Wet van 15 juni 1972, tot gemeentelijke herindeling van Noordwest-Overijssel

Wet gemeentelijke herindeling Noordwest-Overijssel

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de gemeentelijke indeling van Noordwest-Overijssel te herzien;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Hoofdstuk

II

Gemeentelijke herindeling

Artikel

2

Artikel

3

De nieuwe gemeente Steenwijk wordt als volgt begrensd: van het punt van samenkomst van de grenzen der gemeenten Nijeveen, Wanneperveen en Steenwijkerwold volgt de grens de gemeentegrens tussen enerzijds de gemeente Steenwijkerwold en anderzijds de gemeenten Wanneperveen en Giethoorn tot de oostelijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Giethoorn, sectie G, nr. 1610. Vandaar in noordwestelijke richting naar de zuidwestelijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nr. 935. Langs de zuidwestelijke grens van dit perceel in noordwestelijke richting en deze grens verlengen tot het snijpunt met de zuidoostelijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nr. 664 (Hesselinkdijk). Vervolgens langs de westelijke grens van de Hesselinkdijk (percelen kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nrs. 664 en 833) in algemeen noordelijke richting tot het snijpunt met de zuidelijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nr. 910. Vanuit dit snijpunt in westelijke richting langs de zuidelijke grens van de percelen, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nrs. 910 en 878 tot het meest noordwestelijke hoekpunt van het perceel, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nr. 713. Dit hoekpunt verbinden met het noordoostelijke hoekpunt van het perceel, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nr. 711. Daarna de zuidelijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nr. 879 en sectie M, nr. 1587 in westelijke richting tot de grens tussen de gemeenten Steenwijkerwold en Oldemarkt. Vervolgens deze gemeentegrens in algemeen noordoostelijke richting volgend tot de grens tussen de provinciën Friesland en Overijssel. Vandaar, verder gaande in aanvankelijk noordoostelijke richting deze provinciale grens (de gemeente Weststellingwerf enerzijds en de gemeente Steenwijkerwold anderzijds), de grens tussen de provinciën Drenthe en Overijssel (gemeenten Vledder, Havelte en Nijeveen enerzijds en gemeente Steenwijkerwold anderzijds) tot het punt van uitgang.

Artikel

4

De nieuwe gemeente IJsselham wordt als volgt begrensd: van het snijpunt van de eigendomsgrens van de nieuwe rijksweg met de grens van de gemeente Blokzijl in noordoostelijke richting langs de zuidelijke eigendomsgrens van de nieuwe rijksweg tot waar deze grens de westelijke grens van de ruilverkavelingsweg naar Nederland snijdt. Deze westelijke grens in zuidelijke richting volgend en deze grens verlengen tot het verlengde de zuidelijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Blokzijl, sectie E, nr. 805 (Steenwijkerweg) snijdt. Daarna in algemeen oostelijke richting de zuidelijke grens van deze weg, de percelen, kadastraal bekend gemeente Blokzijl, sectie E, nrs. 805 en 801, tot het snijpunt van de grens tussen de gemeenten Blokzijl en Steenwijkerwold. De grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Blokzijl, sectie E, nr. 801, in oostelijke richting verlengen tot dit verlengde de grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie O, nr. 1904 ontmoet. Daarna de zuidelijke grens van de Steenwijkerweg (perceel kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie O, nr. 1904) tot aan de Wetering. Dit snijpunt verbinden met het snijpunt van de Wetering met het zuidwestelijk hoekpunt van het perceel, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nr. 1261 en voorts de zuidelijke grens van dit perceel (Steenwijkerweg) en vervolgens de zuidelijke grens van de percelen, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nr. 1267, gemeente Giethoorn, sectie G, nr. 1674. Daarna de zuidoostelijke en zuidelijke grens van de bermsloot langs de Hooidijk (perceel kadastraal bekend gemeente Giethoorn, sectie G, nr. 1609) tot de oostelijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Giethoorn, sectie G, nr. 1610. In noordwestelijke richting naar de zuidwestelijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nr. 935. Langs de zuidwestelijke grens van dit perceel in noordwestelijke richting en deze grens verlengen tot het snijpunt met de zuidoostelijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nr. 664 (Hesselinkdijk). Vervolgens langs de westelijke grens van de Hesselinkdijk (percelen kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nrs. 664 en 833) in algemeen noordelijke richting tot het snijpunt met de zuidelijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nr. 910. Vanuit dit snijpunt in westelijke richting langs de zuidelijke grens van de percelen, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nrs. 910 en 878 tot het meest noordwestelijke hoekpunt van het perceel, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nr. 713. Dit hoekpunt verbinden met het noordoostelijke hoekpunt van het perceel, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nr. 711. Daarnaast de zuidelijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nr. 879 en sectie M, nr. 1587 in westelijke richting tot de grens tussen de gemeenten Steenwijkerwold en Oldemarkt. Vervolgens deze gemeentegrens in algemeen noordoostelijke richting volgend tot de grens tussen de provinciën Friesland en Overijssel. Vandaar, afbuigend in noordwestelijke richting, de grens tussen de provinciën Friesland en Overijssel (de gemeenten Weststellingwerf en Lemsterland enerzijds en de gemeenten Oldemarkt, Blankenham en Kuinre anderzijds) tot de grens van de gemeente Noordoostpolder en vandaar de grens tussen enerzijds de gemeente Noordoostpolder en anderzijds de gemeenten Kuinre, Blankenham en Blokzijl tot het punt van uitgang.

