Besluit van 4 december 1925, tot uitvoering van de artikelen 62 en 76 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering

Uitvoeringsbesluit ex artikelen 62 en 76 Wetboek van Strafvordering

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onzen Minister van Justitie van 27 October 1925, 2de afdeeling A n°. 897;
Gezien de artikelen 62 en 76 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering, zoomede titel IV van de Invoeringswet Strafvordering.
Den Raad van State gehoord (advies van 17 November 1925 n°. 19);
Gelet op het nader rapport van Onzen Minister van Justitie van 30 November 1925, 2de afdeeling A n°. 931;

Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Den inverzekeringgestelde kan, voorzooveel daartoe gelegenheid bestaat, worden vergund tweemaal 's daags gedurende tenminste een half uur beweging in de open lucht te nemen.

Artikel

4

Den inverzekeringgestelde kan worden vergund zich met zoodanigen arbeid bezig te houden als hij verkiest en zich daartoe het noodige te doen verschaffen.

Artikel

4a

Artikel

5

Artikel

6

Vervallen

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en in afschrift zal worden gezonden aan den Raad van State.

Het Loo
WILHELMINA.
De Minister van Justitie, J. SCHOKKING.
De Minister van Justitie, J. SCHOKKING.