Wet van 10 december 1964, houdende nadere regelen met betrekking tot kansspelen

Wet op de kansspelen

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, de verspreide wettelijke bepalingen betreffende kansspelen te herzien en in één wet onder te brengen en voorts de tijdelijke bepalingen betreffende sportprijsvragen door blijvende te vervangen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Titel

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

Behoudens het in Titel Va van deze wet bepaalde is het verboden:

  • a.

    gelegenheid te geven om mede te dingen naar prijzen of premies, indien de aanwijzing der winnaars geschiedt door enige kansbepaling waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen, tenzij daarvoor ingevolge deze wet vergunning is verleend;

  • b.

    de deelneming hetzij aan een onder a bedoelde gelegenheid, gegeven zonder vergunning ingevolge deze wet, hetzij aan een overeenkomstige gelegenheid, gegeven buiten het Rijk in Europa, te bevorderen of daartoe voor openbaarmaking of verspreiding bestemde stukken in voorraad te hebben;

  • c.

    gebruik te maken van een onder a bedoelde gelegenheid, wetende dat voor het geven daarvan geen vergunning ingevolge deze wet is verleend;

  • d.

    opzettelijk in strijd met de waarheid het vermoeden te wekken dat voor een gelegenheid als onder a bedoeld ingevolge deze wet vergunning is verleend, of dat aan de verleende vergunning geen voorschrift of niet al de gestelde voorschriften zijn verbonden.

Artikel

1a

Artikel

2

Artikel 1 is niet van toepassing op:

  • a.

    gelegenheden als daarin bedoeld, die noch voor het publiek zijn opengesteld, noch bedrijfsmatig worden gegeven;

  • b.

    kansovereenkomsten van levensverzekering, aangegaan met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen;

  • c.

    door een publiekrechtelijk lichaam tegen een niet hogere dan de parikoers voor het publiek opengestelde werkelijke geldleningen, die een jaarlijkse en jaarlijks ter beschikking te stellen rente geven, niet lager dan een door Onze Minister van Financiën vast te stellen percentage, terwijl aan de schuldbewijzen van die leningen bijkomstig een kans op het winnen van premies is verbonden.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Het is de vergunninghouder verboden, enig voorschrift van een krachtens deze wet uitgevaardigde algemene maatregel van bestuur, of krachtens artikel 5 gesteld, niet in acht te nemen.

Titel

Ia

Enige bijzondere vormen van kansspel

Artikel

7a

Het in Titel I bepaalde is niet van toepassing op het houden van winkelweekacties en het organiseren van kleine kansspelen, indien wordt voldaan aan de bepalingen van deze Titel.

Artikel

7b

Artikel

7c

Artikel

7d

Als klein kansspel in de zin van deze Titel worden aangemerkt het kienspel, vogelpiekspel, rad van avontuur en vergelijkbare, bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen vormen van kansspel.

Artikel

7e

Titel

II

De staatsloterij

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

De ingevolge artikel 9 verleende vergunning kan tussentijds door Onze in dat artikel genoemde Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, worden ingetrokken, indien de ingevolge artikel 10 vastgestelde voorschriften worden overtreden.

Artikel

13

Behoudens ingevolge een door de krachtens artikel 9 aangewezen rechtspersoon verleende uitdrukkelijke toestemming is het verboden, onverschillig voor welk doel en onverschillig op welke wijze, gebruik te maken van of invloed toe te kennen aan de uitslag van de trekkingen in de staatsloterij.

Artikel

14

Behoudens aan degenen die daartoe door de krachtens artikel 9 aangewezen rechtspersoon gemachtigd zijn, is het aan een ieder verboden bij wijze van beroep of gewoonte loten of gedeelten van loten in de staatsloterij of onder deze naam te verkopen, te koop aan te bieden, af te leveren, uit te delen of ten verkoop of ter uitdeling in voorraad te hebben, af te lossen of op enige andere wijze de middellijke of onmiddellijke deelneming in voormelde loterij open te stellen of te bevorderen.

Titel

IIa

De instantloterij

Artikel

14a

Artikel

14b

Artikel

14c

Artikel

14d

Artikel

14e

De ingevolge artikel 14b verleende vergunning kan tussentijds door Onze in artikel 14b, eerste lid, genoemde Ministers worden ingetrokken, indien de bij of krachtens deze titel vastgestelde voorschriften worden overtreden.

Titel

III

Sportprijsvragen

Artikel

15

Artikel

16

Artikel

17

Vervallen

Artikel

18

Vervallen

Artikel

19

Vervallen

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

De ingevolge artikel 16 verleende vergunning kan tussentijds door Onze in dat artikel genoemde Ministers worden ingetrokken, indien de bepalingen van deze titel of de ingevolge artikel 21 vastgestelde voorschriften worden overtreden.

Titel

IV

De totalisator

Artikel

23

Artikel

24

Onze Ministers van Landbouw en Visserij en van Justitie kunnen aan één rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid voor een door hen te bepalen tijd vergunning verlenen tot het organiseren van een totalisator.

Artikel

25

Artikel

26

De ingevolge artikel 24 verleende vergunning kan tussentijds door Onze in dat artikel genoemde Ministers worden ingetrokken, indien de ingevolge artikel 25 vastgestelde voorschriften worden overtreden.

