Wet van 7 november 1910, tot regeling van het octrooirecht voor uitvindingen

Rijksoctrooiwet

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is het octrooirecht voor uitvindingen voor het Rijk in Europa en voor de koloniën en bezittingen in andere werelddeelen te regelen:

Zoo is het, dat Wij den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Omschrijvingen. Het begrip octrooi. Onderwerpen waarvoor en personen aan wie octrooi wordt verleend

Artikel

1

Artikel

1A

Aan hem, die een nieuw voortbrengsel of een nieuwe werkwijze heeft uitgevonden, wordt op zijn aanvrage octrooi verleend.

Artikel

2

Artikel

2A

Artikel

3

Artikel

4

Vervallen

Artikel

5

Geen octrooi wordt verleend voor voortbrengselen of werkwijzen, waarvan het openbaar worden strijdig zou zijn met de openbare orde of de goede zeden.

Artikel

5A

Elke aanvrage om octrooi mag slechts op een enkele uitvinding betrekking hebben of op een groep van uitvindingen, die zodanig onderling verbonden zijn, dat zij op een enkele algemene uitvindingsgedachte berusten. Nadere voorschriften dienaangaande kunnen bij algemene maatregel van Rijksbestuur worden vastgesteld.

Artikel

6

Onverminderd de artikelen 9, 10 en 11, wordt de aanvrager als uitvinder beschouwd.

Artikel

7

Artikel

8

Vervallen

Artikel

8A

Artikel

9

De aanvrager heeft geen aanspraak op octrooi, voor zover de inhoud zijner aanvrage aan hetgeen reeds door een ander vervaardigd of toegepast werd of wel aan beschrijvingen, tekeningen of modellen van een ander, zonder diens toestemming, ontleend is. Deze laatste behoudt, voor zoveel hetgeen ontleend werd voor octrooi vatbaar is, zijn aanspraak op octrooi. Voor de toepassing van artikel 2, derde en vierde lid, op het onderwerp van een aanvrage, ingediend door degene aan wie ontleend is, blijft de door de ontlener ingediende aanvrage buiten beschouwing.

Artikel

10

Artikel

11

Indien een voortbrengsel of een werkwijze is uitgevonden door verscheidene personen, die volgens een afspraak tezamen hebben gewerkt, hebben zij gezamenlijk aanspraak op octrooi.

Artikel

12

Vervallen

Artikel

12A

Hoofdstuk

II

Wijze waarop octrooi wordt verleend

Afdeling

I

De Octrooiraad en het Bureau voor de industriële eigendom

Artikel

13

De aanvragen om octrooi worden gericht tot, en octrooi wordt verleend door de Octrooiraad.

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

De rangorde der rechten, die voortvloeien uit de inschrijving in registers van de Octrooiraad van andere stukken dan aanvragen om octrooi, wordt bepaald door de datum, waarop zodanig stuk bij de Octrooiraad ter inschrijving is ingekomen.

Artikel

17

Artikel

17A

Artikel

18

Artikel

19

Alle stukken, gericht tot en uitgaande van de Octrooiraad, zijn vrij van zegel en van de formaliteit van registratie.

Artikel

19A

Indien het Bureau voor de industriële eigendom gedurende de laatste dag van enige ingevolge deze Rijkswet door of jegens de Octrooiraad in acht te nemen termijn is gesloten, wordt die termijn voor de toepassing van deze Rijkswet verlengd tot het einde van de eerstvolgende dag, waarop het Bureau wederom is geopend.

Artikel

19B

Artikel

19C

De Octrooiraad treedt op als aangewezen bureau in de zin van artikel 2, onder (xiii), van het Samenwerkingsverdrag, indien de aanvrager ingevolge Hoofdstuk I van dat Verdrag het Koninkrijk heeft aangewezen en uit de aanvrage blijkt, dat hij voor het Koninkrijk een overeenkomstig deze Rijkswet verleend octrooi wenst te verkrijgen.

Artikel

19D

De Octrooiraad treedt op als gekozen bureau in de zin van artikel 2, onder (xiv), van het Samenwerkingsverdrag, indien het Koninkrijk door de aanvrager ingevolge Hoofdstuk II van dat Verdrag is gekozen en de Octrooiraad tevens als aangewezen bureau als bedoeld in artikel 19C optreedt.

Afdeling

II

Van de verlening van octrooi

Artikel

20

Artikel

21

Bij de aanvrage is een bewijs over te leggen, dat een bedrag, waarvan de hoegrootheid nader bij algemene maatregel van Rijksbestuur wordt vastgesteld, bij het Bureau voor de industriële eigendom is gestort.

