Besluit van 6 oktober 1989, tot vaststelling van een nieuw verplaatsingskostenbesluit

Verplaatsingskostenbesluit 1989

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 11 juli 1989, nr. AB88/439/U47, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidsvoorwaarden, afdeling Financiële Arbeidsvoorwaarden Rijkspersoneel;
De Raad van State gehoord (advies van 18 augustus 1989 nr. W04.89.0411);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 26 september 1989, nr. AB87/74/5, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidsvoorwaarden, afdeling Financiële Arbeidsvoorwaarden Rijkspersoneel;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

Hoofdstuk

II

Aanspraken op tegemoetkoming in verhuiskosten

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Geen tegemoetkoming in verhuiskosten ingevolge artikel 3, eerste, tweede of derde lid, of de artikelen 5 dan wel 6 wordt verleend, indien de verhuizing niet heeft plaatsgevonden binnen twee jaren nadat de verplichting tot verhuizen is opgelegd dan wel na de datum van het ontslag, het overlijden of de verplaatsing.

Hoofdstuk

III

De hoogte van de tegemoetkoming in verhuiskosten

Artikel

8

Artikel

8a

Vervallen

Artikel

9

Artikel

10

Indien bij een verplaatsing uit, naar en buiten Nederland de door Onze Minister vastgestelde regels niet toelaten, dat de betrokkene zijn gezinsleden op rijkskosten meeneemt, bestaat slechts aanspraak op vergoeding van:

  • a.

    transportkosten van de bagage van betrokkene zelf;

  • b.

    kosten bedoeld in artikel 9, eerste en tweede lid, voor zover deze betrekking hebben op de betrokkene zelf. Voorts kan, indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, een tegemoetkoming, als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel c, worden verleend van 3% van de berekeningsbasis.

Artikel

11

Bij een verplaatsing naar een land buiten Europa alsmede Kreta of IJsland en terug kan - indien de tewerkstelling aldaar naar verwachting tenminste een jaar zal duren - de tegemoetkoming in verhuiskosten mede bestaan uit een tegemoetkoming in de kosten van het transport over zee van een aan de betrokkene in eigendom behorende personenauto volgens nader door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vast te stellen regels.

Hoofdstuk

IIIa

Reisvoorzieningen vanwege de dienst

Artikel

11a

Vervallen

Hoofdstuk

IV

De tegemoetkoming in reis- en pensionkosten

Artikel

12

Artikel

12a

Artikel

12b

Artikel

12b1

Vervallen

Artikel

12ba

Artikel

12bb

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt bij ministeriële regeling nadere regels vast ten aanzien van de vergoeding, voorziening en tegemoetkomingen als bedoeld in de artikelen 12, 12a, 12b en 12ba.

HOOFDSTUK

IV A

Extra tegemoetkoming in reis- of verhuiskosten

Artikel

12d

Vervallen

Hoofdstuk

V

Overige bepalingen

Artikel

13

Artikel

14

Het bevoegde gezag kan ter zake van de in of krachtens dit besluit bedoelde tegemoetkomingen een voorschot verlenen.

Artikel

15

Artikel

16

Van de bevoegdheid tot het stellen van regels met een sterk technisch karakter krachtens dit besluit, kunnen Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze Minister mandaat verlenen.

Artikel

17

Vervallen

Artikel

18

Vervallen

Artikel

19

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en aan de Algemene Rekenkamer.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken, C. P. van Dijk
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes