Artikel
I
Wijziging van de Wet arbeid en zorg
Wijzigt de Wet arbeid en zorg.
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Wijzigt de Wet arbeid en zorg.
Wijzigt de Wet flexibel werken.
Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.
Wijzigt de Arbeidstijdenwet.
Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 7.
Wijzigt de Werkloosheidswet.
Wijzigt de Wet financiering sociale verzekeringen.
Wijzigt de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.
Wijzigt de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Wijzigt de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Wijzigt de Ziektewet.
Dit artikel treedt niet meer in werking. Het artikel is ingetrokken door Stb. 2021/627.
Wijzigt deze wet.
Wijzigt deze wet.
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt binnen drie jaar na inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Deze wet treedt, met uitzondering van artikel I, onderdeel G, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Artikel I, onderdeel G, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet betaald ouderschapsverlof.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.