Wet van 8 mei 1958, houdende de afsluiting van de zeearmen tussen de Westerschelde en de Rotterdamsche Waterweg en de versterking van de hoogwaterkering ter beveiliging van het land tegen stormvloeden

Deltawet

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de afsluiting van de zeearmen tussen de Westerschelde en de Rotterdamsche Waterweg en de versterking van de hoogwaterkering noodzakelijk is ter beveiliging van het land tegen hoge stormvloeden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Ter beveiliging van het land tegen hoge stormvloeden worden werken uitgevoerd:

  • I.
    • a.

      tot afsluiting van de zeearmen tussen de Westerschelde en de Rotterdamsche Waterweg door waterkeringen, lopende van Walcheren naar Noord-Beveland, van Noord-Beveland naar Schouwen, van Schouwen naar Goeree-Overflakkee, van Goeree-Overflakkee naar Voorne;

    • b.

      tot afsluiting van met bedoelde zeearmen in open verbinding staande wateren, voorzover noodzakelijk of wenselijk in verband met de werken, bedoeld onder a;

    • c.

      tot afsluiting van de Nieuwe Waterweg, met op Delfland en Voorne aansluitende hoogwaterkeringen;

  • II.

    tot versterking van de hoogwaterkering langs:

    • a.

      de zee tussen de Belgische grens bij het Zwin en de Westerschelde;

    • b.

      de Westerschelde van de zee tot de Belgische grens;

    • c.

      de kust tussen de Westerschelde en de Rotterdamsche Waterweg, zeewaarts van de werken, bedoeld onder I a;

    • d.

      de Rotterdamsche Waterweg en daarmede in open verbinding staande wateren;

    • e.

      het overige deel van de kust met inbegrip van die van de Waddeneilanden.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Indien ingevolge de artikelen 1 of 3 werken worden uitgevoerd of voorzieningen worden getroffen door anderen dan het Rijk, kunnen aan dezen daartoe voorschotten uit ’s Rijks kas ter beschikking worden gesteld.

Artikel

7

Artikel

8

Bij of krachtens afzonderlijke wet worden regelen gesteld omtrent tegemoetkoming hetzij door het treffen van voorzieningen, hetzij in geld, in schade, welke door de in artikel 1 onder I bedoelde werken voor de visserij en aanverwante bedrijven en voor andere daarvoor in aanmerking komenden ontstaat.

Artikel

10

Deze wet kan worden aangehaald als "Deltawet".

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Verkeer en Waterstaat, J. ALGERA.
De Minister van Financiën, HOFSTRA.
De Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, A. VONDELING.
De Minister van Justitie, SAMKALDEN.