Besluit van 22 oktober 1949, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur, als bedoeld in artikel 3, derde lid, en in artikel 39 der Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers

Besluit ex artikel 3 Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Sociale Zaken van 29 Juli 1949, No. 197564 Z;
De Raad van State gehoord (advies van 6 September 1949, No. 33);
Gezien het nader rapport van Onze Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Sociale Zaken van 3 October 1949, No. 206085 Z;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Inleidende bepaling

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

de wet: de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers (Stb. 1986, 576);

Onze Minister: Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;

de zeeman: de zeeman, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet;

de Raad: de Pensioen- en Uitkeringsraad, bedoeld in artikel 3 van de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen;

de Sociale verzekeringsbank: de Sociale verzekeringsbank, genoemd in artikel 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

Hoofdstuk

II

Van het geneeskundig onderzoek

Artikel

2

Artikel

3

Indien de artsen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, dit voor het uitbrengen van hun rapport nodig achten, is de Raad of de Sociale verzekeringsbank bevoegd de zeeman voor de tijd van ten hoogste dertien weken in een inrichting ter observatie te doen opnemen.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Hoofdstuk

III

Van de kosten van onderzoek

Artikel

7

Hoofdstuk

IV

Van de geneeskundige behandeling en verpleging

Artikel

8

De geneeskundige behandeling en verpleging, als bedoeld in artikel 3, zesde lid, der wet, omvat naast genees- en heelkundige voorzieningen, voorzieningen van medisch-sociale aard alsmede al hetgeen geacht kan worden dienstig te zijn voor het herstel, het behoud of de bevordering van de geschiktheid tot werken, voorzover die geschiktheid is verminderd tengevolge van verwonding, verminking, ziekten of gebreken, welke het recht op buitengewoon pensioen hebben doen ontstaan.

Artikel

9

Artikel

10

Vervallen

Artikel

11

Vervallen

Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en aan de Algemene Rekenkamer.

Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Verkeer en Waterstaat, D. G. W. SPITZEN.
De Minister van Sociale Zaken, A. M. JOEKES.
De Minister van Justitie, WIJERS.