Prioriteit 1. Bevorderen van kansengelijkheid
|
Doelstelling:
1.1 Gelijkwaardige behandeling van alle studenten in Nederland
|
Analyseonderdelen:
• Bestaan van/deelname aan eigen studenteninitiatieven, zoals studieverenigingen en introductieweken
• De positie van studenten in het studentenleven
• De mate waarin en de manier waarop de gelijkwaardige positie van studenten in het studentenleven wordt gestimuleerd
• Gemaakte afspraken in de regio over de gelijkwaardige behandeling van studenten i.r.t. het studentenleven
• Het beschikbare internationaliseringsaanbod voor studenten (type aanbod2 en voor welke opleidingsdomeinen en doelgroepen is het aanbod beschikbaar)
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
Pas toe of leg uit:
• Gelijkwaardig positioneren van het mbo en de mbo-studenten
• Creëren van een infrastructuur om studenteninitiatieven, zoals studieverenigingen, te ondersteunen en begeleiden
• Een fysieke studentenkaart introduceren
• Afspraken maken met gemeenten en andere relevante partijen om mogelijk te maken dat studenten kunnen participeren in het studentenleven, met aandacht voor introductieweken en studentensport
|
Doelstelling:
1.2 Verbeteren studentenwelzijn, versterken integrale veiligheid op instellingen en in leerbedrijven, vergroten toegankelijkheid mbo voor studenten met hulpbehoefte en het mbo inclusiever maken
|
Analyseonderdelen:
• Welzijn en integrale veiligheid van studenten
• De rol die de medezeggenschap (waaronder de studentenraad) heeft bij beleid voor welzijn en integrale veiligheid
• Manier waarop het gesprek met studenten over welzijn en sociale veiligheid en het doorbreken van het taboe op deze thema’s wordt gevoerd
• Samenwerking met gemeenten, lokale politie en zorgpartijen over hulp en ondersteuning aan studenten en docenten
|
Percentage studenten dat zich veilig voelt op de instelling (instellingsniveau)
|
JOB-monitor
Aandeel respondenten dat ‘ja’ of ‘ja, zeker’ antwoordt op de vraag ‘Voel je je veilig op school?’
|
Pas toe of leg uit:
• In gesprek gaan met studenten over mentaal welzijn en (integrale) veiligheid om taboe te doorbreken
• Uitbreiding sociaal veiligheidsplan
• Aandacht, kennis en kunde in de ondersteuningsstructuur voor dreigende depressieve- of suïcidale gedachten en vroegtijdig schoolverlaten
• Aansluiten bij de bestaande integrale aanpak Gezonde School en de programma’s Welbevinden op school en Helder op school
• Inzet op de vier thema’s uit de verbeteragenda passend onderwijs3
|
Percentage studenten dat zich veilig voelt bij het leerbedrijf (instellingsniveau)
|
Nieuwe indicator, deze wordt op initiatief van OCW na het de fase van jet opstellen van de kwaliteitsagenda’s opgenomen in een bestaand of nieuw meetinstrument. Instellingen hoeven deze indicator pas mee te nemen in de bestuursverslagen en XBRL zodra deze indicator beschikbaar is
|
Aandeel studenten met een slechte/zeer slechte mentale gezondheid (instellingsniveau)
|
Studentenpeiling NP Onderwijs4
Aandeel studenten met een slechte of een zeer slechte mentale gezondheid
|
Doelstelling:
1.3 Versterken van de begeleiding in het onderwijs en bij de stap van school naar werk of vervolgopleiding (met name voor studenten niveau 2). Ombuigen en afremmen stijging vsv’ers en toewerken naar minder dan 18.000 nieuwe vsv’ers in 2026
|
Analyseonderdelen:
• Tevredenheid studenten niveau 2 met onderwijs en begeleiding
