Wet van 1 augustus 1964, houdende vaststelling van overgangsregelen met het oog op de inwerkingtreding van de nieuwe voorschriften nopens de ruimtelijke ordening en de volkshuisvesting

Overgangswet Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het met het oog op de inwerkingtreding van de nieuwe voorschriften nopens de ruimtelijke ordening en de volkshuisvesting wenselijk is om regelen te stellen omtrent de overgang van de oude op de nieuwe wetgeving alsmede om wijziging te brengen in enkele bestaande wetten;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Algemene bepaling

Artikel

1

Bepalingen in provinciale en gemeentelijke verordeningen betreffende onderwerpen, waarvoor bij de Wet op de Ruimtelijke Ordening of de Woningwet voorschriften zijn gegeven, blijven van kracht, voor zover zij niet met die voorschriften in strijd zijn.

Hoofdstuk

II

Overgangsbepalingen Woningwet

Artikel

2

De Woningwet (wet van 22 juni 1901, Stb. 158) voortaan aan te halen als Woningwet 1901 wordt, behoudens het bepaalde in de volgende artikelen, ingetrokken.

Artikel

3

Artikel

4

Voorschriften, gegeven ter uitvoering van artikel 1bis van de Woningwet 1901, blijven van kracht en worden geacht ter uitvoering van artikel 3, vijfde lid, van de Woningwet te zijn gegeven.

Artikel

5

Artikel

7

Door Gedeputeerde Staten ingevolge artikel 13, tweede lid, der Woningwet 1901 vastgestelde regelingen worden geacht krachtens artikel 87, vierde lid, der Woningwet te zijn vastgesteld.

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

14

Artikel

15

Artikel

16

Hoofdstuk

III

Voorschriften met betrekking tot de Wederopbouwwet

Artikel

17

Vervallen

Artikel

18

Vervallen

Artikel

19

Vervallen

Artikel

20

Vervallen

Artikel

21

Vervallen

Artikel

22

Vervallen

Artikel

23

Vervallen

Artikel

24

Vervallen

Artikel

25

Vervallen

Artikel

26

Vervallen

Artikel

27

Vervallen

Artikel

28

Vervallen

Hoofdstuk

IV

Overgangs- en Wijzigingsbepalingen ten aanzien van de voorlopige regeling inzake het Nationale Plan en de streekplannen

Artikel

29

De wet van 28 september 1950, Stb. K 415, houdende voorlopige regeling inzake het Nationale Plan en de streekplannen, hierna aangehaald als: voorlopige wet, wordt, behoudens hetgeen bij artikel 32 wordt bepaald, ingetrokken.

Artikel

30

Artikel

31

Besluiten, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, der voorlopige wet, blijven nog 5 jaren na de inwerkingtreding van deze wet van kracht.

Artikel

32

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Hoofdstuk

V

Wijziging Onteigeningswet

Artikel

33

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

34

Op ingevolge de Woningwet 1901 tot stand gekomen bouwverboden en bijzondere voorschriften ter bepaling van een voorgevelrooilijn blijft artikel 40b der Onteigeningswet van toepassing.

Hoofdstuk

VI

Wijziging van enige andere wetten

Artikel

37

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

38

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

39

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

40

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

41

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

42

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

43

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

44

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

45

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

46

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

47

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Hoofdstuk

VII

Slotbepaling

Artikel

48

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Porto Ercole
JULIANA.
De Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid, P. BOGAERS.
De Minister van Justitie a.i., V. G. M. MARIJNEN.
De Minister van Binnenlandse Zaken a.i., V. G. M. MARIJNEN.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid, A. BARTELS.
De Minister van Justitie, Y. SCHOLTEN.