Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 24 juni 2022, nr. PO/33175747, houdende regels voor subsidieverstrekking voor het verbeteren van ventilatie in scholen door het bieden van maatwerk (Maatwerkregeling ventilatie op scholen)

Maatwerkregeling ventilatie op scholen

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Besluit:

Artikel

1

Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • bevoegd gezag: bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs of artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

  • bouw- en installatiekosten: kosten van ontwerp, bouwmateriaal, bouwmaterieel, gebouwgebonden installaties, projectmanagement en arbeid, inclusief kosten voor sloop en lood- en asbestverwijdering;

  • CO2-concentratie: concentratie van kooldioxide, uitgedrukt in parts per million (ppm), gemeten in de ademzone van verblijfsruimten gedurende de gebruikstijd van die ruimten;

  • hoofd-, neven- of tijdelijke nevenvestiging van het voortgezet onderwijs: hoofdvestiging, nevenvestiging of tijdelijke nevenvestiging als bedoeld in artikel 73 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • stichting Ruimte-OK: stichting die de verplichte schoolbezoek aflegt en de urgentieverklaring afgeeft op grond van de door onder haar instructie op de schoollocatie uitgevoerde CO2- en temperatuurmeting;

  • gemiddeld weerbeeld: weerbeeld waarbij geen sprake is van een opeenvolging van minimaal vijf zomerse dagen met een maximumtemperatuur van 25,0 graden Celsius of hoger, waarvan minimaal drie tropische dagen met een maximumtemperatuur van 30,0 graden Celsius of hoger zijn, of geen sprake is van een opeenvolging van minimaal vijf ijsdagen met een minimumtemperatuur van 0,0 graden Celsius of lager, waarvan minimaal drie dagen met zeer strenge vorst met een minimumtemperatuur van minus 10,0 graden Celsius of lager;

  • minister: Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs;

  • project: technisch, functioneel of in de tijd samenhangend geheel van werkzaamheden van een gemeente, een gemeente en een bevoegd gezag of een bevoegd gezag aan één of meer schoolgebouwen op dezelfde locatie;

  • school voor basisonderwijs: basisschool of school voor speciaal basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs en in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

  • schoolgebouw: gebouw dat mede dan wel uitsluitend wordt gebruikt voor een door het Rijk bekostigde school of nevenvestiging van het basisonderwijs, of voor een door het Rijk bekostigde hoofd-, neven- of tijdelijke nevenvestiging van het voortgezet onderwijs, dan wel een gebouw van een verticale scholengemeenschap als bedoeld artikel 2.6.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs dat uitsluitend wordt gebruikt voor voortgezet onderwijs;

  • urgentieverklaring: verklaring als bedoeld in artikel 8, eerste lid.

Artikel

3

Doelstelling van de regeling

Deze regeling heeft tot doel:

  • a.

    het stimuleren van projecten waarmee door middel van noodzakelijke en energiezuinige maatregelen de ventilatie in bestaande schoolgebouwen kan worden verbeterd; en

  • b.

    het stimuleren van projecten als bedoeld in onderdeel a in gevallen, waarin de ventilatiesituatie het meest urgent is.

Artikel

4

Subsidieplafonds

Artikel

5

Te subsidiëren activiteiten

Artikel

6

Subsidiabele kosten

Artikel

7

Maximale hoogte basissubsidie

Het subsidiebedrag bedraagt 30 procent van de totale kosten, bedoeld in artikel 6, eerste lid.

Artikel

8

Maximale hoogte vangnetsubsidie

Artikel

9

Aanvraag van de basissubsidie

Artikel

10

Aanvraag van de vangnetsubsidie

Artikel

11

Aanvraagvereisten

Artikel

12

Wijze van verdelen basissubsidie

Artikel

13

Wijze van verdelen vangnetsubsidie

Artikel

14

Verstrekking subsidie

Artikel

15

Verplichtingen

Artikel

16

Afwijzingsgronden

Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt een subsidie in elk geval geweigerd:

  • a.

    voor zover de aanvraag betrekking heeft op een locatie waarvoor uit hoofde van de Regeling specifieke uitkering ventilatie in scholen subsidie is verstrekt.

