Wet van 22 april 2020, houdende tijdelijke voorzieningen op het terrein van het Ministerie van Justitie en Veiligheid in verband met de uitbraak van COVID-19 (Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid)

Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de uitbraak van COVID-19 wenselijk is enkele spoedeisende tijdelijke voorzieningen te treffen op het terrein van het Ministerie van Justitie en Veiligheid;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Paragraaf

1

Regelgevingsprocedures

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Paragraaf

2

Tijdelijke voorziening inzake mondelinge behandeling in burgerlijke en bestuursrechtelijke zaken

Artikel

2

(mondelinge behandeling in burgerlijke en bestuursrechtelijke gerechtelijke procedures)

Artikel

3

(verlenging ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing)

Beschikkingen in zaken van verlenging van een ondertoezichtstelling en van verlenging van de machtiging van de gecertificeerde instelling, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet, om een minderjarige uit huis te plaatsen niet zijnde een machtiging als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Jeugdwet, kunnen aanstonds worden gegeven indien mondelinge behandeling ook met toepassing van een tweezijdig elektronisch communicatiemiddel onmogelijk blijkt. Een verlenging is in dat geval mogelijk voor de duur van maximaal drie maanden.

Paragraaf

3

Tijdelijke afwijking geldigheidsduur deskundigenverklaring artikel 1:28a BW

Paragraaf

4

Tijdelijke afwijking diverse bepalingen Burgerlijke Wetboek, Boek 2 (rechtspersonen) en Boek 5 (verenigingen van eigenaars)

Artikel

5

(algemeen)

Artikel

6

(algemene vergadering verenigingen)

Artikel

7

(verslaglegging vereniging en coöperatie)

In afwijking van de artikelen 48 lid 1, 49 lid 1 en 58 lid 1 kan de termijn van zes maanden na afloop van het boekjaar door het bestuur worden verlengd met ten hoogste vier maanden. In dat geval heeft de algemene vergadering geen bevoegdheid tot verlenging.

Artikel

8

(verslaglegging naamloze vennootschap)

In afwijking van artikel 101 lid 1 kan de termijn van vijf maanden na afloop van het boekjaar door het bestuur worden verlengd met ten hoogste vijf maanden. In dat geval heeft de algemene vergadering geen bevoegdheid tot verlenging en is de laatste zin van artikel 98 lid 3 niet van toepassing.

Artikel

9

(algemene vergadering naamloze vennootschap)

In afwijking van artikel 108 lid 2 kan de termijn van zes maanden na afloop van het boekjaar of de in de statuten gestelde kortere termijn door het bestuur worden verlengd met ten hoogste vier maanden.

Artikel

10

(algemene vergadering naamloze vennootschap)

Artikel

11

(algemene vergadering naamloze vennootschap)

Artikel

12

(algemene vergadering naamloze vennootschap)

Voor zover de statuten zulks niet bepalen, kan, in aanvulling op artikel 117a lid 1, het bestuur bepalen dat iedere aandeelhouder bevoegd is om, in persoon of bij een schriftelijk gevolmachtigde, langs elektronische weg aan de algemene vergadering deel te nemen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen.

Artikel

13

(algemene vergadering naamloze vennootschap)

Artikel

14

(algemene vergadering naamloze vennootschap)

In aanvulling op artikel 118 lid 1 kan het bestuur bepalen dat het stemrecht slechts kan worden uitgeoefend door middel van een elektronisch communicatiemiddel. Dit wordt bij de oproeping of bij de wijziging van de wijze van vergaderen vermeld.

Artikel

15

(onbehoorlijke taakvervulling bestuur naamloze vennootschap)

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

16

(verslaglegging besloten vennootschap)

In afwijking van artikel 210 lid 1 kan de termijn van vijf maanden na afloop van het boekjaar door het bestuur worden verlengd met ten hoogste vijf maanden. In dat geval heeft de algemene vergadering geen bevoegdheid tot verlenging.

Artikel

17

(algemene vergadering besloten vennootschap)

Artikel

18

(algemene vergadering besloten vennootschap)

Artikel

19

(algemene vergadering besloten vennootschap)

Voor zover de statuten zulks niet bepalen, kan, in afwijking van artikel 227a lid 1, het bestuur bepalen dat iedere aandeelhouder bevoegd is om, in persoon of bij een schriftelijk gevolmachtigde, langs elektronische weg aan de algemene vergadering deel te nemen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen.

Artikel

20

(algemene vergadering besloten vennootschap)

Voor zover de statuten zulks niet bepalen, kan, in afwijking van artikel 227b, het bestuur bepalen dat stemmen die voorafgaand aan de algemene vergadering langs elektronische weg worden uitgebracht, doch niet eerder dan op de dertigste dag voor die van de vergadering, gelijk worden gesteld met stemmen die ten tijde van de vergadering worden uitgebracht. Dit wordt bij de oproeping vermeld.

Artikel

21

(algemene vergadering besloten vennootschap)

In aanvulling op artikel 228 lid 1 kan het bestuur bepalen dat het stemrecht slechts kan worden uitgeoefend langs elektronische weg. Dit wordt bij de oproeping of bij de wijziging van de wijze van vergaderen vermeld.

Artikel

22

(onbehoorlijke taakvervulling bestuur besloten vennootschap)

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

23

(verslaglegging stichting)

Artikel

24

(vereniging van eigenaars)

Paragraaf

5

Tijdelijke voorziening inzake het verlijden van akten met behulp van audiovisuele hulpmiddelen

Artikel

26

(verlijden akte ten overstaan van een notaris met behulp van audiovisuele middelen)

Paragraaf

6

Tijdelijke voorziening ten aanzien van strafzaken

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Paragraaf

7

Tijdelijke voorziening inzake tenuitvoerlegging taakstraffen

Artikel

29

(verlenging termijn tenuitvoerlegging taakstraffen)

Paragraaf

8

Tijdelijke voorziening herstel verzuim in hoger beroep in vreemdelingenzaken

Artikel

30

(herstel verzuim in hoger beroep in vreemdelingenzaken)

Paragraaf

9

Tijdelijke voorziening elektronische vergaderingen beroepsorganisaties

Artikel

31

(Tijdelijke voorziening ledenvergadering Nederlandse beroepsorganisatie van accountants)

Artikel

32

(Tijdelijke voorziening vergaderingen Nederlandse orde van advocaten en orde van advocaten in de arrondissementen)

De voorzitter van het college van afgevaardigden, bedoeld in artikel 19 van de Advocatenwet, of de voorzitter van de jaarlijkse vergadering van de orde van advocaten, bedoeld in artikel 22 van de Advocatenwet, kan bepalen dat leden en anderen geen toegang hebben tot vergaderingen van het college van afgevaardigden of de jaarlijkse vergadering van de orde van advocaten. In dat geval draagt de voorzitter er zorg voor dat de leden van het college van afgevaardigden dan wel de leden van de jaarlijkse vergadering van de orde van advocaten door middel van een tweezijdig elektronisch communicatiemiddel aan de opgeroepen vergadering kunnen deelnemen, daarin het woord kunnen voeren en het stemrecht kunnen uitoefenen. Daartoe is vereist dat de leden via het elektronisch communicatiemiddel kunnen worden geïdentificeerd.

Paragraaf

10

Tijdelijke voorzieningen afname celmateriaal

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Paragraaf

11

Tijdelijke voorziening bestuursdwang Wet veiligheidsregio’s

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Paragraaf

12

Slotbepalingen

Artikel

35

(inwerkingtreding en verval)

Artikel

36

(citeertitel)

Deze wet wordt aangehaald als: Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Willem-Alexander
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus