Artikel
1
begripsbepalingen
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
accountant: registeraccountant of accountant-administratieconsulent die is ingeschreven in het accountantsregister, bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep;
-
afvalstof: afvalstof als bedoeld in artikel 2, onderdeel 10, van verordening 2022/1854;
-
balanceringsdienstverlener: balanceringsdienstverlener als bedoeld in artikel 2, onderdeel 12, van verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit (PbEU 2019, L 158);
-
balanceringsenergiemarkt: markt voor balanceringsenergie als bedoeld in artikel 2, onderdeel 11, van verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit (PbEU 2019, L 158);
-
belastbare marktinkomen: marktinkomsten als bedoeld in artikel 3, die belastbaar zijn overeenkomstig artikel 7;
-
biomassabrandstoffen: biomassabrandstoffen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel e, van verordening 2022/1854;
-
certificaat van oorsprong: certificaat van oorsprong als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel bb, van de Elektriciteitswet 1998;
-
compensatiehandel: compensatiehandel als bedoeld in artikel 2, onderdeel 27, van verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit (PbEU 2019, L 158);
-
directe lijn: directe lijn als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel ar, van de Elektriciteitswet 1998;
-
eindafnemer: eindafnemer van elektriciteit als bedoeld in artikel 2, onderdeel 14, van verordening 2022/1854;
-
elektriciteitsmarkten: elektriciteitsmarkten als bedoeld in artikel 2, onder 9, van richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van richtlijn 2012/27/EU (PbEU 2019, L 158);
-
elektriciteitsnet: net als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Elektriciteitswet 1998;
-
garantie van oorsprong voor duurzame elektriciteit: garantie van oorsprong voor duurzame elektriciteit als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel x, van de Elektriciteitswet 1998;
-
heffingstijdvak: periode als bedoeld in artikel 4, eerste lid;
-
Inframarginale energiebron: energiebron als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening 2022/1854;
-
marktinkomsten: marktinkomsten als bedoeld in artikel 2, onderdeel 5, van verordening 2022/1854;
-
marktinkomstenverslag: marktinkomstenverslag als bedoeld in artikel 11;
-
producent: producent als bedoeld in artikel 2, onderdeel 38, van richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van richtlijn 2012/27/EU (PbEU 2019, L 158);
-
productie-installatie: elektriciteitsproductie-installatie als bedoeld in artikel 2, onderdeel 28, van verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit (PbEU 2019, L 158);
-
redispatching: redispatching als bedoeld in artikel 2, onderdeel 26, van verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit (PbEU 2019, L 158);
-
rijksbelastingdienst: rijksbelastingdienst, bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;
-
verordening 2016/631: verordening (EU) 2016/631 van de Commissie van 14 april 2016 tot vaststelling van een netcode betreffende eisen voor de aansluiting van elektriciteitsproducenten op het net (PbEU 2016, L 112);
-
verordening 2022/1854: verordening (EU) 2022/1854 van de Raad van 6 oktober 2022 betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen (PbEU 2022, L 261 I).