Wet van 7 juni 2023, houdende regels met betrekking tot de vaststelling van staatloosheid (Wet vaststellingsprocedure staatloosheid)

Wet vaststellingsprocedure staatloosheid

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een vaststellingsprocedure staatloosheid in te stellen, gelet op het Verdrag betreffende de status van staatlozen en het Verdrag tot beperking der staatloosheid;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Voor de toepassing van deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt onder «Onze Minister» verstaan: Onze Minister van Justitie en Veiligheid.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Aan een onherroepelijk geworden beschikking van de rechtbank, gegeven met toepassing van de artikelen 2 en 3, is elk met de uitvoering van enige wettelijke regeling belast orgaan gebonden, zolang niet is gebleken dat de betrokkene ten aanzien van wie de beschikking is genomen een nationaliteit heeft verworven.

Artikel

5

Evidente staatloosheid kan tevens op niet-judiciële wijze worden vastgesteld, met toepassing van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden.

Artikel

6

Artikel

7

Wijzigt de Vreemdelingenwet 2000.

Artikel

8

Wijzigt de Wet basisregistratie personen.

Artikel

9

De opneming van het gegeven dat een ingeschrevene geen nationaliteit bezit in de basisregistratie personen voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet blijft in stand bij inwerkingtreding van deze wet en wordt beheerst door het materiële recht en procesrecht zoals dat gold voor inwerkingtreding van deze wet.

Artikel

10

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

11

Deze wet wordt aangehaald als: Wet vaststellingsprocedure staatloosheid.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius