Kosten van verpleging in een inrichting en van genees- en/of heelkundige behandeling
-
A.
De kosten van behandeling door een huisarts, tandarts of specialist worden vergoed tot ten hoogste het werkelijke bedrag van die kosten.
-
B.
Als specialist wordt aangemerkt een arts, voorkomende in het officiële register van erkende specialisten, zoals dat door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering van de Geneeskunst is vastgesteld.
Mondartsen worden niet als specialisten beschouwd.
-
C.
Voor behandeling door specialisten, die zonder voorkennis van de huisarts zijn geconsulteerd, bestaat generlei aanspraak op vergoeding, tenzij voor die behandeling machtiging is verkregen van de Sociale verzekeringsbank. Indien de omstandigheden zulks naar het oordeel van de Sociale verzekeringsbank wettigen, kan de vergoeding, in afwijking van het bepaalde in de vorige volzin, ook worden verleend zonder dat de belanghebbende voor het ondergaan van de specialistische behandeling vóóraf de machtiging van de Sociale verzekeringsbank heeft verkregen
-
D.
De kosten van genees- en verbandmiddelen worden vergoed tot het werkelijke bedrag van die kosten, indien die middelen op voorschrift van de huisarts of een specialist door een apotheker of een apotheekhoudend geneesheer zijn geleverd.
-
E.
De kosten van het aanschaffen van hulpmiddelen worden vergoed tot het werkelijke bedrag van die kosten, indien voor de aanschaffing van die hulpmiddelen vooraf machtiging is verleend door de Sociale verzekeringsbank. Indien de omstandigheden zulks naar het oordeel van de Sociale verzekeringsbank wettigen, kan de vergoeding, in afwijking van het bepaalde in de vorige volzin, ook worden verleend zonder dat de belanghebbende voor de aanschaf van de hulpmiddelen vóóraf de machtiging van de Sociale verzekeringsbank heeft verkregen.
-
F.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 9, eerste lid, van het Koninklijk besluit van 22 oktober 1949 worden de kosten van verpleging vergoed tot het werkelijke bedrag van die kosten, zulks behoudens het hierna bepaalde
-
G.
Vergoeding van de kosten wegens verpleging wordt alleen verleend, indien de zeeman met toestemming van de Sociale verzekeringsbank ter verpleging is opgenomen in een voor dat doel bestemde inrichting. Indien de omstandigheden zulks naar het oordeel van de Sociale verzekeringsbank wettigen, kan de vergoeding, in afwijking van het bepaalde in de vorige volzin, ook worden verleend zonder dat de belanghebbende voor zijn opname in de verpleeginrichting vóóraf de toestemming van de Sociale verzekeringsbank heeft verkregen.
-
H.
Aan een zeeman, die ongehuwd is, worden de kosten van verpleging slechts vergoed tot het bedrag, waarmede die kosten vijftig procent van het buitengewoon pensioen van die zeeman overschrijden, vermeerderd met het bedrag, dat die zeeman bijdraagt ter voorziening in het noodzakelijk levensonderhoud van zijn gewezen echtgenoot, van eigen en aangehuwde kinderen en pleegkinderen en van andere bloed- en aanverwanten in de rechte linie en in de tweede graad der zijlinie. Voor de toepassing van het bepaalde in de vorige volzin wordt onder buitengewoon pensioen verstaan:
het buitengewoon pensioen, berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, eerste lid, der wet, vermeerderd met de toeslagen en verhogingen, uitgezonderd de vermeerdering, bedoeld in de artikelen 9 en 10 der wet.
-
I.
Aan een zeeman, die ongehuwd is en die langer dan vijf jaren, uitsluitend wegens geestesziekte in voor de verpleging van geesteszieken bestemde inrichtingen of woningen verpleegd is geweest of te werk gesteld is geweest in werkinrichtingen voor geestelijk invaliden, worden de kosten zijner verpleging en tewerkstelling, voor zover die langer duren dan vijf jaren, slechts vergoed tot het bedrag, waarmede die kosten het buitengewoon pensioen van die zeeman overschrijden, vermeerderd met het bedrag, dat die zeeman bijdraagt ter voorziening in het noodzakelijk levensonderhoud van zijn gewezen echtgenoot, van eigen en aangehuwde kinderen en pleegkinderen en van andere bloed- en aanverwanten in de rechte linie en in de tweede graad der zijlinie.
Voor de toepassing van het bepaalde in de vorige volzin wordt onder buitengewoon pensioen verstaan:
het buitengewoon pensioen, berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, eerste lid, der wet, vermeerderd met de toeslagen en verhogingen, uitgezonderd de vermeerdering, bedoeld in de artikelen 9 en 10 der wet.
-
J.
De kosten van vervoer, welke verband houden met de geneeskundige behandeling en verpleging, als in de voorgaande regelen bedoeld, worden vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, tweede lid, van het Koninklijk besluit van 22 oktober 1949.
Indien voor dit vervoer van een ander dan een openbaar vervoermiddel wordt gebruik gemaakt, waardoor het vervoer hogere kosten medebrengt, wordt de vergoeding verleend alsof van een openbaar vervoermiddel ware gebruik gemaakt, tenzij het gebruik van het andere vervoermiddel ingevolge medisch voorschrift noodzakelijk is.
-
K.
De zeeman, die zich niet gedraagt naar de regelen van de verplegingsinrichting waarin hij is opgenomen, of die zich aan wangedrag schuldig maakt of op eigen verantwoording, tegen het advies van de behandelende geneesheer, de verplegingsinrichting verlaat dan wel de hem gegeven geneeskundige voorschriften niet of niet meer opvolgt, kan hierna op vergoeding van de kosten van geneeskundige behandeling en verpleging geen aanspraak meer maken.