Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 augustus 2023, nr. 40194623, houdende regels voor subsidieverstrekking in het kader van het programma Npuls ten behoeve van de inrichting en de verdere ontwikkeling van een Center for Teaching and Learning voor de periode 2023 tot en met 2026 (Subsidieregeling Npuls CTL)

Subsidieregeling Npuls CTL

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Besluit:

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • beoordelingscommissie: commissie als bedoeld in artikel 14;

  • Center for Teaching and Learning: binnen een onderwijsinstelling te realiseren of verder te ontwikkelen separaat organisatieonderdeel dat met inzet van digitale mogelijkheden de onderwijsontwikkeling van en door docenten en overig onderwijspersoneel faciliteert, en kennisdeling, innovatie, ondersteuning en onderzoek stimuleert en de onderlinge verbinding van reeds aanwezige voorzieningen versterkt;

  • CTL-plan: onderdeel van de aanvraag als bedoeld in artikel 9;

  • docentontwikkeling: ontwikkeling en versterking van de eigen vakbekwaamheid onder andere met behulp van digitalisering;

  • DUS-I: Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen;

  • Kaderregeling: Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

  • minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • Npuls: het Nationaal Groeifondsprogramma van en voor alle mbo-scholen, hogescholen en universiteiten in Nederland, dat zich richt op het verbeteren van de onderwijskwaliteit, de adaptiviteit van het onderwijs en de verbetering van digitale vaardigheden van docenten en lerenden, door te investeren in de samenwerking tussen onderwijsinstellingen en de mogelijkheden van digitalisering beter te benutten;

  • onderwijsinstelling: bekostigde instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in de onderdelen a tot en met i, van de bijlage behorende bij de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, of bekostigde instelling als bedoeld in artikel 1.3.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

  • onderwijsinnovatie: nieuwe aanpak of technologie waarmee wordt beoogd het onderwijs voor studenten te verbeteren;

  • project: in het kader van deze regeling gesubsidieerde activiteiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid;

  • samenwerking: gezamenlijk streven van onderwijsinstellingen bij het opzetten of verder ontwikkelen van een Center for Teaching and Learning.

Artikel

3

Subsidieverstrekking

Artikel

4

Ontvankelijkheidscriteria

Artikel

5

Aanvraagronde

Artikel

6

Subsidieplafond

Artikel

7

Te subsidiëren activiteiten

Artikel

8

Eigen bijdrage

Artikel

9

Aanvraag subsidie

Artikel

10

CTL-plan

Artikel

11

Begroting

Artikel

12

Aanvullende verplichtingen

Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

  • 1.

    De projectduur bedraagt ten hoogste 36 maanden, gerekend vanaf de in de subsidiebeschikking opgenomen startdatum. De activiteiten starten uiterlijk in de maand september van het jaar van de subsidieverlening en niet eerder dan de datum van indiening van de aanvraag.

  • 2.

    De eerste voortgangsrapportage bevat in voorkomend geval een bewijs dat het CTL is opgericht.

  • 3.

    De subsidieontvanger geeft jaarlijks door middel van een door DUS-I voorgeschreven format voortgangsrapportage inzicht in de voortgang van de activiteiten. De eerste voortgangsrapportage wordt uiterlijk een jaar na de startdatum ingediend bij DUS-I.

  • 4.

    De subsidieontvanger neemt gedurende de looptijd van de regeling deel aan door Npuls georganiseerde regionale en landelijke bijeenkomsten om de opgedane kennis en inzichten te delen.

  • 5.

    De subsidieontvanger verleent tot uiterlijk drie jaar na de vaststelling van de subsidie medewerking aan een evaluatie van de doeltreffendheid en de effecten van het CTL.

  • 6.

    De subsidieontvanger verleent medewerking aan de door het Herstel- en Veerkrachtplan te houden audits over de uitvoering en besteding van de subsidiegelden voor zover het door het Herstel- en Veerkrachtplan beschikbaar gestelde gelden betreft.

  • 7.

    De subsidieontvanger maakt op verzoek van de minister de met de subsidie ontwikkelde resultaten van de activiteiten voor eenieder zonder onderscheid kosteloos toegankelijk.

  • 8.

    De administratie van het project en de daartoe behorende bescheiden worden gedurende tien jaar na de vaststelling van de subsidie bewaard.

Artikel

13

Verantwoording

Artikel

14

Beoordeling subsidieaanvragen

Artikel

15

Besluitvorming minister

Artikel

16

Bevoorschotting en betaling

De minister verstrekt een voorschot van 100%, en bepaalt het bevoorschottingsritme in de beschikking.