• Aantal voortijdig schoolverlaters op niveau 2 en hoe dat zich verhoudt tot de landelijke streefcijfers (minder dan 18.000 nieuwe voortijdig schoolverlaters in 2026)
• Aansluiting van het onderwijs op niveau 2 op de arbeidsmarkt
|
De aantallen nieuwe voortijdig schoolverlaters per jaar (instellingsniveau en uitgesplitst naar opleidingsniveau en leerweg)
|
DUO
Gegevens worden door DUO aangeleverd
|
Pas toe of leg uit:
• Extra inzet op niveau 25. Deze kan bestaan uit:
• Extra inzet van docenten ten behoeve van kleinere klassen
• Extra begeleiding in het onderwijs/bpv
• Inzet op goede voorbereiding op de overstap naar de arbeidsmarkt6
• Faciliteren en begeleiden van de terugkeer naar school
• Nazorg bieden aan studenten die dat nodig hebben7
• Voortzetten en uitbreiden van de bestaande vsv-aanpak. Maken van nieuwe plannen met streefwaarden en monitoring i.s.m. gemeenten/RMC
|
Het aandeel uitstromers vanuit entree en niveau 2 dat een jaar na afstuderen werk heeft (instellingsniveau en uitgesplitst naar opleidingsniveau en leerweg)
|
CBS
Gegevens van het CBS worden door DUO aangeleverd
|
Het aandeel studenten dat tevreden is over de begeleiding tijdens de opleiding, (instellingsniveau en uitgesplitst naar opleidingsniveau en naar wel/geen ondersteuningsbehoefte)
|
JOB-monitor
Aandeel respondenten dat de begeleiding tijdens de opleiding goed of heel goed vindt, uitgesplitst naar opleidingsniveau en wel/geen ondersteuningsbehoefte
|
Doelstelling:
1.4 Versterken van de beroepsgerichte route door naadloze aansluiting bij verwante doorstroom en door stimuleren in- en doorstroom in de beroepskolom. Positioneren van de keuze voor het beroepsonderwijs als positieve keuze
|
Analyseonderdelen:
• De toereikendheid van de onderwijsinhoud van op elkaar aansluitende opleidingen in vmbo-mbo-hbo voor (regionale) tekortsectoren
• Of/wanneer er een aanvraag is/wordt gedaan voor de regeling doorstroom n.a.v. de regionale analyse, of niet
|
Succes in eerste jaar mbo (startersresultaat) en in het eerste jaar hbo van studenten die doorstromen vanuit het mbo.
(Op instellingsniveau en uitgesplitst naar beroepsopleidingen die nodig zijn voor de maatschappelijke opgaven in de regio, zoals geselecteerd voor de analyse bij prioriteit 2 (aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt), op het gebied van woningbouw, zorg, onderwijs, klimaat en energie, veiligheid, kinderopvang, en de digitale transitie waar maatschappelijk relevant)
|
MBO Raad en DUO
Gegevens m.b.t. startersresultaat (afkomstig van MBO Raad) en succes doorstromers hbo (afkomstig van DUO) worden beiden door DUO aangeleverd. Instellingen selecteren daaruit de door hun gekozen opleidingen.
|
Pas toe of leg uit:
• Maken van een opleidingsanalyse met partners in vo en ho8
• Met partners in het onderwijs zorgen dat leerlingen en studenten in verschillende fases van hun opleiding kunnen kennismaken met beroepsonderwijs9
• Aansluiting tussen onderwijsinstellingen (vo-mbo-ho) versterken door afstemming inhoud en inrichting onderwijsprogramma, met focus op opleidingen die nodig zijn voor maatschappelijke opgaven en waar studenten drempels ervaren10
|
Doelstelling:
1.5 Verminderen van laaggeletterdheid via scholingsprogramma’s11
|
Analyseonderdelen:
• Beschrijving van het onderwijsaanbod voor laaggeletterden in de regio en rol van de instelling daarbij
• Ervaringen en best practices voor het bereiken van de doelgroep
• Mate waarin deze doelgroep doorstroomt naar een beroepsopleiding of de arbeidsmarkt
|
N.v.t.
|
N.v.t.
|
Pas toe of leg uit:
Deelname aan of medewerking verlenen aan het Nationaal Groeifondsproject LLO collectief12
|
Prioriteit 2. Versterking van de aansluiting Onderwijs-arbeidsmarkt
|
Analyseonderdelen:
• Selecteer welke beroepsopleidingen (BC-code) nodig zijn voor de maatschappelijke opgaven in de regio op het gebied van woningbouw, zorg, onderwijs, klimaat en energie, veiligheid, kinderopvang en de digitale transitie waar maatschappelijk relevant. Bepaal dit op basis van de arbeidsvraag en opleidingsaanbod in de regio en beperk het tot beroepen in de bovengenoemde sectoren
• Instroom in de geselecteerde beroepsopleidingen
• Aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt voor de geselecteerde beroepsopleidingen
|
Aantal gediplomeerde studenten in beroepsopleidingen die nodig zijn voor de maatschappelijke opgaven in de regio, zoals geselecteerd bij de analyseonderdelen (uitgesplitst naar beroepsopleiding)
|
DUO
Gegevens m.b.t. diplomering worden door DUO aangeleverd. Instellingen selecteren daaruit de door hun gekozen beroepsopleidingen
|
|
Percentage gediplomeerden dat een jaar na afstuderen werkzaam is in een baan in een gelijke of verwante richting als de beroepsopleiding, van beroepsopleidingen die nodig zijn voor de maatschappelijke opgaven in de regio, zoals geselecteerd bij de analyseonderdelen (uitgesplitst naar beroepsopleiding)
|
CBS (schoolverlatersonderzoek)
Gegevens omtrent doorstroom naar een baan in gelijke of verwante richting worden door DUO aangeleverd. Instellingen selecteren daaruit de door hun gekozen beroepsopleidingen
|
Doelstelling:
2.1 Studenten maken weloverwogen keuze voor een kansrijk beroep passend bij hun interesses, talenten en capaciteiten. Opleidingen bieden duurzame perspectieven op de arbeidsmarkt en baanzekerheid. Bij- en omscholingsmogelijkheden via het mbo zijn transparant
|
Analyseonderdelen:
• Doelmatigheid van het aanbod van opleidingen in het licht van de behoeftes van de regio
• De kwaliteit van LOB, met specifieke aandacht voor kansrijke opleidingen
• Samenwerking met werkgevers over voorlichting, met name voor kansrijke beroepen
• Inzet op het experiment oriëntatieprogramma’s aansluitend op instroom/uitvallers
|
Het aandeel (huidige) studenten dat positief is over de hulp van school bij de keuze over verder leren of werken (instellingsniveau en uitgesplitst naar opleidingsniveau)
|
JOB-monitor
Aandeel respondenten dat goed of heel goed antwoordt op de vraag ‘Na de opleiding moet je kiezen: verder leren of gaan werken. Hoe helpt je school je bij deze keuze?’
|
Verplicht:
• Investeren in extra capaciteit en kwaliteit op LOB, met name voor de opleidingen verbonden met de maatschappelijke opgaven. Extra inzet kan bestaan uit:13
• extra fte voor LOB
• meer en effectieve oriënterende beroeps- of bedrijfsbezoeken
• meer/beter begeleiden van studenten bij het kiezen van een stageplek en -richting
• LOB bijscholingscursus of -training voor docenten loopbaanbegeleiders
Pas toe of leg uit:
• Afspraken met werkgevers over gezamenlijke inzet op voorlichting, zoals oriënterende bedrijfsbezoeken, met name in sectoren met maatschappelijke opgaven
• Regionale afstemming tussen vo, mbo en hbo op LOB, waarbij de loopbaan van de leerling/student centraal staat
• Deelname aan het experiment van een domeinoverstijgend oriëntatieprogramma dat door OCW mogelijk zal worden gemaakt.
• Afspraken maken over de nadere invulling van de Aanpak Kansrijk opleiden op regionaal niveau
|
Instroom studenten in beroepsopleidingen die nodig zijn voor de maatschappelijke opgaven in de regio, zoals geselecteerd bij de analyseonderdelen, op het gebied van woningbouw, zorg, onderwijs, klimaat en energie, veiligheid, kinderopvang en de digitale transitie waar maatschappelijk relevant, totalen en uitgesplitst tussen nieuwe inschrijvingen en switches vanuit andere opleidingen (uitgesplitst naar beroepsopleiding)
|
DUO
Instroomgegevens worden door DUO aangeleverd. Instellingen selecteren daaruit de door hun gekozen beroepsopleidingen
|
Doelstelling:
2.2 Studenten krijgen een kwalitatief goede stageplek of leerbaan die aansluit bij de opleiding en ontwikkelingsbehoefte. Stagediscriminatie wordt uitgebannen en studenten krijgen een passende vergoeding
|
Analyseonderdelen:
• Visie en beleid binnen de instelling over het voorkomen en tegengaan van stagediscriminatie
• Handelingsperspectief van onderwijsprofessionals (stagecoördinatoren, bpv-begeleiders, docenten) bij het voorkomen en tegengaan van stagediscriminatie
• Mogelijkheden tot melden van stagediscriminatie
• Opvolging van meldingen stagediscriminatie en ondersteuningssystematiek voor studenten die stagediscriminatie melden
• Tevredenheid van studenten over stagebegeleiding door de instelling
|
Het percentage studenten dat tevreden is over de begeleiding vanuit de instelling en vanuit leerbedrijf tijdens de stage of leerbaan (uitgesplitst naar leerweg)
|
JOB-monitor
Aandeel respondenten dat goed of heel goed antwoord op de volgende vragen:
Wat vind je van hoe school je heeft begeleid tijdens je stage/bpv? (alleen bol)
Wat vind je van hoe het leerbedrijf je heeft begeleid tijdens je stage/bpv? (alleen bol)
Wat vind je van de manier waarop het leerbedrijf je begeleidt? (alleen bbl)
|
Pas toe of leg uit:
• Goede link tussen LOB/arbeidsmarktvoorbereiding en stages
• Sociale normstelling rondom stagediscriminatie (visie uitdragen en voorbeeldfunctie innemen bij begeleiding van studenten)
• Instellen toegankelijk, laagdrempelig meldpunt stagediscriminatie met ondersteuning voor student
• Regionale werkwijze ontwikkelen voor opvolgen van meldingen en aanpakken van stagediscriminatie
• Meldingen van stagediscriminatie doorgeven aan SBB
• Stagematching bij eerste stage van BOL-studenten in jaar 1
• 3 contactmomenten met student, stagebegeleider en praktijkbegeleider samen, op locatie leerbedrijf
Verplicht:
• Professionaliseren stagebeleid en professionalisering stagebegeleiders o.a. om stagediscriminatie te voorkomen en tegen te gaan
• studenten op de hoogte brengen van de wijze waarop ze (binnen en buiten de instelling) stagediscriminatie kunnen melden
|
Het aantal meldingen op de instelling over stagediscriminatie (instellingsniveau)
|
Gegevens te verzamelen door de instelling
|
Doelstelling:
2.3 Sterk aanbod om- en bijscholing in de regio, op maat, modulair en via de bbl, met specifieke aandacht voor de maatschappelijke opgaven en voor mogelijkheden voor scholing voor mensen die niet (duurzaam) aan het werk zijn. Ten behoeve daarvan wordt samengewerkt in de LLO-katalysator en gebruik gemaakt van de Subsidieregeling praktijkleren14
|
Analyseonderdelen:
• Aansluiting onderwijsaanbod LLO op vraag van regionaal bedrijfsleven en regionale vraagstukken
• Inzet van modulair en diplomagericht onderwijs (bbl, certificaten, praktijkverklaringen)
• Regionale samenwerking ten behoeve van aansluiting opleidingsaanbod (inclusief modulair en diplomagericht aanbod)
• Deelname aan RMT en begeleiding naar scholing
|
Beschrijving van het aanbod aan maatwerkopleidingen (kwalitatieve indicator):
• Binnen welke opleidingsdomeinen en leerwegen er maatwerkopleidingen beschikbaar zijn
• Voor welke doelgroepen maatwerkopleidingen beschikbaar zijn
• Op welke vlakken wordt maatwerk geboden, zoals onderwijsduur (verkorting voor mensen die al relevante leer- en werkervaring hebben), en organisatie van de opleiding (meerdere startmomenten, leren op bedrijfslocaties etc.)
