-
a.
Volledige verloskundige zorg
Het maximumtarief per volledige verloskundige zorg is de uitkomst van de rekenomzet (arbeidskostencomponent (zie artikel 5.1.a) + praktijkkostenbestanddeel (zie artikel 5.1.b)) gedeeld door de rekennorm (zie artikel 5.1.c).
-
b.
Volledige prenatale verloskundige zorg
Het maximumtarief voor de volledige prenatale verloskundige zorg bedraagt 37% van het maximumtarief van de volledige verloskundige zorg.
-
c.
Volledige natale verloskundige zorg
Het maximumtarief voor de volledige natale verloskundige zorg bedraagt 40,5% van het maximumtarief van de volledige verloskundige zorg.
-
d.
Volledige postnatale verloskundige zorg
Het maximumtarief voor de volledige postnatale verloskundige zorg bedraagt 22,5% van het maximumtarief van de volledige verloskundige zorg.
-
e.
Prenatale verloskundige zorg bij miskraam of verwijzing van de cliënt naar het ziekenhuis/de medisch specialistische zorg
Het maximumtarief voor prenatale verloskundige zorg bij miskraam of verwijzing van de cliënt naar het ziekenhuis/de medisch specialistische zorg bedraagt:
-
–
in de periode van 0 tot en met 14 weken van de zwangerschap: 34% van het maximumtarief van de volledige prenatale zorg;
-
–
in de periode van 15 tot en met 29 weken van de zwangerschap: 51% van het maximumtarief van de volledige prenatale zorg;
-
–
in de periode na 29 weken van de zwangerschap, maar vóór de bevalling: 115% van het maximumtarief van de volledige prenatale zorg.
-
f.
Prenatale verloskundige zorg bij overdracht van de cliënt naar andere zorgaanbieder tijdens de zwangerschap
Het maximumtarief voor prenatale verloskundige zorg bij overdracht van de cliënt aan andere zorgaanbieder tijdens de zwangerschap bedraagt:
-
–
in de periode van 0 tot en met 14 weken van de zwangerschap: voor eerste zorgaanbieder 17% en voor tweede zorgaanbieder 100% van het maximumtarief van de volledige prenatale zorg;
-
–
in de periode van 15 tot en met 29 weken van de zwangerschap: voor eerste zorgaanbieder 51% en voor tweede zorgaanbieder 66% van het maximumtarief van de volledige prenatale zorg;
-
–
in de periode na 29 weken van de zwangerschap, maar vóór de bevalling: voor eerste zorgaanbieder 72% en voor tweede zorgaanbieder 45% van het maximumtarief van de volledige prenatale zorg.
-
a.
Toeslag opslagwijken
Over de basis verloskundige zorgprestaties aan cliënten woonachtig in een opslagwijk kan een toeslag in rekening worden gebracht.
De hoogte van de toeslag bedraagt 23%.
De vaststelling van de opslagwijken vindt plaats conform de systematiek zoals omschreven in de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg.
De vaststelling van de opslaggebieden vindt plaats op grond van een door de NZa uitgevoerd onderzoek. De NZa hanteert voor de berekening van de achterstandsindex CBS-gegevens op postcode 6- en postcode 5-niveau. Per postcode-6-gebied wordt bepaald welke postcodes in de achterstandsgebieden voorkomen. De achterstandsindex wordt gebaseerd op de volgende criteria:
-
–
percentage inwoners met laag inkomen;
-
–
percentage niet-actieven;
-
–
percentage niet-Westerse allochtonen of midden-Oost-Europeaan;
Verzekerden woonachtig in de betreffende postcodes worden aangemerkt als woonachtig in een opslagwijk.
-
b.
Toeslag regeling Medische zorg Asielzoekers (RMA) in centrale opvang
Voor de basis verloskundige zorgprestaties aan RMA-verzekerden in de centrale opvang kan een toeslag in rekening worden gebracht. De hoogte van de toeslag bedraagt 23%.
-
c.
Toeslag structureel verminderde beschikbaarheid of bereikbaarheid van de tweede lijn
Over de basis verloskundige zorgprestaties kan een toeslag in rekening worden gebracht als sprake is van aanvullende maatregelen of werkzaamheden vanuit de eerste lijn vanwege structureel verminderde beschikbaarheid of bereikbaarheid van de tweede lijn. De hoogte van de toeslag bedraagt maximaal 40%. Deze toeslag kan enkel in rekening worden gebracht als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
–
De toeslag op de reguliere tarieven dient om aanvullende maatregelen of werkzaamheden vanuit de eerste lijn te dekken, veroorzaakt door een structureel verminderde beschikbaarheid of bereikbaarheid van de tweede lijn.
-
–
De toeslag kan enkel in rekening worden gebracht indien voor een aanzienlijk deel van de populatie van de betreffende verloskundige praktijk structureel verminderde beschikbaarheid of bereikbaarheid van de tweede lijn geldt.
-
–
De aanvullende maatregelen en/of werkzaamheden zijn erop gericht om de verloskundige activiteiten zo lang mogelijk vanuit de eerste lijn uit te voeren, daar waar het enige alternatief vroegtijdige overdracht aan de tweede lijn is.
-
–
De toeslag kan alleen in rekening worden gebracht als de zorgverlener met de zorgverzekeraar van de cliënt hiervoor een overeenkomst heeft. In deze overeenkomst staan de aanvullende eerstelijns verloskundige maatregelen en/of werkzaamheden, en de hoogte van de in rekening te brengen toeslag vastgelegd. Voor het in rekening brengen van deze toeslag is het niet vereist dat er tevens een overeenkomst tussen zorgverlener en de zorgverzekeraar van de cliënt is gesloten met betrekking tot de basis verloskundige zorg (deel)prestaties.
-
d.
Toeslag 1e lijns geboortecentrum
Bij bevalling in een geboortecentrum kan naast het maximumtarief voor de verschillende (deel)prestaties verloskundige zorg ook de toeslag 1e lijns geboortecentrum in rekening worden gebracht. Hierbij geldt het maximumtarief voor de poliklinische bevallingen niet door een gynaecoloog met partusassistentie (190043, 190045, 190047), zoals vastgelegd in de prestatie- en tariefbeschikking medisch-specialistische zorg.
Deze toeslag kan in rekening worden gebracht aan de cliënt of zijn zorgverzekeraar bij verloskundige zorgverlening vanuit een geboortecentrum. Een geboortecentrum is in dit verband een locatie, anders dan thuis, waar laag risico zwangeren kunnen bevallen onder verantwoordelijkheid van een eerstelijns verloskundig professional. Hierbij zijn er in ieder geval faciliteiten die een normaal verloop van de baring kunnen ondersteunen. Onderdeel van de prestatie toeslag 1e lijns geboortecentrum is ook de partusassistentie, inclusief het starttarief voor partusassistentie. De prestaties betreffende partusassistentie, opgenomen in de thans geldende Beleidsregel kraamzorg als ‘assistentie van kraamzorg bij de bevalling’, kunnen niet naast deze toeslag worden gedeclareerd.
De zorgaanbieder heeft de mogelijkheid om (onderdelen van) de toeslag met inachtneming van het geldende maximumtarief via onderlinge dienstverlening in rekening te brengen aan een andere zorgaanbieder.
Ook een andere zorgaanbieder dan de zorgaanbieder die verloskundige zorg levert aan de betrokken cliënt heeft de mogelijkheid om deze toeslag in rekening te brengen bij de cliënt of zijn zorgverzekeraar.
-
e.
Toeslag 1e lijns geboortecentrum met beschikbaarheid lachgas
Bij bevalling in een geboortecentrum met lachgassedatie kan ook de toeslag 1e lijns geboortecentrum met beschikbaarheid lachgas in rekening worden gebracht, naast het maximumtarief voor de verschillende (deel)prestaties verloskundige zorg. Het tarief voor deze toeslag bedraagt de optelsom van het maximumtarief voor de poliklinische bevallingen niet door een gynaecoloog met partusassistentie (190043, 190045, 190047) plus de ‘toeslag lachgassedatie bij poliklinische bevalling niet door een gynaecoloog’ (199803) zoals vastgelegd in de prestatie- en tariefbeschikking medisch-specialistische zorg.
Deze toeslag dient om natale en postnatale zorg in een eerstelijns geboortecentrum te faciliteren, waarbij pijn wordt bestreden door een lachgasmengsel toe te dienen.
Lachgassedatie is een beheersbare farmacologische techniek, zorgvuldig uitgevoerd door een hiertoe geschoolde verloskundige in een omgeving met adequate toedienings- en afzuigingsmogelijkheden. Hierbij ademt de cliënt een variabele combinatie van lachgas en zuurstof via een neusmasker in om een gevoel van ontspanning en geruststelling bij de cliënt te bereiken. Gedurende de gehele sedatie blijft de cliënt het gasmengsel inademen, en blijven de beschermende vitale reflexen intact.
Het tarief kan enkel in rekening worden gebracht als over deze prestatie samenwerkingsafspraken zijn gemaakt op het niveau van het verloskundig samenwerkingsverband. Onderdeel van de prestatie toeslag 1e lijns geboortecentrum is ook de partusassistentie, inclusief het starttarief voor partusassistentie. De prestaties betreffende partusassistentie, opgenomen in de thans geldende Beleidsregel kraamzorg als ‘assistentie van kraamzorg bij de bevalling’, kunnen niet naast deze toeslag worden gedeclareerd.
De toeslag 1e lijns geboortecentrum met beschikbaarheid lachgas mag niet in rekening worden gebracht als voor de betrokken cliënt de toeslag 1e lijns geboortecentrum al in rekening is gebracht.
De zorgaanbieder heeft de mogelijkheid om (onderdelen van) de toeslag met inachtneming van het geldende maximumtarief via onderlinge dienstverlening in rekening te brengen aan een andere zorgaanbieder. Ook een andere zorgaanbieder dan de zorgaanbieder die verloskundige zorg levert aan de betrokken cliënt heeft de mogelijkheid om deze toeslag in rekening te brengen bij de cliënt of zijn zorgverzekeraar.
-
f.
Toeslag integrale geboortezorg
Naast het maximumtarief voor de verschillende (deel)prestaties verloskundige zorg kan ook een toeslag integrale geboortezorg per zwangere vrouw in rekening worden gebracht. Deze toeslag biedt aanvullende tariefruimte om de kwaliteit van verloskundige zorg te verbeteren, inclusief de bevordering van de samenwerking en professionalisering binnen de verloskundige keten. Een onderdeel hiervan kan de inzet van een medisch specialist gedurende het eerstelijns verloskundig traject zijn (het meekijkconsult). De toeslag kan alleen in rekening worden gebracht als hiervoor een overeenkomst is gesloten tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar van de cliënt. In de overeenkomst zijn de inhoud van de te leveren zorg en de hoogte van het in rekening te brengen tarief vastgelegd.
Deze toeslag kan enkel in rekening worden gebracht als er ook verloskundige zorg is geleverd aan de betrokken cliënt.
De zorgverzekeraar heeft de mogelijkheid om deze toeslag overeen te komen met een andere zorgaanbieder dan de zorgaanbieder die verloskundige zorg levert aan de betrokken cliënt.
Een voorbeeld van deze andere zorgaanbieder kan zijn een gezamenlijke juridische entiteit zijn, waarin naast de eerstelijns verloskundige ook de andere disciplines binnen de verloskundige keten deelnemen. De toeslag kan één keer per zwangere vrouw in rekening worden gebracht door een zorgaanbieder aan een zorgverzekeraar. De toeslag kan, of delen van de toeslag kunnen, met inachtneming van het geldende maximumtarief in rekening worden gebracht aan een andere zorgaanbieder.