Artikel

5

De nieuwe gemeente Brederwiede wordt als volgt begrensd: van het snijpunt van de eigendomsgrens van de nieuwe rijksweg met de grens van de gemeente Blokzijl in noordoostelijke richting langs de zuidelijke eigendomsgrens van de nieuwe rijksweg tot waar deze grens de westelijke grens van de ruilverkavelingsweg naar Nederland snijdt. Deze westelijke grens in zuidelijke richting volgend en deze grens verlengen tot het verlengde de zuidelijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Blokzijl, sectie E, nr. 805 (Steenwijkerweg) snijdt. Daarna in algemeen oostelijke richting de zuidelijke grens van deze weg, de percelen, kadastraal bekend gemeente Blokzijl, sectie E, nrs. 805 en 801, tot het snijpunt van de grens tussen de gemeenten Blokzijl en Steenwijkerwold. De grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Blokzijl, sectie E, nr. 801, in oostelijke richting verlengen tot dit verlengde de grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie O, nr. 1904 ontmoet. Daarna de zuidelijke grens van de Steenwijkerweg (perceel kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie O, nr. 1904) tot aan de Wetering. Dit snijpunt verbinden met het snijpunt van de Wetering met het zuidwestelijke hoekpunt van het perceel, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nr. 1261 en voorts de zuidelijke grens van dit perceel (Steenwijkerweg) en vervolgens de zuidelijke grens van de percelen, kadastraal bekend gemeente Steenwijkerwold, sectie P, nr. 1267, gemeente Giethoorn, sectie G, nr. 1674. Daarna de zuidoostelijke en zuidelijke grens van de bermsloot langs de Hooidijk (perceel kadastraal bekend gemeente Giethoorn, sectie G, nr. 1609) tot de oostelijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Giethoorn, sectie G, nr. 1610. Vandaar, aanvankelijk in noordoostelijke richting doorgaande, de grens tussen de gemeente Steenwijkerwold enerzijds en de gemeenten Giethoorn en Wanneperveen anderzijds tot de grens tussen de provinciën Drenthe en Overijssel. Voorts in ongeveer zuid-oostelijke richting deze provinciale grens (de gemeenten Nijeveen en Meppel enerzijds en de gemeente Wanneperveen anderzijds). Daarna de grens tussen de gemeenten Staphorst en Zwartsluis enerzijds en de gemeente Wanneperveen anderzijds en vervolgens de grens tussen de gemeenten Zwartsluis, Genemuiden en Noordoostpolder enerzijds en de gemeenten Vollenhove en Blokzijl tot het punt van uitgang.