|
Gegevens te verzamelen door de instelling. (Over deze indicator dient de instelling ten tijde van de planvorming te beschikken, en deze valt dus niet onder de uitzondering als genoemd in voetnoot 1)
|
Pas toe of leg uit:
• Vergroten van het aanbod en de bekendheid van bbl-opleidingen, met name degenen die zich richten op de maatschappelijke opgaven
• Bbl-opleidingen afstemmen op wat zij-instromers al kennen en kunnen
• Bbl-aanbod expliciet bekend maken in de regio
• Vergroten aanbod certificaatgericht onderwijs leidend tot certificaten of praktijkverklaringen
• Sluiten van regionale arrangementen met bedrijfsleven gericht op de maatschappelijke opgaven in de regio om opleidingsbehoefte en -aanbod goed op elkaar aan te sluiten
• Leveren van bijdrage aan arbeidsmarktinfrastructuur, waaronder deelname aan de RMT, om begeleiding naar mbo-scholing mogelijk te maken
|
Prioriteit 3. Onderwijs voor de toekomst: kwaliteit, onderzoek en innovatie.
|
Doelstelling:
3.1 De beheersing van Nederlands en rekenen onder studenten wordt beter. De kwaliteit van docenten die Nederlands en rekenen geven wordt versterkt
|
Analyseonderdelen:
• Kwaliteit van het geboden onderwijs in Nederlands/rekenen
• Behoefte aan extra ondersteuning bij bepaalde studenten voor verbeteren van de beheersing van Nederlands en rekenen
• Tevredenheid studenten over de lessen Nederlands en rekenen
• Profiel van docenten Nederlands en rekenen. Wat is het aanstellings- en scholingsbeleid
• Visie van instelling en/of onderwijsteams op het onderwijs in rekenen en Nederlands
|
Aandeel studenten dat positief is over de lessen Nederlands/rekenen (instellingsniveau)
|
JOB-monitor
Aandeel studenten dat de lessen Nederlands goed of heel goed vindt.
Aandeel studenten dat de lessen rekenen goed of heel goed vindt
|
Pas toe of leg uit:
• Investeren in wegwerken corona-achterstanden van studenten die instromen vanuit het vo
• Nederlands en rekenen worden aantrekkelijk en passend bij de leef- en beroepscontext van de student, aangeboden met meer mogelijkheden tot differentiatie per onderwijsniveau
• Maatregelen om specifieke groepen studenten extra te ondersteunen bij Nederlands en rekenen
• Maatregelen om professionalisering van onderwijspersoneel m.b.t. Nederlands en rekenen te bevorderen15 (staat in de werkagenda mbo onder 3.3)
|
Aandeel gediplomeerde studenten dat het getoetste examenniveau16 heeft gehaald (cijfer 5,5 of hoger) voor Nederlands (CE en IE) en rekenen (eindcijfer) (uitgesplitst naar opleidingsniveau en examenniveau)
|
DUO
Gegevens worden door DUO aangeleverd
|
Doelstelling:
3.2 De kwaliteit van het burgerschapsonderwijs wordt beter
|
Analyseonderdelen:
• Burgerschapsontwikkeling van studenten
• Profiel van docenten die worden ingezet voor de lessen burgerschap. Wat is het aanstellings- en scholingsbeleid
• Visie van instelling en/of onderwijsteams op burgerschapsonderwijs
• De manier waarop de studievoortgang van studenten op het gebied van burgerschap wordt gemonitord
|
Aandeel studenten dat positief is over de lessen burgerschap (instellingsniveau)17
|
Nieuwe indicator, deze wordt op initiatief van OCW na de planvorming opgenomen in een bestaand of nieuw meetinstrument. Instellingen hoeven deze indicator pas mee te nemen in de jaarverslagen zodra deze indicator beschikbaar is
|
Pas toe of leg uit:
• Docenten aanstellen op basis van het bekwaamheidsprofiel.18
Bijscholing waar nodig
• Opleidingsachtergrond van docenten burgerschap volgen en bespreken met de ondernemingsraad
• Maatregelen om professionalisering van docenten te bevorderen in relatie tot het bekwaamheidsprofiel burgerschap19 (staat in de werkagenda onder 3.3)
