Besluit van 18 september 2020, houdende regels voor een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor het beheer van afvalstoffen (Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid)

Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Milieu en Wonen van 8 april 2020, nr. IenW/BSK-2020/43287, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op Richtlijn (EU) 2018/851 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen (PbEU 2018, L 150) alsmede artikel 9.5.2, eerste lid, van de Wet milieubeheer;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 8 juli 2020, nr.W17.20.0103/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 11 september 2020, nr. IenW/BSK-2020/156218, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

(definities en reikwijdte)

Artikel

2

(verplichtingen producent)

Artikel

3

(financiële verplichtingen producent)

Artikel

4

(melding)

Artikel

5

(verslag)

Artikel

6

(producentenorganisatie)

Artikel

7

(overgangsrecht)

Dit besluit is tot 1 januari 2023 niet van toepassing op een regeling, bedoeld in artikel 1, tweede lid, die voor 4 juli 2018 is vastgesteld.

Artikel

8

(inwerkingtreding)

Dit besluit treedt in werking met ingang van de datum waarop de Implementatiewet wijziging EU-kaderrichtlijn afvalstoffen in werking treedt. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na de in de eerste volzin bedoelde datum, treedt zij in werking vier weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met de in de eerste volzin bedoelde datum.

Artikel

9

(citeertitel)

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus