Wet van 16 maart 1928, tot het instellen van een openbaar onderzoek omtrent rampen en ongevallen, overkomen aan Nederlandsche oorlogsvaartuigen

Marinescheepsongevallenwet

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is bepalingen vast te stellen tot het instellen van een openbaar onderzoek omtrent rampen en ongevallen, overkomen aan Nederlandsche oorlogsvaartuigen;

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Algemeene bepalingen

Artikel

1

Hoofdstuk

II

Van de Marineraden en hunne samenstelling

Artikel

2

Artikel

3

Hoofdstuk

III

Van de bevoegdheid en den werkkring der Marineraden

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

De eigenaars, de commandanten, de kapiteins, de officieren, de stuurlieden, de machinisten of scheepswerktuigkundigen en de leden der bemanning van de schepen, bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, zijn verplicht aan de in het vorige artikel bedoelde personen desverlangd de door hen noodig geachte inlichtingen te geven.

Artikel

8

De betrokken Commandanten der Marine in Nederland, de Commandant der Zeemacht in Nederlandsch-Indië, de in het eerste lid van artikel 12 bedoelde marineofficieren, de voorzitters, de plaatsvervangende voorzitters, de leden, de plaatsvervangende leden, de secretarissen, de plaatsvervangende secretarissen van de Marineraden, zoomede de aan die Raden toegevoegde deskundige raadgevers en hunne plaatsvervangers, zijn, uitgezonderd tegenover de, in het verband van deze wet, boven hen gestelde autoriteiten, verplicht tot geheimhouding van hetgeen hun in plaatsen, waar zij krachtens artikel 6 binnentreden, omtrent het daar uitgeoefend wordend bedrijf is bekend geworden, voor zoover het niet in strijd is met de bepalingen van deze of een andere wet.

Artikel

9

De voorzitters, de leden, de plaatsvervangende voorzitters en de plaatsvervangende leden van de Marineraden onthouden zich van deelneming aan de behandeling van zaken, welke hen of hunne bloed- en aanverwanten tot en met den vierden graad persoonlijk aangaan, of waarin zij als gemachtigden zijn betrokken.

Artikel

10

Hoofdstuk

IV

Van het onderzoek

Artikel

11

De commandanten van oorlogsvaartuigen, aan welk een ramp of ongeval is overkomen, geven daarvan onverwijld, door toezending van een door hen ter zake opgemaakt verslag, kennis:

aan den betrokken Commandant der Marine in Nederland, wanneer de zaak, ingevolge artikel 4, ter kennisneming van den Nederlandschen Marineraad staat, met dien verstande, dat de commandant van een oorlogsvaartuig, dat onder rechtstreeksch bevel staat van Onzen Minister van Defensie, dit verslag doet toekomen aan genoemden Minister, die dit verslag in handen stelt van den commandant der Marine, dien hij voor het voorloopig onderzoek aanwijst;

aan den Commandant der Zeemacht in Nederlandsch-Indië, wanneer de zaak, ingevolge evengenoemd artikel, ter kennisneming van den Nederlandsch-Indischen Marineraad staat.

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Aan getuigen en deskundigen, voor zoover hunne dienstverhouding tot de Overheid niet medebrengt, dat zij hunne medewerking zonder eenige schadeloosstelling verleenen, wordt, zoo zij dit verlangen, eene schadeloosstelling toegekend, door den Nederlandschen Marineraad naar den maatstaf der tarieven van justitiekosten en salarissen in burgerlijke zaken en door den Nederlandsch-Indischen Marineraad naar den maatstaf van het tarief van justitiekosten en salarissen in burgerlijke zaken voor de Europeesche rechtbanken in Nederlandsch-Indië.

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Hoofdstuk

V

Bijzondere bepalingen

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

Aan belanghebbenden wordt op hun verzoek kosteloos inzage en, op hunne kosten, uittreksel of afschrift van de uitspraak van een Marineraad door den secretaris van het college verstrekt, berekend, voor den Nederlandschen Marineraad volgens tarief voor uittreksels of afschriften van vonnissen in strafzaken, voor den Nederlandsch-Indischen Marineraad volgens tarief van justitiekosten en salarissen in strafzaken, voor griffiers en deurwaarders bij de Europeesche rechtbanken.

Artikel

22

Indien bij het onderzoek een gegrond vermoeden ontstaat, dat door iemand een strafbaar feit is gepleegd, dan wordt de bevoegde ambtenaar van het Openbaar Ministerie, dan wel de betrokken militaire autoriteit daarmede in kennis gesteld door den voorzitter van den Marineraad.

Hoofdstuk

VI

Strafbepalingen

Artikel

23

Met geldboete van ten hoogste € 270, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 600 onderscheidenlijk AWG 600 wordt gestraft hij, die in strijd met het bepaalde bij artikel 7 nalaat inlichtingen te geven.

Artikel

24

Met geldboete van ten hoogste € 27, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 60 onderscheidenlijk AWG 60 wordt gestraft hij, die, nadat hij ingevolge artikel 12 of artikel 16 behoorlijk is opgeroepen, niet verschijnt, of verschenen zijnde, op de gestelde vragen niet antwoordt.

Artikel

25

Met geldboete van ten hoogste  € 135, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 300 onderscheidenlijk AWG 300 wordt gestraft de commandant, de gezagvoerder of de kapitein, die in strijd met het bepaalde in artikel 15 de opgevorderde bescheiden niet overlegt.

Artikel

26

Met geldboete van ten hoogste € 2250, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de Nederlandse Antillen of Aruba, een geldboete van ten hoogste ANG 5000 onderscheidenlijk AWG 5000 wordt gestraft de derde, onder wiens berusting de in artikel 15 bedoelde bescheiden zich bevinden, en die de ingevolge dat artikel opgevorderde bescheiden niet overlegt.

Artikel

27

Vervallen

Artikel

28

De bij deze wet strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

Artikel

29

Hoofdstuk

VII

Slotbepalingen

Artikel

31

Vervallen

Artikel

32

Hetgeen verder ter uitvoering van deze wet noodig is, wordt voor zooveel den Nederlandschen Marineraad betreft door Ons en voor zooveel het op den Nederlandsch-Indischen Marineraad betrekking heeft, door den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië geregeld.

Artikel

33

Deze wet is ook verbindend voor Nederlandsch-Indië, Suriname en Curaçao.

Artikel

34

Deze wet kan worden aangehaald onder den titel "Marinescheepsongevallenwet", met bijvoeging van het jaar en het nummer van het Staatsblad, waarin de gewijzigde tekst is geplaatst.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
WILHELMINA.
De Minister van Marine a.i., LAMBOOY.
De Minister van Waterstaat, H. V. D. VEGTE.
De Minister van Justitie, J. DONNER.