Besluit van 28 september 2021, houdende tijdelijke bepalingen ter uitvoering van de Europese verordening over certificaten met betrekking tot covid-19 (Tijdelijk besluit DCC)

Tijdelijk besluit DCC

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 17 september 2021, kenmerk 3253941-1015144-WJZ;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 22 september 2021, no. W13.21.0287/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 september 2021, kenmerk 3259308-1015144-WJZ;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • applicatie: door de minister beschikbaar gestelde applicatie, waaronder een mobiele applicatie, een webapplicatie en een portalapplicatie;

  • betrokkene: persoon waarop het certificaat betrekking heeft;

  • certificaat: vaccinatiecertificaat, testcertificaat of herstelcertificaat;

  • CIBG: agentschap Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg, bedoeld in artikel 1 van het Instellingsbesluit agentschap Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg;

  • CIMS: COVID-vaccinatie Informatie- en Monitoringsysteem van het RIVM;

  • gemeentelijke gezondheidsdienst: gemeentelijke gezondheidsdienst als bedoeld in artikel 14 van de Wet publieke gezondheid of de afdeling publieke gezondheid van het openbare lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba;

  • herstelcertificaat: certificaat als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c, van de verordening;

  • minister: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • testcertificaat: certificaat als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b, van de verordening;

  • tester: zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, of als bedoeld in artikel 1, onder j, van de Wet zorginstellingen BES, die een test op infectie met het virus SARS-CoV-2 heeft uitgevoerd waarvan de uitslag wordt opgenomen in een testcertificaat of een herstelcertificaat;

  • vaccinatiecertificaat: certificaat als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, van de verordening;

  • vaccineerder: zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, of als bedoeld in artikel 1, onder j, van de Wet zorginstellingen BES, die een vaccin tegen het virus SARS-CoV-2 heeft toegediend dat wordt opgenomen in een vaccinatiecertificaat;

  • verordening: verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren (PbEU 2021, L 211/1);

  • wet: Wet publieke gezondheid.

Artikel

2

Dit besluit is, met uitzondering van artikel 8, tweede lid, mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel

3

Een certificaat wordt uitsluitend op verzoek van betrokkene aangemaakt.

Artikel

4

Artikel

5

De tester die een test op infectie met het virus SARS-CoV-2 heeft uitgevoerd waarvan de uitslag negatief is, draagt er op verzoek van betrokkene, gedaan met een mobiele applicatie of webapplicatie, zorg voor dat de persoonsgegevens die nodig zijn voor het aanmaken van een testcertificaat op zodanige wijze verstrekt worden dat betrokkene door middel van de:

  • a.

    mobiele applicatie een digitaal testcertificaat kan aanmaken;

  • b.

    webapplicatie een testcertificaat kan aanmaken om op papier af te drukken.

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

9a

Artikel

10

Betrokkene kan zijn persoonsgegevens, opgenomen op papier uitgegeven certificaat, met de mobiele applicatie verwerken om een digitaal certificaat aan te maken.

Artikel

11

Personen en organisaties die verplicht of bevoegd zijn te verifiëren of betrokkene beschikt over een bepaald certificaat of een daarmee ingevolge artikel 3, tiende lid, of 8, tweede lid, van de verordening gelijk gesteld certificaat, verwerken de daartoe noodzakelijke persoonsgegevens.

Artikel

12

Personen en organisaties verwerken bij de uitvoering van de verordening en dit besluit de gegevens en persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor het realiseren van de gegevensuitwisseling ter uitvoering van de verordening en dit besluit.

Artikel

12a

Een certificaat wordt als ongeldig aangemerkt indien het is opgenomen in een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangelegde lijst van certificaten waarvan bij de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het gegronde vermoeden bestaat dat handelingen zijn verricht met of met betrekking tot het certificaat, die het vertrouwen in het certificaat hebben geschaad of zullen schaden.

Artikel

13

Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2021 en vervalt op het tijdstip waarop artikel 6ba van de wet vervalt.

Artikel

14

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijk besluit DCC.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Willem-Alexander
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus