Wet van 27 juni 1963, tot uitvoering van de Verordening No. 11 van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap

Wet tot uitvoering van de Verordening No. 11 van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het nodig is enige regelen te stellen nopens de uitvoering van de Verordening No. 11 van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de opheffing van discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoervoorwaarden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Definities

Artikel

1

In deze Wet wordt verstaan onder:

  • a.

    Verordening: de Verordening No. 11 van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap (Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen van 16 augustus 1960);

  • b.

    Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat.

Algemene bepalingen

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Raadpleging rechterlijke instantie

Artikel

5

In elk geval, waarin de Regering ingevolge het bepaalde in artikel 79, vierde lid, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap of ingevolge het bepaalde in artikel 18, derde lid, van de Verordening wordt geraadpleegd in verband met een voorgenomen sanctie tegen een in Nederland gevestigde ondernemer, wint Onze Minister van Justitie het advies in van het gerechtshof Den Haag.

Artikel

6

Artikel

7

Uiterlijk binnen vijf weken na de datum waarop het verzoek om advies werd ontvangen, brengt het Hof advies uit aan Onze Minister van Justitie. Het advies is vergezeld van het proces-verbaal van het onderzoek. Afschrift van het advies en van het proces-verbaal wordt aan de verdachte gezonden.

Strafbepalingen

Artikel

8

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Slotbepalingen

Artikel

9

Deze wet kan worden aangehaald onder de titel: Wet tot uitvoering van de Verordening No. 11 van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap. Zij treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, E. G. STIJKEL.
De Minister van Buitenlandse Zaken, J. LUNS.
De Minister van Justitie, A. C. W. BEERMAN.
De Minister van Economische Zaken, J. W. DE POUS.
De Minister van Justitie, Y. SCHOLTEN.