Artikel
1
In dit besluit wordt verstaan onder de wet: de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Stb. 1991, 621).
Hebben goedgevonden en verstaan:
In dit besluit wordt verstaan onder de wet: de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Stb. 1991, 621).
Bij het bepalen van de financiële draagkracht van de vervolgde ter zake van kosten van voorzieningen, welke als bijzondere kosten in de zin van artikel 21, tweede lid, van de wet worden aangemerkt, wordt uitgegaan van zijn onzuivere inkomen in de zin van de Wet op de Inkomstenbelasting 1964.
De financiële draagkracht wordt op jaarbasis berekend en bepaald op:
10 procent van dat deel van het ingevolge artikel 2 vastgestelde inkomen dat de grondslag, genoemd in artikel 8, zevende lid, onder b, van de wet, op jaarbasis, niet overschrijdt, met dien verstande dat van dat deel 80 procent van de grondslag, genoemd in artikel 8, zevende lid, onder a, van de wet, op jaarbasis, wordt vrijgelaten;
50 procent van het ingevolge artikel 2 vastgestelde inkomen dat de grondslag, genoemd in artikel 8, zevende lid, onder b, van de wet, op jaarbasis, overschrijdt.
Indien de vervolging in het voormalige Nederlands-Indië heeft plaatsgehad en de uitkeringsgerechtigde in Indonesië gevestigd is, vindt het bepaalde in artikel 3 overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in plaats van de grondslagen, genoemd in artikel 8, zevende lid, onder a en b, wordt uitgegaan van de grondslagen, genoemd in artikel 8, achtste lid, onder a en b, van de wet.
De tegemoetkoming in de in artikel 2, eerste lid, bedoelde bijzondere kosten wordt vastgesteld op het bedrag, waarmede die kosten jaarlijks de ingevolge artikel 3 berekende financiële draagkracht overschrijden.
Het bedrag, genoemd in artikel 2, tweede lid, wordt door Onze minister telkens herzien met ingang van 1 januari, indien en voor zover de ontwikkeling van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie in de periode 1 november tot en met 31 oktober daaraan voorafgaand, daartoe aanleiding geeft.
Het bedrag, genoemd in artikel 2, tweede lid, wordt door Onze minister voor de eerste maal herzien, voor zover de ontwikkeling van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie in de periode 1 november 1972 tot en met 31 oktober 1977, daartoe aanleiding geeft.
Lasten en bevelen, dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en de Algemene Rekenkamer.