Het maximumtarief van de toeslag integrale geboortezorg bedraagt 10% van het tarief van de prestatie volledige verloskundige zorg.
-
g.
Tijdelijke toeslag inzet tolk per 15 minuten
De toeslag inzet tolk is een toeslag voor zorg geleverd aan cliënten met een dusdanige taalbarrière om zorg in het kader van zwangerschap en geboorte effectief te ontvangen. De inzet van een tolk is conform de “Inhoudelijk kader inzet tolken anderstaligen”, waarbij de erkende talentolk conform de kwaliteitsstandaard professioneel tolk handelt en de inzet noodzakelijk is ten behoeve van de zorgverlening.
De tolk wordt ingezet tijdens de directe zorglevering van de zorgaanbieder aan de cliënt en mag per vijftien minuten worden gedeclareerd. Het toeslagtarief bedraagt een maximumtarief van € 24,00 (definitief niveau 2022) per prestatie. Dit maximumtarief is overgenomen uit ‘De verantwoording tarieven Zorgprestatiemodel’ van 1 juli 2021 vanuit de GGZ, waarbij het tarief voor deze toeslag is gebaseerd op kostprijsinformatie van de tolk anderstaligen.
-
a.
Termijnecho om vast te stellen hoe lang iemand zwanger is
Het maximum abonnementstarief voor een algemeen termijn echoscopisch onderzoek ten behoeve van de datering van de zwangerschap is de uitkomst van de rekenomzet (rekeninkomen + rekenkosten) gedeeld door de rekennorm (zie artikel 5.2.a).
-
b.
Specifieke diagnose echo
Het maximumtarief voor een specifieke diagnose echo is de uitkomst van het maximumtarief voor een termijnecho om vast te stellen hoe lang iemand zwanger is (zie artikel 6.3.a) gedeeld door factor 1,2.
De volgende specifieke diagnose echo’s worden onderscheiden:
-
1.
De biometrie echo: het beoordelen van de groei van het kind;
-
2.
De echo vanwege bloedverlies;
-
3.
De begeleidingsecho bij het van buitenaf draaien van het ongeboren kind van stuitligging naar hoofdligging;
-
4.
De liggingsecho: het bepalen van de hoofdligging van het kind;
-
5.
De echo lokalisatie placenta; vaststellen waar de placenta zich in de baarmoeder bevindt in het derde trimester van de zwangerschap na vorming van het onderste uterussegment;
-
6.
De vitaliteitsecho: vaststellen locatie en vitaliteit van de zwangerschap in het eerste trimester van de zwangerschap.
-
c.
Het van buitenaf draaien van het ongeboren kind van stuitligging naar hoofdligging
Het maximumtarief voor het van buitenaf draaien van het ongeboren kind van stuitligging naar hoofdligging is de uitkomst van de rekenomzet (rekeninkomen + rekenkosten) gedeeld door de rekennorm (zie artikel 5.2.b).
-
d.
Prenatale screening counseling
Het maximumtarief voor de counseling is de som van de uitkomst van het praktijkkostenbestanddeel gedeeld door de rekennorm en de meerkosten van de counseling als gevolg van de invoering van de counseling over de 13-wekenecho (zie artikel 5.2.c).
-
e.
Prenatale screening Tweede Trimester Structureel Echoscopisch Onderzoek (TTSEO) (echo rond 20 weken zwangerschap)
Het maximumtarief voor het ttseo bij eenlingen én bij het eerste kind van een meerlingenzwangerschap is de uitkomst van 83% maal het praktijkkostenbestanddeel gedeeld door de rekennorm (zie artikel 5.2.d). Het maximumtarief voor het ttseo bij elk volgend kind van een meerlingenzwangerschap is de uitkomst van 83% maal het praktijkkostenbestanddeel gedeeld door de rekennorm (zie artikel 5.2.d).