  • b.

    indien de aanvraag na de sluiting van de desbetreffende aanvraagperiode is ingediend;

  • c.

    indien voor hetzelfde project als bedoeld in artikel 5, eerste lid, ook op grond van artikel 9 een aanvraag is ingediend;

  • d.

    indien een aanvraag wordt gedaan voor de maatwerksubsidie, bedoeld in artikel 10, en uit de urgentieverklaring blijkt dat de prestatie-indicatie ‘voldoende/goed’, ‘optimaal/goed’ of ‘optimaal/zeer goed’ is.

Artikel

17

Verantwoording en betaling bij een subsidie tot 125.000 euro

Artikel

18

Verantwoording, bevoorschotting en terugvordering bij een subsidie van 125.000 euro of meer

Artikel

20

Inwerkingtreding en vervaldatum

Artikel

21

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Maatwerkregeling ventilatie op scholen.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

Bijlage

bij artikel 8, derde lid ‘Beschrijving gestandaardiseerd proces van een vergelijking van hun onderlinge geschiktheid om bij te dragen aan de doelstellingen van deze subsidie’

Om een subsidie op grond van artikel 8 van deze regeling te ontvangen is één van de voorwaarden dat het bevoegd gezag bij de aanvraag van de subsidie de urgentieverklaring als bedoeld in artikel 8, eerste lid, overlegt. Stichting Ruimte-OK geeft deze urgentieverklaring af aan het bevoegd gezag dat de subsidie aanvraagt. Deze urgentieverklaring komt tot stand op de hieronder beschreven wijze.

Om de urgentie van de ventilatiesituatie te bepalen, is de volgende categorisering van toepassing met bijbehorende puntenscore. Hoe hoger de puntenscore, hoe hoger de urgentie. Voor de bepaling van de totale score, wordt de uitkomst van de berekening van de categorie van de CO2-concentratie opgeteld bij de uitkomst van de categorie binnentemperatuur. De wegingsfactoren bij CO2-concentratie en binnentemperatuur zijn respectievelijk 0,7 en 0,3.

0–1.000 ppm

1

1.001-1.400 ppm

2

> 1.400

3

Subtotaal

Subtotaal .... x weging 0,7

Klasse B: binnentemperatuur voldoet aan frisse scholen B (19–24 graden)

1

Klasse C: binnentemperatuur voldoet aan frisse scholen C (18–25 graden)

2

Buitencategorie: binnentemperatuur valt in hitteprotocol (boven 25 graden) óf onder 18 graden.

3

Subtotaal

Subtotaal .... x weging 0,3

Om in een categorie (zowel CO2-concentratie als binnentemperatuur) te vallen moeten de meetresultaten voor 95% van de tijd van de meting gedurende de twee wekentussen de grenswaarden van de categorie vallen. De margegebieden van zowel de binnenluchtkwaliteit (CO2-waarde) als ook de binnentemperatuur dienen minimaal 95% van de gebruikstijd behaald te worden. De marge van 5% is overeenkomstig het Programma van Eisen Frisse Scholen 2021 en is aangehouden om rekening te houden met storingen of extreme situaties die zich kort voor kunnen doen. Van de metingen in de twee lokalen wordt de slechtste van de twee meetuitkomsten genomen om te bepalen in welke categorie van de CO2-concentratie en van de binnentemperatuur de locatie valt.

Hieronder is inzichtelijk gemaakt hoe dit leidt tot 9 mogelijke variaties in de scores:

School 1

1.600

16

3,0

onvoldoende/slecht

School 2

1.600

18

2,7

onvoldoende

School 3

1.600

20

2,4

matig

School 4

1.200

16

2,3

matig/voldoende

School 5

1.200

18

2,0

voldoende

School 6

1.200

20

1,7

voldoende / redelijk

School 7

850

16

1,6

voldoende / goed

School 8

850

18

1,3

optimaal / goed

School 9

850

20

1,0

optimaal/zeer goed