Hoofdstuk

III

Rechtskracht voorschriften en uitoefening bevoegdheden

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Hoofdstuk

IV

Overgang rechten, lasten, verplichtingen en bezittingen

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Hoofdstuk

V

Verkiezing vertegenwoordigende lichamen

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Voor toepassing van artikel 21 der gemeentewet ten aanzien van het lidmaatschap van de krachtens het eerste lid van artikel 16 te kiezen raden van de nieuwe gemeenten Steenwijk, IJsselham en Brederwiede, worden onder ingezetenen verstaan zij, die hun werkelijke woonplaats hebben in het gebied, dat met ingang van de datum van herindeling het grondgebied van onderscheidenlijk die gemeenten vormt.

Hoofdstuk

VI

Rechtspositie van ambtenaren en het overige personeel

Artikel

18

Met ingang van de datum van herindeling zijn de secretarissen en de ontvangers van de in het eerste lid van artikel 2 genoemde op te heffen gemeenten eervol uit hun ambt ontslagen.

Artikel

19

Met ingang van de datum van herindeling gaan de onderwijzers, werkzaam aan de openbare lagere scholen, alsmede de leidsters, verbonden aan de openbare kleuterscholen, welke zijn gevestigd in het gebied van de op te heffen gemeenten, over in dienst van de nieuwe gemeente, waartoe het gebied, waarin de school is gelegen, gaat behoren, op dezelfde voet als waarop en ook overigens in dezelfde rechtstoestand als waarin zij op de dag, voorafgaande aan die datum, werkzaam waren. Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing op de rectoren, directeuren, leraren en overig personeel, bedoeld in artikel 38 van de Wet op het voortgezet onderwijs, verbonden aan de gemeentelijke, ingevolge genoemde wet bekostigde, scholen welke zijn gevestigd in het gebied van de op te heffen gemeenten.

Artikel

20

Artikel

21

Het bevoegde gezag van de nieuwe gemeente regelt binnen zes maanden na de datum van herindeling voor zoveel nodig de rechtstoestand met inbegrip van de bezoldiging van de in dienst van die gemeente werkzame personen. Tot aan de vaststelling van deze regeling blijft voor de in artikel 19 bedoelde onderwijzers en leidsters, voor het in dat artikel bedoelde personeel, verbonden aan de gemeentelijke, ingevolge de wet op het voortgezet onderwijs bekostigde, scholen en voor de in artikel 20, tweede lid, sub A, bedoelde ambtenaren gelden de regeling van de rechtstoestand, welke voor hen laatstelijk gold in de gemeente, in welker dienst zij op de dag, voorafgaande aan de datum van herindeling, werkzaam waren.

Artikel

22

Uiterlijk dertig dagen vóór de datum van herindeling benoemen Gedeputeerde Staten van Overijssel met ingang van die datum een tijdelijke secretaris en een tijdelijke functionaris, belast met de taak van een ontvanger, van de nieuwe gemeenten Steenwijk, IJsselham en Brederwiede. Deze benoemingen gelden tot de dag, waarop overeenkomstig de gemeentewet in de vervulling van deze functies is voorzien.

Artikel

23

Artikel

24

De ambtenaren in tijdelijke dienst, wier dienstverband minder dan vijf jaren heeft geduurd dan wel van kennelijk tijdelijke aard was, alsmede de personen in dienst op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, die ten gevolge van deze wet worden of zijn ontslagen onderscheidenlijk wier dienstverband ingevolge deze wet wordt beëindigd, hebben ten laste van Hoofdstuk VII van de rijksbegroting aanspraak op uitkering volgens bij algemene maatregel van bestuur te stellen regelen.

Artikel

25

Indien een bij deze wet betrokken gemeente is aangesloten bij een intercommunale regeling "Instituut Ziektekostenvoorziening Ambtenaren", wordt met betrekking tot de deelnemers in het instituut, die recht hebben op wachtgeld of een uitkering krachtens artikel 23 of artikel 24 van deze wet, voor de duur van dit recht het aandeel van deze gemeente in de bijdrage, welke aan het instituut verschuldigd is, ten laste gebracht van Hoofdstuk VII van de rijksbegroting.