|
Doelstelling:
3.3 Werken in het mbo is en blijft aantrekkelijk. Er is aandacht voor de werkdruk en het carrièreperspectief van onderwijspersoneel.20 De uitval van startend onderwijspersoneel wordt minder. Alle medewerkers in het mbo, waaronder specifiek docenten en andere onderwijsgevenden hebben voldoende mogelijkheden zich te ontwikkelen en professionaliseren
|
Analyseonderdelen:
• Instroom van nieuw onderwijspersoneel voldoende/onvoldoende
• Bestaan van personeelstekorten
• Uitval onder startend onderwijspersoneel
• Begeleiding aan startend onderwijspersoneel
• Loopbaanperspectief voor zittend onderwijspersoneel
• Inschaling van onderwijspersoneel en beleid voor doorgroeimogelijkheden voor de klas
• Ervaren werkdruk onderwijspersoneel
• Professionaliseringsbeleid van de instelling
• Mate waarin gebruik gemaakt wordt van professionaliseringsmogelijkheden
• (Ervaren) barrières om gebruik te maken van professionaliseringsmogelijkheden
|
Tevredenheid van onderwijspersoneel over ontwikkelingsmogelijkheden (instellingsniveau)
|
Medewerkersonderzoek mbo
Score op de vraag ‘Ik ben tevreden over mijn ontwikkelingsmogelijkheden’ voor de groep onderwijspersoneel (OP)
|
Verplicht:
• Ambitieuze en realistische plannen met kwantitatieve doelstellingen maken in samenspraak met de ondernemingsraad op de volgende thema’s:
○ Inschaling onderwijspersoneel
○ Professionalisering onderwijspersoneel
○ Werkdruk onderwijspersoneel
○ Begeleiding van startend onderwijspersoneel
• Onderdeel van het loopbaanbeleid vormen de kwaliteitscriteria voor doorstroom van docenten van LB naar LC en LD en de eventuele limiteringen aan de aantallen die kunnen doorstromen en welke consequenties dit heeft voor het ontwikkelperspectief van docenten in verhouding tot het totale aantal onderwijsgevenden/personeelsbestand in de instelling
• Intensiveren van de inzet op zij-instromers in het aannamebeleid
|
|
Ervaren werkdruk van onderwijspersoneel (instellingsniveau)
|
Medewerkersonderzoek mbo
Aandeel respondenten dat werkdruk te hoog of veel te hoog vindt voor de groep OP
|
Inschaling onderwijspersoneel (instellingsniveau)
|
DUO
Gegevens worden door DUO aangeleverd
|
Mate waarin onderwijspersoneel met een dienstverband van 0–2 jaar in de komende jaren graag bij de instelling blijft werken (instellingsniveau)
|
Medewerkersonderzoek mbo
Score op de vraag ‘Ik blijf graag de komende 1 tot 2 jaar bij de instelling werken’ voor de groep OP met een dienstverband korter dan 2 jaar
|
Doelstelling:
3.4 Het mbo wordt op het gebied van onderzoek en innovatie een volwaardige en
gelijkwaardige partner in de onderzoeks- en kennisnetwerken
|
Analyseonderdelen:
• Positie van onderzoek en innovatie op de instelling
• Mogelijkheden om de positie van onderzoek en innovatie te verstevigen (denk hierbij aan het RIF, deelname aan onderzoeken, betrokkenheid bij Centres of Vocational Excellence of aan de mate waarin digitalisering benut wordt in het onderwijs)
• Bestaande practoraten en kansen voor nieuwe practoraten
• Beschrijving van de excellentiemogelijkheden voor studenten
• Aantal excellentieprogramma’s en aantal deelnemers aan deze programma’s
|
Aantal practoraten, lopend en in oprichting (instellingsniveau)
|
Stichting Ieder mbo een practoraat (www.practoraten.nl)
Gegevens worden door DUO aangeleverd
|
Verplicht:
• Intensivering van bestaande practoraten dan wel oprichting van nieuwe practoraten22
Pas toe of leg uit:
• Uitbreiding en meer zichtbaar maken van excellentiemogelijkheden
• Vergroten van rol onderzoek en innovatie binnen de instelling
|