Besluit van 15 oktober 2020, houdende regels voor het langs elektronische weg procederen in het civiele recht en in het bestuursrecht (Besluit elektronisch procederen)

Besluit elektronisch procederen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 10 juli 2020, nr. 2968352; directie Wetgeving en Juridische Zaken,
Gelet op:
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 23 september 2020, nr. W16.20.0245/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 15 oktober 2020; nr. 3051637, directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Dit besluit is van toepassing op het langs elektronische weg procederen in het civiele recht of in het bestuursrecht bij:

  • a.

    de rechtbanken, de gerechtshoven en de Hoge Raad;

  • b.

    de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State;

  • c.

    de Centrale Raad van Beroep;

  • d.

    het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

De authenticatie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b, vindt plaats met een middel dat in het desbetreffende procesreglement is aangewezen en dat:

  • a.

    is uitgegeven door:

    • 1°.

      de overheid;

    • 2°.

      een daartoe onder toezicht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties staande organisatie; of

    • 3°.

      de Nederlandse orde van advocaten; en

  • b.

    uitgaat van tweefactorauthenticatie of voldoet aan het betrouwbaarheidsniveau substantieel of hoog.

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Een onderneming of rechtspersoon die niet op grond van artikel 5 of 6 van de Handelsregisterwet 2007 staat ingeschreven in het handelsregister is niet verplicht elektronisch te procederen tenzij de onderneming of rechtspersoon in de procedure wordt vertegenwoordigd door een derde die in Nederland verplicht is tot elektronisch procederen.

Artikel

8

Als op de laatste dag van een voor de indiener geldende termijn voor indiening van een bericht een niet aan hem toerekenbare verstoring plaatsvindt van de toegang tot het aangewezen digitale systeem voor gegevensverwerking, is een daardoor veroorzaakte overschrijding van de termijn verschoonbaar als het bericht uiterlijk wordt ingediend op de eerstvolgende dag na de dag waarop de indiener ermee bekend had kunnen zijn dat de verstoring is verholpen.

Artikel

9

De volgende besluiten en regeling worden ingetrokken:

Artikel

10

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021.

Artikel

11

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit elektronisch procederen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Willem-Alexander
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus