Wet van 24 december 1970, houdende regeling van de formaliteit van registratie van akten

Registratiewet 1970

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de algemene herziening van de registratie- en de zegelbelasting wenselijk is de formaliteit van registratie van akten bij een afzonderlijke wet te regelen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Artikel

2

Vervallen

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

7a

Artikel

7b

Artikel

8

Artikel

9

De notaris is bevoegd onder hem berustende akten welke niet zijn genoemd in artikel 4, eerste lid, voor ten hoogste veertien dagen tegen ontvangbewijs af te geven aan de inspecteur of de in artikel 8, eerste lid, bedoelde andere ambtenaar.

Artikel

10

Artikel

11

De Staat is aansprakelijk voor de schade wegens verlies of beschadiging van een ingevolge deze wet onder een ambtenaar van de rijksbelastingdienst berustende akte.

Artikel

12

Vervallen

Artikel

13

Onze Minister bepaalt:

  • a.

    aan welke ambtenaren van de rijksbelastingdienst de aanbieding ter registratie van akten als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, moet geschieden en welke inspecteur bevoegd is ten aanzien van de verplichtingen van notarissen;

  • b.

    de dagen en de uren waarop de kantoren voor het aanbieden van akten ter registratie zijn geopend;

  • c.

    de inrichting van de registers van registratie en de wijze waarop de registratie geschiedt;

  • d.

    de wijze waarop blijkt dat een akte is geregistreerd.

Artikel

13a

Artikel

14

Artikel

15

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Staatssecretaris van Financiën, F. H. M. GRAPPERHAUS.
De Minister van Justitie a.i., H. K. J. BEERNINK.