Besluit van 17 augustus 1974, tot vaststelling van het bedrag, bedoeld in artikel 7b, zevende lid, van de Wet op de kansspelen

Besluit vaststelling bedrag bedoeld in artikel 7b, zevende lid, van de Wet op de kansspelen

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 8 juli 1974, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 336/674, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken;
De Raad van State gehoord (advies van 24 juli 1974, nr. 8);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 12 augustus 1974, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 378/674, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Het bedrag, dat ingevolge artikel 7b, zevende lid, van de Wet op de kansspelen bij het indienen van een aanvraag om een vergunning voor het houden van een winkelweekaktie moet worden betaald aan de Kamer van Koophandel en Fabrieken, wordt vastgesteld op f 50,-.

Artikel

2

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip bedoeld in artikel III, eerste lid, van de Wet van 2 juli 1974 (Stb. 441) tot wijziging van de Wet op de kansspelen.

Lasten en bevelen dat dit besluit in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Porto Ercole
JULIANA.
De Minister van Justitie, VAN AGT.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, TH. M. HAZEKAMP.
De Minister van Justitie, VAN AGT.