Artikel

21A

Eerst bij inzending van het bewijs, dat een bedrag, dat ingevolge deze Rijkswet of het octrooireglement geëist wordt, is gestort, worden de aanvrage en de andere stukken, waarvoor het bedrag verschuldigd is, geacht te zijn ingediend.

Artikel

22

Artikel

22A

Artikel

22B

Artikel

22C

Artikel

22D

Artikel

22E

Artikel

22F

Artikel

22G

Artikel

22H

Artikel

22I

Artikel

22J

Artikel

22K

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

24A

Artikel

24B

Vervallen

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

Artikel

28

Artikel

28A

Artikel

29

Nadere voorschriften ter uitvoering van de bepalingen van deze en de volgende afdelingen worden bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld; bij die maatregel worden onder andere geregeld:

  • a.

    de eisen, waaraan de aanvragen en de daarbij te voegen stukken hebben te voldoen;

  • b.

    vervallen;

  • c.

    de wijze, waarop de aanvragen krachtens artikel 22 in de registers van de Octrooiraad zullen worden ingeschreven;

  • d.

    de naam, de vorm en de wijze van uitgifte van het in artikel 25 bedoelde blad;

  • e.

    de kennisgeving van de aanvrage en de terinzagelegging daarvan met bijbehorende bescheiden krachtens artikel 22C;

  • f.

    de vorm der in deze Rijkswet bedoelde verzoekschriften, bezwaarschriften en memories van grieven, de wijze, waarop de belanghebbenden met deze in kennis worden gesteld, en de vorm van het in artikel 28, derde lid, bedoelde bewijs;

  • g.

    vervallen;

  • h.

    in welke gevallen van de indiening of de terinzagelegging van andere bescheiden dan de aanvragen aantekening geschiedt in de openbare registers van de Octrooiraad;

  • i.

    van welke bij de aanvrage ter inzage gelegde bescheiden afschriften algemeen verkrijgbaar worden gesteld.

Afdeling

III

Geheimhouding van de inhoud van octrooiaanvragen

Artikel

29A

Artikel

29B

Artikel

29C

Artikel

29D

Artikel

29E

Artikel

29F

Indien de Staat zelf houder van een octrooiaanvrage is en Onze Minister van Defensie aan de Octrooiraad mededeelt, dat de inhoud daarvan in het belang van de verdediging van het Koninkrijk of zijn bondgenoten geheim moet blijven, worden de terinzagelegging en openbaarmaking der aanvrage opgeschort, totdat Onze genoemde Minister aan de Octrooiraad mededeelt, dat de inhoud der aanvrage niet langer geheim behoeft te blijven.

Artikel

29G

Afdeling

IV

Omgezette Europese octrooiaanvragen

Artikel

29H

Artikel

29I

Afdeling

V

Internationale aanvragen

Artikel

29J

Artikel

29K

Artikel

29L

Hoofdstuk

IIA

Bepalingen betreffende Europese octrooien

Artikel

29M

Artikel

29N

Artikel

29O

De houder van een Europees octrooi, die niet in Nederland woont, is verplicht hier te lande domicilie te kiezen en daarvan schriftelijk mededeling te doen aan de Octrooiraad, welke keuze van kracht blijft, behoudens schriftelijk ter kennis van de Octrooiraad te brengen wijziging van het gekozen domicilie. Indien ten tijde van de in artikel 29N, eerste lid, bedoelde aantekening in het openbare register niet aan de hiervoren omschreven verplichting is voldaan, geeft de Octrooiraad hiervan binnen veertien dagen kennis aan de octrooihouder onder vermelding van de datum waarop deze aantekening is gedaan. Het octrooi vervalt indien na verloop van drie maanden na deze datum niet alsnog aan de in de eerste volzin omschreven verplichting is voldaan. De Octrooiraad doet van dit verval aantekening in het eerder bedoelde register en maakt daarvan melding in het in artikel 25, eerste lid, bedoelde blad.

