Besluit van 1 augustus 1956, ter uitvoering van de Beroepswet

Beroepsreglement

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 20 juni 1956, Afdeling Wetgeving, No. 241/656;
Gelet op de artikelen 10, 24, 28-30, 54, 55, 104-106, 130, 132 en 144 der Beroepswet (Stb. 1955, 47);
De Raad van State gehoord (advies van 3 juli 1956, no. 19);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde minister van 31 juli 1956, Afdeling Wetgeving, no. 285/656;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Raden van Beroep

Artikel

1

Vervallen

Artikel

2

Vervallen

Artikel

3

Vervallen

Artikel

3a

Vervallen

Artikel

4

Vervallen

Artikel

5

Vervallen

Artikel

7

Vervallen

Artikel

8

Vervallen

Artikel

9

Vervallen

Artikel

10

Vervallen

Artikel

11

Vervallen

Artikel

12

Vervallen

Artikel

13

Vervallen

Artikel

14

Vervallen

Artikel

15

Vervallen

Artikel

16

Vervallen

Artikel

17

Vervallen

Artikel

18

Vervallen

Artikel

19

Vervallen

Artikel

20

Vervallen

Artikel

21

Vervallen

Artikel

22

Vervallen

Artikel

23

Vervallen

Artikel

24

Vervallen

Artikel

25

Vervallen

Artikel

26

Vervallen

Artikel

27

Vervallen

Hoofdstuk

II

De Centrale Raad van Beroep

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

28

Vervallen

Artikel

28a

Artikel

28b

Vervallen

Artikel

28c

Vervallen.

Artikel

29

Vervallen.

Artikel

30

Zij die de Centrale Raad van Beroep als griffier bijstaan, dragen hetzelfde costuum als de overeenkomstige ambtenaren van een gerechtshof.

Artikel

31

De president roept, zo dikwijls hij zulks nodig acht, de Centrale Raad van Beroep in algemene vergadering bijeen. Zoveel mogelijk wonen alle senior raadsheren en raadsheren de vergadering bij.

Artikel

31a

Vervallen

Artikel

32

In de gevallen waarin van Onzentwege bij de Centrale Raad van Beroep bericht of advies wordt ingewonnen, zal het antwoord worden vastgesteld in een algemene vergadering.

Artikel

33

Vervallen

Artikel

34

Vervallen

Artikel

35

Vervallen

Artikel

36

Vervallen

Artikel

37

Vervallen

§

2

De griffie

Artikel

38

De griffier is hoofd van de griffie. Voor zover hij niet optreedt tot bijstand van de rechter in diens verrichtingen, is hij verplicht de voorschriften te volgen, welke hem door Onze Minister van Veiligheid en Justitie worden gegeven.

Artikel

39

De griffier regelt de inrichting der administratie. Hij beheert het archief.

Artikel

40

Vervallen

Artikel

41

De griffier heeft de zorg voor de huisvesting van het college, voor de inboedel, de boekerij, de huishoudelijke dienst en de bij het college in behandeling zijnde stukken. Hij pleegt daaromtrent geregeld overleg met de president.

Artikel

42

Vervallen.

Artikel

43

De griffie is op de dagen waarop terechtzittingen worden gehouden ten behoeve van de bij die zittingen betrokken procespartijen en hun advocaten en gemachtigden tenminste een kwartier voor de aanvang van een zitting en een kwartier na afloop daarvan geopend.

Artikel

44

Artikel

45

Vervallen.

Artikel

46

Bij ontstentenis van de griffier treedt als hoofd van de griffie op een substituut-griffier, dan wel bij ontstentenis van dien een plaatsvervangende griffier, een en ander volgens een rooster door de griffier opgemaakt in overleg met de president. Bij gebreke van een zodanige voorziening wijst Onze Minister van Veiligheid en Justitie de substituut- of plaatsvervangende griffier aan, die optreedt als hoofd van de griffie.

Hoofdstuk

IV

Voorbereidend onderzoek

Artikel

47

Vervallen

Artikel

48

Vervallen

Artikel

49

Vervallen

Artikel

50

Vervallen

Artikel

51

Vervallen

Artikel

52

Vervallen

Artikel

53

Vervallen

Artikel

54

Vervallen

Hoofdstuk

V

Versnelde behandeling

Artikel

55

Vervallen

Artikel

56

Vervallen

Artikel

57

Vervallen

Hoofdstuk

VI

Vaste deskundigen

Artikel

58

Vervallen

Artikel

59

Vervallen

Artikel

60

Vervallen

Artikel

61

Vervallen

Artikel

62

Vervallen

Artikel

63

Vervallen

Artikel

64

Vervallen

Artikel

65

Vervallen

Artikel

66

Vervallen

Artikel

67

Vervallen

Artikel

68

Vervallen

Artikel

69

Vervallen

Artikel

70

Vervallen

Artikel

71

Vervallen

Artikel

72

Vervallen

Artikel

73

Vervallen

Artikel

74

Vervallen

Artikel

75

Vervallen

Artikel

76

Vervallen

Artikel

77

Vervallen

Artikel

78

Vervallen

Artikel

79

Vervallen

Artikel

80

Vervallen

Artikel

81

Vervallen

Artikel

82

Vervallen

Artikel

83

Vervallen

Artikel

84

Vervallen

Artikel

85

Vervallen

Artikel

86

Vervallen

Artikel

87

Vervallen

Artikel

88

Vervallen

Artikel

89

Vervallen

Artikel

90

Vervallen

Artikel

91

Vervallen

Hoofdstuk

VII

Vergoedingen voor werkzaamheden, tijdverzuim en reis- en verblijfkosten

Artikel

92

Vervallen

Artikel

93

Vervallen

Artikel

94

Vervallen

Artikel

95

Vervallen

Artikel

96

Vervallen

Hoofdstuk

VIII

Slotbepaling

Artikel

97

Dit besluit kan worden aangehaald als Beroepsreglement.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en aan de Algemene Rekenkamer.

het Loo
JULIANA.
De Minister van Justitie, J. C. VAN OVEN.
De Minister van Justitie, J. C. VAN OVEN.

Lijst

Vervallen.