Artikel

26

Aan de ambtenaren, die door toepassing van artikel 20 naar een nieuwe gemeente overgaan en daardoor genoopt zijn te verhuizen, wordt door die gemeente een tegemoetkoming verleend op de voet van het Verplaatsingskostenbesluit 1962.

Artikel

27

Hoofdstuk

VII

Voorzieningen in verband met de toepassing van enkele administratieve wetten

Artikel

28

Artikel

29

Artikel

30

Voor de scholen, gelegen in een nieuwe gemeente, geldt als het bedrag, bedoeld in artikel 55bis, eerste lid, van de Lager-onderwijswet 1920 voor het jaar van herindeling, indien de datum van herindeling ligt op of na 1 maart, het hoogste van de bedragen, die de gemeenten, waartoe de openbare lagere scholen van deze gemeente vóór de datum van herindeling behoorden, ingevolge artikel 55bis, eerste lid, voor dat jaar hebben vastgesteld of krachtens het tweede lid van dat artikel geacht worden te hebben vastgesteld. Indien de datum van herindeling ligt vóór 1 maart geldt voor het jaar van herindeling het hoogste van de bedragen, die in het voorafgaande jaar hebben gegolden.

Artikel

31

Artikel

32

De raad van de nieuwe gemeente stelt voor het jaar, waarin de datum van herindeling valt, het getal wekelijkse lesuren vast, bedoeld in artikel 101bis, eerste lid, van de Lager-onderwijswet 1920, indien de datum van herindeling ligt vóór 1 maart. Is de datum van herindeling een latere datum, dan blijven de reeds vastgestelde getallen van kracht en vindt de vaststelling van de aan de besturen van de bijzondere scholen uit te keren vergoeding voor beloning van vakonderwijzers plaats als had geen herindeling plaats gevonden. Zijn in het laatstgenoemde geval op de datum van herindeling de vorenbedoelde wekelijkse lesuren nog niet vastgesteld, dan vindt deze vaststelling alsnog plaats door de raad van de nieuwe gemeente.

Artikel

33

De kinderen, die op de dag, voorafgaande aan de datum van herindeling, waren ingeschreven als leerlingen van een openbare lagere school, onderscheidenlijk openbare kleuterschool in een op te heffen gemeente worden vanaf die datum op dezelfde voorwaarden tot die school toegelaten, ongeacht het gebied waarin zij wonen of waarin de school is gelegen.

Artikel

34

Artikel

35

Artikel

36

Kosten van bijstand als bedoeld in de artikelen 16, 17 en 18 van de Algemene Bijstandswet ten behoeve van personen, die op of vóór de datum van herindeling woonachtig zijn of geweest zijn in gebied, dat deel gaat uitmaken van een nieuwe gemeente, komen met ingang van die datum ten laste van die nieuwe gemeente.

Artikel

37

Artikel

38

Artikel

39

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

40

Deze wet is niet van invloed op de bevoegdheid van de rechter en op die van procureurs van partijen met betrekking tot zaken, op de dag, voorafgaande aan de datum van herindeling, voor enig gerecht aanhangig.

Artikel

41

De notaris ter standplaats de gemeente Oldemarkt zal van de datum van herindeling af worden aangemerkt te zijn notaris ter standplaats Oldemarkt (gemeente IJsselham).

Artikel

42

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

44

Binnen twee jaar na de datum van herindeling berichten de raden van de nieuwe gemeenten Steenwijk, IJsselham en Brederwiede aan Gedeputeerde Staten van Overijssel gemotiveerd, of en zo ja op welke wijze uitvoering is gegeven aan de artikelen 61-64f der gemeentewet.

Hoofdstuk

VIII

Slotbepalingen

Artikel

45

Geschillen omtrent de toepassing van deze wet, waarvan de beslissing niet aan anderen is opgedragen, worden door Ons beslist.

Artikel

46

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin zij is geplaatst.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Binnenlandse Zaken, W. J. GEERTSEMA.
De Minister van Justitie, VAN AGT.