Artikel
1
1
Deze wet verstaat onder:
-
a.
"Onze Ministers": Onze Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Financiën;
-
b.
"zeeschepen": zeeschepen in de zin van artikel 8.1.2, eerste lid, van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek alsmede zodanige schepen in aanbouw.
-
c.
"Nederlandsche zeeschepen": die, welke de Nederlandsche nationaliteit bezitten ingevolge artikel 311 of 312 van het Wetboek van Koophandel;
-
d.
Nederlands-Antilliaanse zeeschepen op grond van artikel 2 van het Nederlands-Antilliaans Zeebrievenbesluit;
-
e.
Arubaanse schepen op grond van de artikelen 3 en 5 van het Curaçaosche Zeebrievenbesluit 1933;
-
f.
"luchtvaartuig": wat daaronder wordt verstaan in artikel 1 van de Luchtvaartwet;
-
g.
"Nederlandsch luchtvaartuig": ieder luchtvaartuig, dat door of vanwege het bevoegd gezag is ingeschreven in een binnen het Koninkrijk gehouden luchtvaartuigregister;
-
h.
"Nederlandsch verzekeraar": ieder verzekeraar, wiens hoofdkantoor in het Koninkrijk is gevestigd.