Besluit van 23 februari 1967, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in de Wet op de gevaarlijke werktuigen

Besluit schiethamers

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 2 december 1966, Directoraat-Generaal van de Arbeid, Hoofdafdeling Wetgevingsbeleid, Nr. 6418;
Gelet op de artikelen 1, 2, 3, 6, 12 en 15 van de Wet op de gevaarlijke werktuigen (Stb. 1952, 104);
De Raad van State gehoord (advies van 18 januari 1967, No. 47);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 15 februari 1967, Directoraat-Generaal van de Arbeid, Hoofdafdeling Wetgevingsbeleid, Nr. 5141;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Inleidende bepalingen

Artikel

1

Definities en aanwijzingen als gevaarlijke werktuigen en beveiligingsmiddelen

Artikel

2

Algemene bepaling

Dit besluit is niet van toepassing op toestellen, die bestemd zijn voor het doden van dieren.

Hoofdstuk

II

Vervaardiging

Artikel

3

Algemene bepalingen

Artikel

4

Schiethamers

Artikel

5

Splinterkappen

Hoofdstuk

III

Verkeers- en gebruiksvoorschriften

Artikel

6

Splinterkap

Bij een schiethamer moet ten minste één splinterkap worden geleverd.

Artikel

7

Aanwijzingen

Artikel

8

Doos of kist

Een schiethamer moet worden geleverd in een stevige, in vakken verdeelde doos of kist, waarin de schiethamer, het bedienings- en onderhoudsvoorschrift, de splinterkap of splinterkappen, de pennen, de patronen, het onderhoudsmateriaal en een veiligheidsbril ordelijk opgeborgen kunnen worden. Deze doos of kist moet met behulp van een sleutel afgesloten kunnen worden.

Artikel

9

Patronen

Artikel

10

Onderhoud

Hij, die een schiethamer voorhanden heeft, aflevert, gebruikt of tentoonstelt, is verplicht te zorgen, dat deze in goede staat van onderhoud verkeert.

Hoofdstuk

IV

Uitzonderingsbepaling

Artikel

11

Het bepaalde in artikel 4, tweede, vierde en vijfde lid, geldt niet voor plunjerschiethamers, waarbij de kinetische energie van de pen bij het verlaten van de loop niet meer dan 2,5 kgm bedraagt.

Hoofdstuk

V

Keuring

Artikel

12

Hoofdstuk

VI

Merk van afkeuring

Artikel

13

Hoofdstuk

VII

Strafbepaling

Artikel

14

Vervallen

Hoofdstuk

VIII

Slotbepalingen

Artikel

15

Naam

Dit besluit kan worden aangehaald als "Besluit schiethamers".

Artikel

16

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 1967.

Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk
JULIANA.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid, J. DE MEIJER.
De Minister van Justitie, STRUYCKEN.