Artikel

17

Inwerkingtreding en vervaldatum

Artikel

18

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Npuls CTL.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

Bijlage

behorende bij de Subsidieregeling Npuls CTL

Beoordelingskader

Toelichting op de beoordelingscriteria

Visie op docentontwikkeling en op onderwijsinnovatie met digitalisering

Tussen de 500 – 1.000 woorden

Weging maximaal 20 punten

1. De onderwijsinstelling beschrijft de stand van zaken op gebied van docentontwikkeling op het moment van de aanvraag en geeft een beschrijving van de concrete onderdelen die de instelling wil implementeren of verder wil ontwikkelen.

2. De onderwijsinstelling beschrijft de stand van zaken op het gebied van onderwijsinnovatie op het moment van de aanvraag en geeft een beschrijving van de concrete onderdelen die de instelling wil implementeren of verder wil ontwikkelen.

3. Het op te zetten of verder te ontwikkelen CTL bouwt voort op de huidige situatie.

4. Er is sprake van draagvlak bij en actieve betrokkenheid van docenten en overig onderwijspersoneel.

5. Er is sprake van draagvlak bij en actieve betrokkenheid van bestuur en directie.

1. Wat doet de instelling al aan docentontwikkeling en met welk resultaat? Welk verschil zal het CTL voor de docentontwikkeling maken? Welk resultaat heeft u daarbij voor ogen?

2. Hoe wordt onderwijsinnovatie al gestimuleerd en hoe verspreidt kennis over innovaties zich binnen (en buiten) de instelling? Welk verschil zal het CTL maken en welk resultaat heeft u daarbij voor ogen?

3. Welke initiatieven zijn er al rondom de CTL-doelstellingen en waar staat de instelling over 3 jaar?

4. Hoe worden docenten betrokken bij het CTL en wat motiveert hen om hieraan bij te dragen? Hoe worden docenten en medewerkers gefaciliteerd in relatie tot hun reguliere taken?

5. Waaruit blijkt het draagvlak onder zowel bestuur als directie?

20

10

Plan van aanpak

Tussen 1.500 – 3.000 woorden

Weging maximaal 30 punten

1. De doelen en resultaten van het CTL-project zijn helder en concreet.

2. De beoogde activiteiten passen bij de activiteiten genoemd in artikel 7, lid 1, sub a tot en met f. Deze activiteiten zijn helder omschreven, en geprioriteerd.

3. Er is een heldere en haalbare aanpak uitgewerkt in een activiteitenoverzicht met mijlpalen.

4. De onderwijsinstelling beschrijft op welke manier omgegaan wordt met voortschrijdend inzicht gedurende het project.

5. Er is inzicht in de belanghebbenden van het CTL en de wijze waarop zij worden betrokken.

1. Welke doelen en resultaten worden nagestreefd in het CTL-project? Beschrijf de doelen en resultaten SMART.

2. Hoe sluiten de activiteiten logisch aan op de activiteiten genoemd in de regeling artikel 7, lid 1, sub a tot en met f?

3. Beschrijf in het activiteitenoverzicht het wie, wat en op welk moment. Licht toe.

4. Hoe gaat u om met voortschrijdend inzicht? Wat zijn de evaluatie- en bijsturingsinstrumenten?

5. Wie zijn de belangrijkste belanghebbenden bij het CTL, vanuit welke rol en hoe zijn zij betrokken?

30

20

Samenwerking

Tussen 100 – 300 woorden

Weging maximaal 20 punten

1. Er is sprake van samenwerking met andere instellingen rondom de vorming van het CTL. De instelling beargumenteert waarom het kiest voor deze vorm van samenwerking.

2. Beschrijf welke vormen de samenwerking krijgt in het kader van het CTL?

1. Waarom en op welke wijze werkt de instelling samen met andere instellingen bij de vorming van het CTL? Licht dit ook toe indien de instelling slechts beperkt wil of kan samenwerken met een andere instelling.

2. In welke vorm vindt de samenwerking plaats? Is er bijvoorbeeld sprake van kennisdeling en/of intervisie?

20

10

Verduurzaming

Tussen 100 – 300 woorden

Weging maximaal 10 punten

1. Er is sprake van een duurzame bestendiging (in organisatorisch, financieel en kwalitatief opzicht) van het CTL binnen de instelling.

2. Er is sprake van een duurzame bestendiging van docentontwikkeling en onderwijsinnovatie binnen de instelling.

1. Op welke wijze zorgt de instelling voor de duurzame bestendiging (organisatorisch, financieel, kwalitatief) van het CTL binnen de instelling en op welke wijze worden met het CTL verkregen kennis en inzicht ingebed in de instelling?

2. Op welke wijze zorgt de instelling voor duurzame bestendiging van de docentontwikkeling en onderwijsinnovatie?

10

5

Financiële haalbaarheid

Weging maximaal 20 punten

In de aanvraag gaat aanvrager in op de volgende deelaspecten:

1. De begroting is ingevuld in het format van DUS-I.

20

10

Totaal aantal punten

100

55