Artikel

29P

Artikel

29Q

Vervallen

Artikel 29R

Vervallen

Hoofdstuk

IIB

Beperking van octrooien

Artikel 29S

Vervallen

Artikel 29T

Vervallen

Artikel 29U

Vervallen

Artikel 29V

Vervallen

Artikel 29W

Vervallen

Artikel 29X

Vervallen

Hoofdstuk

III

Rechtsgevolgen van het octrooi

Afdeling

I

Rechten en verplichtingen van de octrooihouder

Artikel

30

Artikel

30A

Artikel

31

Het uitsluitend recht van de octrooihouder strekt zich niet uit tot:

  • a.

    het gebruik, aan boord van schepen van andere landen, van datgene, wat het voorwerp van zijn octrooi uitmaakt, in het schip zelve, in de machines, het scheepswant, de tuigage en andere bijbehorende zaken, wanneer die schepen tijdelijk of bij toeval in de wateren van het Koninkrijk verblijven, onder voorbehoud dat bedoeld gebruik uitsluitend zal zijn ten behoeve van het schip;

  • b.

    het gebruik van datgene, wat het voorwerp van zijn octrooi uitmaakt, in de constructie of werking van voor de voortbeweging in de lucht of te land dienende machines van andere landen, of van het toebehoren der machines, wanneer deze tijdelijk of bij toeval in het Koninkrijk verblijven;

  • c.

    handelingen vermeld in artikel 27 van het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerlijke luchtvaart (Stb. 1947, H 165), mits deze handelingen betrekking hebben op een luchtvaartuig van een onder c van dat artikel bedoelde andere staat dan het Koninkrijk.

Artikel

32

Artikel

33

Artikel

34

Artikel

34A

Artikel

34B

Artikel

35

Artikel

36

Vervallen

Afdeling

II

Het octrooi als deel van het vermogen

Artikel

37

Artikel

38

Artikel

39

Artikel

40

Artikel

41

Artikel

42

Afdeling

III

Handhaving van het octrooi

Artikel

43

Artikel

43A

Artikel

43B

Artikel

44

Artikel

44A

Artikel

44B

Artikel

45

Artikel

46

Hoofdstuk

IV

Duur van het octrooi. Opeising

Artikel

47

Het octrooi blijft behoudens het bepaalde in de navolgende artikelen van kracht tot het verstrijken van een termijn van twintig jaren te rekenen van de dag van indiening van de aanvrage die tot het octrooi heeft geleid.

Artikel

48

Artikel

49

Artikel

50

Vervallen

Artikel

51

Artikel

52

Artikel

53

Hoofdstuk

V

Behandeling van geschillen betreffende octrooien voor de rechter

Artikel

54

Artikel

55

Artikel

56

Artikel

57

Artikel

57A

Van alle rechterlijke uitspraken in zake octrooirecht wordt door de griffier van het gerecht, door hetwelk die uitspraak werd gedaan, binnen één maand kosteloos een los afschrift gezonden aan de Octrooiraad, en, indien het een Europees octrooi betreft, aan het Europees Octrooibureau, bedoeld in het Europees Octrooiverdrag.

Hoofdstuk

VI

Bijzondere bepalingen voor de Nederlandse Antillen en Aruba

Artikel

58

In de Nederlandse Antillen en in Aruba kan een Bureau voor de industriële eigendom worden ingesteld. Deze bureaus zijn instellingen van die landen.

Artikel

59

Artikel

60

Door het betrokken Bureau wordt artikel 22 toegepast, met dien verstande, dat op de aanvrage als tijdstip van indiening de datum, waarop zij bij het betrokken Bureau is binnengekomen, wordt vermeld.

Artikel

61

Artikel

62

Nadat de aanvrage door de Octrooiraad is ontvangen, wordt deze in een register onder doorlopend nummer ingeschreven.

Artikel

63

Artikel

64

Vervallen

Hoofdstuk

VII

Invoerings- en slotbepalingen

Artikel

65

Vervallen

Artikel

66

Vervallen

Artikel

67

Vervallen

Artikel

68

Vervallen

Artikel

69

Artikel

70

Vervallen

Artikel

71

In Nederland kan bij de wet en in de Nederlandse Antillen en Aruba kan bij landsverordening worden verklaard, dat de in deze Rijkswet vervatte onderlinge regeling dient te worden beëindigd. Met ingang van het derde kalenderjaar na dat van afkondiging van zodanige wet of landsverordening verkrijgt deze Rijkswet in Nederland de staat van wet en in de Nederlandse Antillen en Aruba de staat van landsverordening.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize het Loo
WILHELMINA.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, A. S. TALMA.
De Minister van Justitie, E. R. H. REGOUT.
De Minister van Koloniën, DE WAAL MALEFIJT.
De Minister van Justitie, E. R. H. REGOUT.