-
f.
Consult voor vrouw met kinderwens
Het maximumtarief voor ‘consult voor vrouw met kinderwens’ (zowel korter als langer dan 20 minuten) wordt gelijkgesteld aan de hoogte van het maximumtarief voor de prestaties consult passant (korter en langer dan 20 minuten) zoals beschreven in artikel 5.2.3 van de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg.
Het tarief voor een consult voor vrouw met kinderwens kan niet in rekening worden gebracht als de zorgverlener voor de betreffende cliënt ook het inschrijftarief declareert, volgens de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg onder artikel 5.2.1. In dat geval kan de zorg gedeclareerd worden vanuit de reguliere prestatie 5.2.2 consult, volgens de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg.
-
g.
IUD (spiraaltje) of etonogestrel implantatiestaafje aanbrengen/implanteren of verwijderen
Het maximumtarief voor de prestatie wordt gelijkgesteld aan de hoogte van het maximumtarief voor de prestatie zoals beschreven in de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg.
Deze prestatie kan niet in rekening worden gebracht als de zorgaanbieder voor de betreffende cliënt ook het inschrijftarief declareert (zoals beschreven in de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg onder artikel 5.2.1). In dat geval kan de zorg gedeclareerd worden via de prestatie ‘IUD aanbrengen/implanteren of verwijderen etonogestrel implantatiestaafje’ binnen de regelgeving in de huisartsenzorg.
-
h.
Cardiotocogram (CTG) bij minder leven, naderende serotiniteit en het van buitenaf draaien van het ongeboren kind van stuitligging naar hoofdligging.
Het maximumtarief voor de CTG is de uitkomst van de som van de arbeidskostencomponent en het praktijkkostenbestanddeel gedeeld door de rekennorm.
De CTG prestatie is inclusief de bijbehorende echo. Een ‘specifieke diagnose echo’ mag niet parallel aan de CTG prestatie op dezelfde kalenderdag worden gedeclareerd.
De levering van (onderdelen van) de prestaties op het gebied van de verloskundige zorg door een zorgaanbieder in opdracht van een andere zorgaanbieder. De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de ‘uitvoerende zorgaanbieder’. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de ‘opdrachtgevende zorgaanbieder’.
De uitvoerende zorgaanbieder heeft de mogelijkheid om (onderdelen van) de prestaties op het gebied van de verloskundige zorg met inachtneming van de geldende maximumtarieven, in opdracht van de opdrachtgevende zorgverlener via onderlinge dienstverlening in rekening te brengen aan de opdrachtgevende zorgaanbieder.
De maximumtarieven berekend op basis van de artikelen 6.1.a tot en met f en 6.3.a tot en met h kunnen ten hoogste met 10% worden verhoogd indien hieraan een schriftelijke overeenkomst tussen de betreffende zorgaanbieder en ziektekostenverzekeraar ten grondslag ligt.
Een tarief dat niet hoger is dan berekend op basis van de artikelen 6.1.a tot en met f en 6.3.a tot en met h kan aan een ieder in rekening worden gebracht.
Als gevolg van de door de Minister van VWS opgelegde taakstelling zoals verwoord in de aanwijzing d.d. 16 december 2011 met kenmerk MC U 3093364, worden de uitkomsten van de tariefberekening voor overige verloskundige prestaties zoals verwoord in de artikelen 6.3.a tot en met 6.3.e, structureel verlaagd met 1,16%.
In deze beleidsregel is een component voor het (gederfd) rendement op het eigen vermogen van 0,31% toegevoegd aan de structurele tariefcomponenten die de tarieven voor de overige zorggerelateerde prestaties onderbouwen. Het opslagpercentage dient als vergoeding voor de eigen vermogenskosten waarmee de zorgaanbieder ondernemersrisico’s kan opvangen.