Artikel

27

Het is verboden aan het publiek bemiddeling aan te bieden of te verlenen bij het afsluiten van weddenschappen bij een totalisator.

Titel

IVa

De lotto

Artikel

27a

Artikel

27b

Artikel

27c

Artikel

27d

Vervallen

Artikel

27e

Artikel

27f

De ingevolge artikel 27b verleende vergunning kan tussentijds door Onze in dat artikel genoemde Ministers worden ingetrokken, indien de bij of krachtens deze Titel vastgestelde voorschriften worden overtreden.

Titel

IVb

Casinospelen

Artikel

27g

Artikel

27h

Artikel

27i

Artikel

27j

Artikel

27k

De ingevolge artikel 27h verleende vergunning kan door Onze in dat artikel genoemde Ministers worden ingetrokken, indien de bij of krachtens deze Titel vastgestelde voorschriften worden overtreden.

Artikel

27m

Vervallen

Artikel

27n

Vervallen

Artikel

27o

Vervallen

Artikel

27p

Vervallen

Artikel

27q

Vervallen

Artikel

27r

Vervallen

Artikel

27s

Vervallen

Artikel

27t

Vervallen

Artikel

27u

Vervallen

Artikel

27v

Vervallen

Artikel

27w

Vervallen

Artikel

27x

Vervallen

Artikel

27y

Vervallen

Artikel

27z

Vervallen

Titel

V

Prijsvragen

Artikel

28

Artikel

29

Met betrekking tot prijsvragen als in het vorige artikel bedoeld zijn de artikelen 1, onder b en d, 5, 6 en 7 van overeenkomstige toepassing.

Titel

VA

Speelautomaten

§

1

Inleidende bepalingen

Artikel

30

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

  • b.

    behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen en het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de spelduur verlengd of het recht op gratis spelen verkregen wordt;

  • c.

    kansspelautomaat: een speelautomaat, die geen behendigheidsautomaat is;

  • d.

    hoogdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikellid wordt uitgeoefend:

    • 1°.

      waar het café en het restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaatsvinden, waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend en

    • 2°.

      waarvan de activiteiten in belangrijke mate gericht zijn op personen van 18 jaar en ouder.

  • e.

    laagdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikellid wordt uitgeoefend, die geen hoogdrempelige inrichting is, of een inrichting waarin horeca-activiteiten worden verricht en waarvan de ondernemer inschrijfplichtig is en ingeschreven is bij het Bedrijfschap Horeca.

Artikel

30a

§

2

Vergunning tot het aanwezig hebben van speelautomaten

Artikel

30b

Artikel

30c

Artikel

30d

Artikel

30e

Artikel

30f

Artikel

30g

§

3

Vergunning tot het exploiteren van speelautomaten

Artikel

30h

Artikel

30i

Artikel

30j

Artikel

30l

§

4

Toelating van speelautomaten

Artikel

30m

Artikel

30n

Artikel

30o

Artikel

30p

Artikel

30q

Artikel

30r

Artikel

30s

§

5

Overige verbodsbepalingen

Artikel

30t

Artikel

30u

§

6

Beroep

Artikel

30v

Tegen een op grond van de paragrafen 2, 3 of 4 van deze Titel genomen besluit kan een belanghebbende beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

§

7

Toezicht

Artikel

30w

Artikel

30x

Speelautomaten of onderdelen daarvan, welke bij het onderzoek, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene wet bestuursrecht, niet aan de bij of krachtens deze Titel gegeven voorschriften blijken te voldoen, kunnen van een door Onze Minister van Economische Zaken vast te stellen afkeuringsmerk worden voorzien en mogen niet eerder opnieuw in gebruik worden genomen dan nadat zij zijn goedgekeurd.

Artikel

30y

Vervallen

§

8

Speelautomaten in een speelcasino

Artikel

30z

§

9

Slotbepalingen

Artikel

30aa

Titel

VI

Strafbepalingen

Artikel

31

Artikel

32

Titel

VIa

College van toezicht op de kansspelen

Artikel

33

Artikel

34

Artikel

35

Artikel

36

Artikel

37

Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regelen gegeven met betreking tot de taak, bevoegdheden en samenstelling van het College, alsmede de benoeming van de leden en de secretaris daarvan. Deze regelen hebben mede betrekking op de werkwijze en de vergoeding van de kosten van het College.

Titel

VII

Slotbepalingen

Artikel

38

Alle aanspraken, voortvloeiende uit de uitslag van kansbepalingen in een gelegenheid, gegeven met vergunning ingevolge deze wet verleend, vervallen na verloop van een jaar na de dag waarop zij zijn ontstaan.

Artikel

39

Artikel 1825 van het Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing op prijzen en premies, behaald in gelegenheden, gegeven met vergunning ingevolge deze wet verleend.

Artikel

40

Vervallen

Artikel

41

Vervallen

Artikel

41a

Vervallen

Artikel

42

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

43

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

44

Artikel

45

Deze wet treedt in werking op een nader door Ons te bepalen tijdstip. Zij kan worden aangehaald als: "Wet op de kansspelen".

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Justitie, Y. SCHOLTEN.
De Staatssecretaris van Financiën, VAN DEN BERGE.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, L. J. M. VAN DE LAAR.
De Minister van Landbouw en Visserij, B. W. BIESHEUVEL.
De Minister van Justitie, Y. SCHOLTEN.