Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op voordracht van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 20 juni 1974, No. J. 1210, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
De Raad van State gehoord (advies van 3 juli 1974, No. 14);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van Landbouw en Visserij van 12 juli 1974, No. J. 1356, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
‘s-Gravenhage, de .........................................................................................
De houder van het centraal visserijregister,
KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
(Rijkswapen)
NATIONALITEITSBEWIJS
VOOR
VISSERSVAARTUIGEN
N.B.
De schipper is verplicht te zorgen, dat het nationaliteitsbewijs steeds aan boord van het vaartuig aanwezig is.
De ondergetekende, houder van het centraal visserijregister, verklaart, dat de *)....................................
genaamd .................................................................................................................................................................
eigenaar..................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................................
in het centraal visserijregister ingeschreven ondere letterteken...............................................................
nummer(s)............................................................................................................................................................
een Nederlands vissersvaartuig is.
*) Beschrijving van het vaartuig.