Besluit van 5 mei 1936, houdende vaststelling van een nieuw Reglement betreffende het optreden als gemachtigde voor de Octrooiraad

Besluit Octrooigemachtigden-reglement 1936

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onzen Minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart van 6 April 1936, n°. 15433 J.A., Directie van Handel en Nijverheid;
Gezien de artikelen 20, lid 1, 25, lid 4 en 5, 27, lid 1, 29, onder g, 32, lid 3, en 34, lid 4, van de Octrooiwet 1910, Staatsblad n°. 313, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 29 November 1935, Staatsblad n°. 685;
Overwegende, dat het wenschelijk is het Octrooigemachtigdenreglement 1912, Staatsblad n°. 106, vastgesteld bij Ons besluit van 18 Maart 1912, Staatsblad n°. 106, en gewijzigd bij Ons besluit van 1 Mei 1914, Staatsblad n°. 190, door een nieuw Reglement betreffende het optreden als gemachtigde voor den Octrooiraad te vervangen;
Den Raad van State gehoord (advies van 23 April 1936, n°. 27);
Gezien het nader rapport van Onzen voornoemden Minister van 2 Mei 1936, n°. 18972 J.A., Directie van Handel en Nijverheid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Onder intrekking van Onze besluiten van 18 Maart 1912, Staatsblad n°. 106, en 1 Mei 1914, Staatsblad n°. 190, wordt vastgesteld het bij dit besluit gevoegde "Reglement betreffende het optreden als gemachtigde voor den Octrooiraad", houdende voorschriften ter uitvoering van de artikelen 20, lid 1, 25, lid 4 en 5, 27, lid 1, 29, onder g, 32, lid 3, en 34, lid 4, van de Octrooiwet 1910, Staatsblad n°. 313, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 29 November 1935, Staatsblad n°. 685.

Artikel

2

Zij, die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit als octrooibezorger zijn ingeschreven in het register, genoemd in artikel 2 van het Octrooigemachtigden-reglement 1912, Staatsblad n°. 106, worden door den Octrooiraad onverwijld ingeschreven in het register van octrooigemachtigden, in artikel 2 van het bij dit besluit gevoegde Reglement genoemd.

Artikel

3

In afwijking van het bepaalde in artikel 3, lid 3, van het bij dit besluit gevoegde Reglement, wordt bovendien tot het daarbedoelde examen toegelaten hij, die, ingevolge dat artikel niet voor toelating in aanmerking komende, de noodige bewijsstukken overlegt, op grond waarvan hij tot het examen, geregeld bij het bij dit besluit ingetrokken Reglement zou zijn toegelaten, mits hij daarbij tevens ten genoegen van de commissie aantoont, dat hij gedurende ten minste drie maanden, voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit, in Nederland is werkzaam geweest op het kantoor van iemand, die van het behandelen van octrooiaanvragen zijn gewoon beroep maakt.

Artikel

4

Artikel

5

De behandeling van de zaken, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit aanhangig bij den Raad van Toezicht voor de Gemachtigden in octrooiaangelegenheden, ingesteld ingevolge Octrooigemachtigden-reglement 1912, Staatsblad n°. 106, gaat over op den Raad van Toezicht voor de Octrooigemachtigden, bedoeld in artikel 11, lid 1, van het bij dit besluit gevoegde Reglement.

Artikel

6

Dit besluit treedt in werking op een nader door Ons te bepalen tijdstip.

Onze Minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad geplaatst en in afschrift aan den Raad van State medegedeeld zal worden.

Het Loo
WILHELMINA.
De Minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, H. GELISSEN.
De Minister van Justitie, VAN SCHAIK.

Octrooigemachtigden-reglement

Octrooigemachtigden-reglement