingediend tot regeling van het onderwerp van dat artikel.
7
Indien een voorstel van wet als bedoeld in het zesde lid, onderdeel b of c, wordt ingetrokken of indien een van de Kamers van de Staten-Generaal tot het niet-aannemen van het voorstel van wet besluit, vervalt artikel 33, onderscheidenlijk artikel 34.
Artikel
36
(citeertitel)
Deze wet wordt aangehaald als: Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te
’s-Gravenhage
Willem-Alexander
De Minister voor Rechtsbescherming,S.Dekker
De Minister van Justitie en Veiligheid,F.B.J.Grapperhaus
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,A.Broekers-Knol
De Minister van Justitie en Veiligheid,F.B.J.Grapperhaus